Quiz 1.1 t/m 1.4 1mh
1 / 27
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Waar ontstonden de eerste mensachtigen?
A
Amerika
B
Europa
C
Afrika
D
Nederland
Slide 2 - Quizvraag
Wat is een oorzaak?
A
Redenen waardoor iets gebeurd
B
Wat er na een gebeurtenis aan de hand is
C
Een belangrijke zaak
D
De gebeurtenis
Slide 3 - Quizvraag
Wat is akkerbouw?
A
Het fokken en tam maken van dieren
B
Landbouw
C
Het verbouwen van voedsel
Slide 4 - Quizvraag
Welke middelen van bestaan hadden de mensen vóór de Landbouwrevolutie?
A
Jagen en verzamelen
B
Jagen, verzamelen, akkerbouw en veeteelt
C
Akkerbouw en veeteelt
D
Verzamelen, akkerbouw en veeteelt
Slide 5 - Quizvraag
Landbouw...
Welke 'optelsom' is juist over landbouw?
Welke 'optelsom' is juist over landbouw?
A
akkerbouw + landbouw = veeteelt
B
landbouw + veeteelt = akkerbouw
C
veeteelt + akkerbouw = landbouw
Slide 6 - Quizvraag
Middelen van bestaan zijn manieren om in leven te blijven.
Welke middelen van bestaan hadden de eerste mensen?
Welke middelen van bestaan hadden de eerste mensen?
A
Wilde dieren en verzamelen
B
Jagers en boeren
C
Jagen en verzamelen
D
Boeren en verzamelaars
Slide 7 - Quizvraag
Bronnen uit de prehistorie zijn alleen ongeschreven bronnen
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Hoe kan ik aan de afbeelding zien dat de hunebedden ná landbouwrevolutie zijn gemaakt?
A
De grote stenen kwamen hier pas tijdens de landbouwrevolutie.
B
Er woonden hier te weinig mensen om samen de hunebedden te maken.
C
Er wordt gebruik gemaakt van dieren.
D
Voor de landbouwrevolutie werden er geen mensen begraven
Slide 9 - Quizvraag
De eerste boeren leefden van de landbouw, maar moesten in het begin ook nog jagen en verzamelen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Wat is veeteelt?
A
Het verbouwen van planten.
B
Het houden van dieren.
C
Een ander woord voor landbouw.
D
Het houden van een huisdier zoals een hond.
Slide 11 - Quizvraag
Welke middelen van bestaan hadden de mensen tijdens de Landbouwrevolutie?
A
Jagen en verzamelen
B
Jagen, verzamelen, akkerbouw en veeteelt
C
Akkerbouw en veeteelt
D
Verzamelen, akkerbouw en veeteelt
Slide 12 - Quizvraag
Om welke reden was het land langs de Nijl heel geschikt voor landbouw?
A
Door klimaatverandering werd het land vruchtbaar
B
Zand is een goede bodem voor landbouw
C
Doordat de Nijl elk jaar overstroomde en slib achterliet
Slide 13 - Quizvraag
Alle Egyptenaren kregen een piramide als graf.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Taakverdeling bij jagers en verzamelaars.
Wat deden de mannen?
Wat deden de mannen?
A
Jagen op dieren
B
Verzamelen van bessen
C
Vuur aanhouden
Slide 15 - Quizvraag
Bij welk soort samenleving hoort dit plaatje?
A
Jagers en verzamelaars
B
De eerste boeren
Slide 16 - Quizvraag
Het gebruiken van geschreven bronnen is het begin van de:
A
Prehistorie
B
Historie
Slide 17 - Quizvraag
Het eerste tijdvak is de tijd van
A
Jagers en boeren
B
Jagers-verzamelaars
C
Jagers en dieren
D
Jagers en landbouwers
Slide 18 - Quizvraag
Mensen met minder bezit en minder macht kregen meer aanzien.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 19 - Quizvraag
Jagers en verzamelaars wonen
A
Op dezelfde plek
B
Verhuizen regelmatig
Slide 20 - Quizvraag
In welke samenleving was er meer ongelijkheid? Jagers en verzamelaars of de boeren?
A
Jagers en verzamelaars
B
Boeren
Slide 21 - Quizvraag
Welk begrip hoort bij de tijd van jagers en verzamelaars ?
A
Schriftelijke bron
B
Koning
C
Dinosaurussen
D
Prehistorie
Slide 22 - Quizvraag
Bij jagers-verzamelaars waren er veel rijke en arme mensen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 23 - Quizvraag
De prehistorie is:
A
de periode voor het begin van onze jaartelling.
B
de periode voor er mensen leefden.
C
de periode voor de uitvinding van het schrift.
D
de periode na de uitvinding van het schrift.
Slide 24 - Quizvraag
De eerste dorpen ontstaan
A
Jagers
B
Boeren
Slide 25 - Quizvraag
Welk begrip past bij de bron?
A
Nijverheid
B
Overstromingstijd
C
Natuurgodsdienst
D
Irrigatielandbouw
Slide 26 - Quizvraag
Tussen jagers-verzamelaars was er veel verschil in macht.
A
Juist
B
Onjuist
