Week 40 Nederlands 2 G

Nederlands 2 G week 40
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 49 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands 2 G week 40

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Afspraken in de les

Algemene afspraken m.b.t. corona!


  • Je hebt je spullen op orde. Je hebt bij je: Kern (Nederlands lesboek), een schrift, een leesboek, een agenda en pen/papier.
  • Spullen niet op orde: BV op Magister. Dit geldt ook voor je agenda!
  • Huiswerk niet op orde: HV op magister (ook als je huiswerk voor een deel af is).
  • Mobiele telefoons/tablets niet toegestaan in de les, tenzij de docent het aangeeft.
  • Twee keer waarschuwen moet voldoende zijn! Zo niet, na de les bij de docent melden en dan maken we een afspraak hoe het in het vervolg beter kan in de les.

Slide 3 - Tekstslide

Maar eerst...
 even ontspannen met een goed boek!

Slide 4 - Tekstslide

Week 40  3 oktober t/m 10 oktober 2022
  • Weektaak 40: dinsdag 11 oktober af.
  • Lezen van boeken en lezen in de les
  • Vervolg  spelling: samenstellingen en verder
  •  ukjtr=> code LessonUp
  • Spoken word: 27/9, 4/10 en 11/10

Slide 5 - Tekstslide

PTD rapportperiode 1 













Herhaling taalverzorging (spelling totaal)

45 min

(1x)

NEE

104

SO

Boekentoets (2 boeken)

45 min

VK

NEE


Nr.
Toets-vorm
Leerstof/  Leerdoel
Tijd
Weging
Her-
kans
101
PW
Lezen + woordenschat en theorie lezen
45 min
3/afgerond
Nee
102
SO
Taalverzorging spelling)
45 min
1
Nee
104
SO
Boekentoets (2 boeken)
45 min
1
Nee

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen
Deze week:
  • leer je hoe je samenstellingen schrijft.
  • leer je hoe je een werkwoord moet spellen.
  • leer je wanneer je een hoofdletters en leestekens moet gebruiken.

Slide 7 - Tekstslide

Weektaak 40 

Spelling
  1. Lees de uitleg op bladzijde 56 - samenstellingen
  2. Maak opdracht 6 t/m 9 op bladzijde 57
  3. Lees de uitleg op bladzijde 110 - werkwoordspelling
  4. Maak opdracht 1 t/m 3 op bladzijde 110/111
  5. Lees de uitleg op bladzijde 112 - voltooid deelwoord
  6. Maak opdracht 7 en 8 op bladzijde 113
  7. Lees de uitleg op bladzijde 114 - hoofdletters en leestekens
  8. Maak opdracht 1 t/m 3 op bladzijde 115


Slide 8 - Tekstslide

Boekenlijst 2 G
  • Dit schooljaar 4 boeken
  • Niveau => zie lijst. 2/3 (boek 1 en 2). Niveau 3 (boek 3 en 4). 12 t/m 15 jaar. Lezenvoordelijst.nl
  • Wil je een ander boek lezen, overleg met je docent Nederlands.








Boek 2





Boek 3





Boek 4






Slide 9 - Tekstslide

Herhaling vorige week
Gisteren hebben we het proefwerk leesvaardigheid gemaakt. Leesvaardigheid voor rapport 1 is nu klaar. De focus ligt nu op spelling en na de vakantie gaan we door met theorie fictie en het lezen van boeken.

Slide 10 - Tekstslide

Uitleg theorie
Op de volgende dia's wordt de lesstof van deze week behandeld.

Slide 11 - Tekstslide

Samenstellingen (bladzijde 54)
één persoon, dier of ding? → aaneenschrijven
 

woorden met één klemtoon
badkamer, fietssleutel, grasmaaier


samengestelde werkwoorden en samenstellingen afgeleid van werkwoorden
goedmaken, zich blootgeven, plaatsvinden

Slide 12 - Tekstslide

Tussenklanken (bladzijde 54)
tussen-s: wanneer je deze hoort
gebruikersnaam, meningsverschil, stadscentrum


tussen-en: wanneer het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is met meervoud op -en.
kattenbak, ziekenhuis, schapenwolken

Slide 13 - Tekstslide

Tussenklanken (bladzijde 54)
tussen-s: wanneer je deze hoort
gebruikersnaam, meningsverschil, stadscentrum


tussen-en: wanneer het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is met meervoud op -en.
kattenbak, ziekenhuis, schapenwolken

Slide 14 - Tekstslide

Tussenklanken (bladzijde 54)
tussen-e:
een meervoud heeft op -s, of een meervoud op -s of -n
 keuzemogelijkheid
geen meervoud heeft
 tarwebrood, benzinetank
een bijvoeglijk naamwoord versterkt
 beresterk
tussen-er: woorden op -eren
 kindercola

Slide 15 - Tekstslide

Tussenklanken (bladzijde 54)
Kortom:

Als je te maken hebt met één persoon, dier of ding, schrijf je de samenstelling aan elkaar.

Slide 16 - Tekstslide

Werkwoordspelling (bladzijde 110)

Slide 17 - Tekstslide

Werkwoordspelling (bladzijde 110)

Slide 18 - Tekstslide

Werkwoordspelling (bladzijde 110)

Slide 19 - Tekstslide

Werkwoordspelling (bladzijde 110)

Slide 20 - Tekstslide

Werkwoordspelling (bladzijde 110)

Slide 21 - Tekstslide

Werkwoordspelling (bladzijde 112)

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Werkwoordspelling (bladzijde 112)

Slide 24 - Tekstslide

Werkwoordspelling (bladzijde 112)

Slide 25 - Tekstslide

Werkwoordspelling (bladzijde 112)

Slide 26 - Tekstslide

28. Hoofdletters en leestekens (p. 114)

Slide 27 - Tekstslide

28. Hoofdletters en leestekens (p. 114)

Slide 28 - Tekstslide

28. Hoofdletters en leestekens (p. 114)

Slide 29 - Tekstslide

28. Hoofdletters en leestekens (p. 114)

Slide 30 - Tekstslide

28. Hoofdletters en leestekens (p. 114)

Slide 31 - Tekstslide

28. Hoofdletters en leestekens (p. 114)

Slide 32 - Tekstslide

28. Hoofdletters en leestekens (p. 114)

Slide 33 - Tekstslide

28. Hoofdletters en leestekens (p. 114)

Slide 34 - Tekstslide

28. Hoofdletters en leestekens (p. 114)

Slide 35 - Tekstslide

28. Hoofdletters en leestekens (p. 114)

Slide 36 - Tekstslide

28. Hoofdletters en leestekens (p. 114)

Slide 37 - Tekstslide

28. Hoofdletters en leestekens (p. 114)

Slide 38 - Tekstslide

28. Hoofdletters en leestekens (p. 114)

Slide 39 - Tekstslide

28. Hoofdletters en leestekens (p. 114)

Slide 40 - Tekstslide

28. Hoofdletters en leestekens (p. 114)

Slide 41 - Tekstslide

Evaluatie
  • Wat was het lesdoel en heb je voor jezelf het gevoel dat je lesdoel is behaald?
  • leer je hoe je samenstellingen schrijft.
  • leer je hoe je een werkwoord moet spellen.
  • leer je wanneer je een hoofdletters en leestekens moet gebruiken.

Slide 42 - Tekstslide

Nakijken huiswerk
Week 40

Slide 43 - Tekstslide

RTTI
R = Reproductie
Vragen op reproductieniveau zijn vragen waarbij de leerling zelf niets wezenlijks toe hoeft te voegen aan datgene wat hij geleerd heeft. Met deze vragen kan inzichtelijk gemaakt worden of de leerling de geleerde stof kan reproduceren. Denk bijvoorbeeld aan het kunnen reproduceren van warenkennis, gereedschapskennis, een stappenplan of de werking van apparatuur.

Slide 44 - Tekstslide

1 = Toepassingsgericht 1
Bij vragen en opdrachten op het niveau van toepassing 1 moet een leerling dat wat hij geleerd heeft kunnen toepassen in situaties die hij al geoefend heeft of in situaties die daar sterk op lijken. Op deze manier kan gekeken worden of de leerling de aangeleerde kennis – dat wil zeggen begrippen en stappenplannen – in deze situaties goed kan toepassen.

Slide 45 - Tekstslide

T2 = Toepassingsgericht 2
Vragen op het niveau van toepassing 2 gaan een stapje verder dan vragen op het niveau van toepassing 1. De leerling moet op dit niveau in nieuwe situaties of contexten zelf kunnen bepalen welke (onderdelen van) stappenplannen of methodes hij moet gebruiken. Hij moet combinaties maken en verbanden leggen.

Slide 46 - Tekstslide

I = Inzicht
De leerling krijgt geen methode, context of situatie aangeboden, maar alleen een vraagstuk. Hij moet zelf bepalen hoe hij het gaat aanpakken. De leerling heeft alleen de leerstof tot zijn beschikking om de vraag op te lossen. Hij laat zien dat hij vanuit verschillende, ook nieuwe, perspectieven kan denken.

Slide 47 - Tekstslide

Woorden van deze week
Maak zinnen met de volgende woorden, waaruit de betekenis van het woord blijkt.
Reconstructie
Fataal
Evolutie
Alert
Gewaarwording

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide