Oriëntatie op branche en beroep H 1

• Voeding
• MBO
• Studiejaar 1

Programma VTH 12:00 - 15:00

1. Rooster overnemen (10 min)
2. Hoe werk je met Tendens? ( 15 min)
3. Ict van mr. Arnolds (30 min)
4. Theorie ( 30 min)
5. Pauze  + Lokaal wissel (25 min)
6. Opdrachten ( 40 min)
7. Afsluiting/vooruitblik ( 10 min)

Organisatorische zaken

• Kleding?
• Zwarte, nette schoenen met donkere zool
• Kennismaking stage?
• Telefoonnummer praktijkbegeleider
• Stagebegeleider
• Boeken voor stage
  

roosters.xedule.nl

Werkboek

Heb je een bijbaan?

Leerdoelen

• Je weet hoe het boek werkt.
• Je weet waar het begrip horeca voor staat.
• Je kunt vraag- en aanbodzijde van de markt beschrijven.
• Je kunt de horeca indelen in sectoren en segmenten.
• Je kunt hoofd- en bijproducten van een horecabedrijf onderscheiden.
• Je kunt de onderdelen uit een bedrijfsformule benoemen en beschrijven.
• Je weet wat de gastvrijheidsformule van een bedrijf inhoudt.
• Je kunt verschillende groepen/soorten gasten beschrijven.
  

Hoe werk je met Tendens bediening?

• Belangrijke begrippen
• Werkboek + theorieboek + website
• Antwoorden opdrachten werkboek uittypen in Word
• Antwoorden + toets + vaktermenlijst = blokcijfer
• Aanmaken account
• Vaktermen
• Pictogrammen

Waar staat de afkorting
HORECA voor?

Nulmeting

17 doelen (blz. 10)

Nulmeting: ja of nee?

Enigszins: X X

Evaluatie = laatste onderdeel

Bedrijfstak horeca = verzameling van veel verschillende bedrijven.

Dynamische bedrijfstak

HO RE CA

Vraag en aanbod

Horecabedrijven zorgen voor het aanbod

Consumenten zorgen voor de vraag

Noem een voorbeeld van een horecabedrijf

Horecabedrijven zijn verdeeld in 5 sectoren:

1. De drankensector
2. De restaurantsector
3. De hotelsector
4. De fastservicesector
5. De (party)catering

Indeling naar het soort product dat

ze verkopen!

Onder welke sector valt een ijssalon?

1. Drankensector
2. Restaurantsector
3. Fastservicesector
4. Partycatering

Combinatiebedrijven

Indeling in een sector gebeurt op basis van het hoofdproduct.

(café) 

Combinatiebedrijven zijn bedrijven die meerdere hoofdproducten verkopen.

(hotel-café-restaurant)

Bijproducten zijn producten die niet direct iets met de horeca te maken hebben maar wel vaak verkocht worden in een horecabedrijf.

(kranten, ansichtkaarten)

Bedrijven boven in de markt

Kenmerken:

- Hoge prijzen

- Exclusief aanbod/assortiment

- Bediening aan tafel

- Toegankelijkheid is hoogdrempelig

Bedrijven onder in de markt

Kenmerken:

- Lage(re) prijzen

- Allerdaags aanbod

- Bestellen bij de balie

- Toegankelijkheid is laagdrempelig

Bedrijfsformule

Bedrijfsformule = wat wil een ondernemer met zijn bedrijf.

Hulpmiddel hierbij = 6 marketinginstrumenten = 6 P's

Plaats = waar is het bedrijf gevestigd?

Product = wat wordt er verkocht?

Presentatie = hoe is de inrichting/aankleding?

Promotie = hoe wordt er reclame gemaakt?

Personeel = hoeveel en wat voor personeel werkt er onder welke voorwaarden?

Prijs = wat moeten de gasten betalen?

Waar denk je aan bij gastvrijheid?

Gastvrijheid = het gevoel dat een gast heeft tijdens zijn verblijf in een horecabedrijf

Gastvrijheidsformule = samenhang tussen:

- Product -> wat voor goederen en diensten bied je aan.

- Gedrag -> van de medewerkers, gasten en leidinggevende.

- Sfeer en omgeving -> interieur, muziek, aankleding, exterieur.

         Hoofdgroepen gasten:

1. de zakengast
2. de privégast
3. de toeristische gast
   

Indeling in gastensoorten

Kenmerken:

- leeftijd

- inkomen

- doel

- gewoonten

Opdrachten:

H 1: Aan de slag in de horeca

Opdrachten: 1 t/m 17

Overslaan: 10, 12 en 17

Huiswerk

• Account aanmaken op www.tendensbediening.nl zie blz. 6.
• Opdracht 1 t/m 16 van H 1 Aan de slag in de horeca -> typen in Word (alleen de opdrachtnummers met de antwoorden).
• Denk aan spelling, hoofdletters en interpunctie.
• Opdracht 10, 12 en 17 overslaan.
• Opdrachten in je praktijkbedrijf beginnen we later mee.
• Vaktermenlijst.

Evaluatie leerdoelen

• Je weet hoe het boek werkt.
• Je weet waar het begrip horeca voor staat.
• Je kunt vraag- en aanbodzijde van de markt beschrijven.
• Je kunt de horeca indelen in sectoren en segmenten.
• Je kunt hoofd- en bijproducten van een horecabedrijf onderscheiden.
• Je kunt de onderdelen uit een bedrijfsformule benoemen en beschrijven.
• Je weet wat de gastvrijheidsformule van een bedrijf inhoudt.
• Je kunt verschillende groepen/soorten gasten beschrijven.
  

Vooruitblik op de volgende les

- Wanneer is de eerst volgende

   theorieles?

- Boek: Oriëntatie op branche en beroep + bronnenboek

- H 3 Aan het werk!

- Bronnenboek voorbereiding: 2.1