Maatschappelijke analyse

Analyse Maatschappelijk Vraagstuk
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Analyse Maatschappelijk Vraagstuk

Slide 1 - Tekstslide

Wat behandelen we in deze les? 
  • Wat zijn de vier kenmerken van een maatschappelijk probleem
  • Normen, waarden & belangen
  • De vier Invalshoeken
  • Verwijzen en citeren


Alles wat je nodig hebt om je maatschappelijke analyse vragen te kunnen maken.

Slide 2 - Tekstslide

De vier kenmerken van een maatschappelijk vraagstuk 
Op je examen zullen ze meerdere termen gebruiken: “Kenmerken van een maatschappelijk probleem” , “Eisen van een maatschappelijk probleem”, “waarom is dit een maatschappelijk vraagstuk”


  1. De politiek moet het oplossen. (Wanneer het dus iets groots betreft, wat niet 1 bedrijf of persoon kan oplossen)
  2. Veel mensen hebben er last van/mee te maken = sociaal probleem. (Liefdesverdriet of het ontslag van één persoon is geen maatschappelijk pr.)
  3. Er tegenstrijdige belangen zijn. (Verschillende groepen hebben andere voordelen of nadelen)
  4. De media houdt zich ermee bezig (kranten/journaals berichten erover)

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn voorbeelden van maatschappelijke vraagstukken die momenteel spelen? 
De aanpak van Corona
Tekort aan woningen
Criminaliteit onder jongeren
Geweld tegen hulpverleners
Drugshandel
Laaggeletterdheid
Overgewicht
Roken

Slide 4 - Tekstslide

Belangen, waarden en normen
Belang =  Waar een groep voordeel bij heeft. Jullie hebben belang bij goede docenten, hoge jeugdlonen, goedkopere sigaretten, etc.

Waarde = Iets wat je belangrijk vindt, en bij je belang past. Dit is bijna altijd ÉÉN woord!!!! Kennis, rijkdom, gezondheid, veiligheid, vrijheid, etc.

Norm = Een leefregel om je waarde te bereiken. Letterlijk een regel dus!! Nies in je elleboog, maak je huiswerk, bepaal zelf wat je eet, geen wapens voor burgers, etc.
Op de volgende slide een schema met voorbeelden.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

De vier invalshoeken
Je kan op verschillende manieren naar een maatschappelijk vraagstuk kijken:
  • politiek juridische invalshoek
  • Sociaaleconomische invalshoek
  • Sociaal-culturele invalshoek
  •  veranderend- en vergelijkende invalshoek

Je kijkt met verschillende ‘brillen’ naar hetzelfde probleem. 


Slide 7 - Tekstslide

De vier invalshoeken
Even checken of Corona wel een maatschappelijk probleem is:

  • Komt het in de media?
  • Hebben veel mensen er last van?
  • Is  de politiek nodig om het op te lossen?
  • Zijn er verschillende ideeën over de oplossing ervan?

Slide 8 - Tekstslide

Politiek Juridische invalshoek
Politiek-juridisch: kijkt naar wat politieke partijen ervan vinden en wat bepaalde wetten erover zeggen. Vragen die je vanuit deze invalshoek kan stellen zijn bijvoorbeeld:

  • Hoe vindt de VVD/PVV/SP dat dit het beste opgelost kan worden?
  • Wat zijn de stappen die het RIVM moet doorlopen voor ze iets een epidemie kunnen noemen?


Slide 9 - Tekstslide

Sociaaleconomische invalshoek
Sociaal-economisch: Kijkt naar werkgevers en werknemers, maatschappelijke posities, ongelijkheid, financiën.

Vragen die je vanuit deze invalshoek kan stellen zijn bijvoorbeeld:
  • Worden werklozen harder getroffen door het virus dan mensen met een baan?
  • Zien we dat mensen in slechte wijken vaker besmet raken dan mensen in rijke wijken?
  • Krijgen mensen met een duurdere verzekering betere zorg? 

Slide 10 - Tekstslide

Sociaal-culturele invalshoek
Sociaal cultureel: kijkt naar normen en waarden, gedeelde opvattingen, subculturen.

Vragen die je vanuit deze invalshoek kan stellen zijn bijvoorbeeld:
  • Welke mensen zijn het wél of niet eens met een totale lockdown
  • Zijn er bepaalde culturen die minder moeite hebben met social distancing?
  • Komt de verspreiding van het virus meer voor bij bepaalde groepen. 

Slide 11 - Tekstslide

Veranderings-vergelijkende invalshoek
Veranderend-vergelijkend: Kijkt hoe het verschilt over tijd (vroeger versus nu) en op plaats en per samenleving

Vragen die je vanuit deze invalshoek kan stellen zijn bijvoorbeeld:
  • Nemen ze in Azië andere maatregelen dan hier?
  • Nam men vroeger bij de Spaanse griep dezelfde maatregelen?
  • Accepteren Duitsers de maatregelen 'makkelijker' dan Nederlanders. 

Slide 12 - Tekstslide

Tot slot: verwijzen en citeren
Wat moet je doen als er staat: Citeer....: 

 Je kan het hele stuk overnemen wat je bedoelt, of je doet het als volgt:
Regel 24:  “Men zegt dat ……. Zo vindt hij.”   Doe dit alleen op deze manier!

Lees altijd eerst de vraag > wat moet je precies doen? Moet je een vraag beantwoorden, een multiple choice vraag maken, alleen een citaat geven? 

Let hierbij steeds goed op, of er niet al iets gegeven staat. 


Slide 13 - Tekstslide

Tot slot: verwijzen en citeren
Moet je een vraag beantwoorden, een multiple choice vraag maken, alleen een citaat geven? Let hierbij goed op, of er niet al iets gegeven staat.

“In tekst 6 zie je het probleem van ongezonde voeding bij jongeren, een kenmerk van een maatschappelijk probleem is dat het in de media komt. Wat zijn andere kenmerken?” Media is hier dus al genoemd!!! Noem dus een ander kenmerk! 

Tot slot.  Altijd iets invullen. Ook al heb je geen flauw idee, iets is beter dan niets! Zeker bij multiple choice!

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video