Ademhaling + zuurstof toedienen

Ademhaling + 
zuurstof toedienen
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Ademhaling + 
zuurstof toedienen

Slide 1 - Tekstslide

Programma 
  • Lesdoelen doornemen
  • Hoe werkt de ademhaling?
  • Wat is zuurstof?
  • Verschijnselen van zuurstoftekort
  • Indicaties zuurstof toediening
  • Rekensommen zuurstof toedienen
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van deze les...
Kun je de anatomie en fysiologie van de ademhaling benoemen.
Kun je indicaties en contra-indicaties voor zuurstof benoemen.
Weet je hoe je een zuurstoftekort kunt herkennen.
Rekenen met zuurstof toedienen.

Slide 3 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij het woord ademhaling?

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Video

Ademhalingscentrum
Hersenstam reageert op prikkels van:
  • Kooldioxidegehalte in het bloed
  • Zuurgraad van het bloed
  • Zuurstofgehalte in het bloed
  • Versnelde stofwisselingsprocessen (verhoogde zuurstofbehoefte van het lichaam)

Slide 6 - Tekstslide

Ventilatie
  • De hoeveelheid lucht die we in- en uitademen hangt af van de behoefte aan O2 en de te verwijderen CO2.
  • In rust: 14-18 keer ademhalen per minuut.

Slide 7 - Tekstslide

Lucht bestaat uit?
Zuurstof O2 21 %
Stikstof 78 %
Waterdamp 4%
en sporen van andere gassen

Slide 8 - Tekstslide

Wat is zuurstof?

Slide 9 - Woordweb

Wat is zuurstof?
  • Gas
  • Kleurloos
  • Geurloos
  • Smaakloos
  • Bestanddeel van lucht
  • In hoge concentraties giftig
  • Essentieel element voor de meeste levende organismen

Slide 10 - Tekstslide

Verschijnselen zuurstof tekort
(hypoxie)

  • Kortademigheid
  • Onrust
  • Prikkelbaarheid
  • Hoge hartfrequentie
  • Bloeddrukstijging
  • Blauwe verkleuring van lippen en slijmvliezen
  •  Bewustzijnsstoornissen
  • Desoriëntatie
  • Wanen en hallucinaties

Slide 11 - Tekstslide

Hoe kan je de zuurstof meten bij een zorgvrager?

Slide 12 - Woordweb

Hoe meet je het zuurstof gehalte in het bloed?
  • Zuurstof saturatie met saturatiemeter: zuurstof gehalte in bloed
  • capillaire astrup/veneus bloedgas : hiel/vinger/oorlel/ venapunctie: pH, O2, CO2, HCO3-, BE en O2-sat
  • arteriele astrup: pH, O2, CO2, HCO3-, BE en O2-sat worden daarbij gemeten. Dit bloedgas wordt afgenomen in de pols (arteria radialis) of de lies (arteria femoralis).

Slide 13 - Tekstslide

Wat zijn redenen om
zuurstof toe te dienen?
A
Hart en vaatziekten
B
Tijdens en na een operatie
C
Longziekten
D
Plotselinge ademnood

Slide 14 - Quizvraag

Zuurstof toedienen 
Voorbehouden 
of 
Risicovolle handeling 
Risicovolle handeling, handel volgens protocol!

Slide 15 - Tekstslide

Gevaren
Zuurstof is niet brandbaar, maar heeft een brandbevorderend effect!
  • Niet in de buurt van vuur, rook of vonken 
  • Zuurstoffles niet in de zon of bij kachels plaatsen
  • Olie of vet (ook alcohol) kunnen in de buurt van zuivere zuurstof spontaan ontbranden
  • Ruimtes ventileren (24u per dag) voorkomt een te hoge concentratie van zuurstof

Slide 16 - Tekstslide

Aan welke voorwaarden moet je voldoen om zuurstof te mogen geven?

Slide 17 - Open vraag

Voordelen

Zuurstoftekort wordt opgeheven
Nadelen

- Teveel zuurstof kan leiden tot stoppen ademhalingsprikkel en koolzuurstapeling 
in het bloed.
- Droge slijmvliezen
- Drukplekken in neus
- Niet meer roken

Slide 18 - Tekstslide

Contra-indicatie voor 
(veel) zuurstof


Ernstige COPD

PO2 graad stijgt, ademhalingsprikkel stopt.
CO2 hoopt op in het lichaam.

Slide 19 - Tekstslide

Zuurstofmaskers
1. Neusbril                           2. Masker             3.  NRB                                                                                                               (Non-Rebreathing Masker)

Slide 20 - Tekstslide

Rekensommen zuurstoftoedienen

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Je beschikt over een cilinder van 20 L de manometer geeft 170 Bar aan.
Hoeveel zuurstof zit er in de cilinder?
A
20 L
B
340 L
C
170 L
D
3400 L

Slide 24 - Quizvraag

Er zit nog 2150 L zuurstof in een cilinder van 50 L.
Wat is de stand van de manometer?
A
40 Bar
B
42 Bar
C
41 Bar
D
43 Bar

Slide 25 - Quizvraag

Je hebt 1260 L zuurstof in de cilinder.
Een zorgvrager gebruikt 1,5 L / min.
Na hoeveel uur moet je de cilinder vervangen?
A
14 uur
B
840 uur
C
31 uur
D
36 uur

Slide 26 - Quizvraag

Hoe vonden jullie de les op deze manier?
Fijn
Niet fijn
Neutraal

Slide 27 - Poll

Huiswerk
Villans protocollen raadplegen





Slide 28 - Tekstslide