Les 2: Ademhaling + zuurstof toedienen

Ademhaling en zuurstof toedienen
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Ademhaling en zuurstof toedienen

Slide 1 - Tekstslide

Programma 
  • Lesdoelen doornemen
  • Hoe werkt de ademhaling?
  • Wat is zuurstof?
  • Verschijnselen van zuurstoftekort
  • Indicaties zuurstof toediening
  • Rekensommen zuurstof toedienen
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kunt de anatomie en fysiologie van de ademhaling benoemen.
Je kunt de indicaties en contra-indicaties voor zuurstof benoemen.
Je kunt benoemen hoe je zuurstoftekort kunt herkennen.
Je kunt rekenen met het toedienen van zuurstof.
Je kunt uitrekenen hoeveel zuurstof er in een cilinder zit.
Je kunt uitrekenen voor hoeveel minuten je voldoende zuurstof hebt.

Slide 3 - Tekstslide

Ademhaling

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Video

Beschrijf in eigen woorden hoe de ademhaling werkt.

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wat is zuurstof?

Slide 9 - Woordweb

Wat is zuurstof?
  • Gas
  • Kleurloos
  • Geurloos
  • Smaakloos
  • Medicijn
  • Droog

Slide 10 - Tekstslide

Verschijnselen zuurstof tekort
(hypoxie)

  • Kortademigheid
  • Onrust
  • Prikkelbaarheid
  • Hoge hartfrequentie
  • Bloeddrukstijging
  • Blauwe verkleuring van lippen en slijmvliezen
  •  Bewustzijnsstoornissen
  • Desoriëntatie
  • Wanen en hallucinaties

Slide 11 - Tekstslide

Hoe kan je de zuurstof meten bij een zorgvrager?

Slide 12 - Woordweb

Hoe meet je het zuurstof gehalte in het bloed?
  • Zuurstof saturatie met saturatiemeter: zuurstof gehalte in bloed
  • capillaire astrup/veneus bloedgas : hiel/vinger/oorlel/ venapunctie: pH, O2, CO2, HCO3-, BE en O2-sat
  • arteriele astrup: pH, O2, CO2, HCO3-, BE en O2-sat worden daarbij gemeten. Dit bloedgas wordt afgenomen in de pols  of de lies.

Slide 13 - Tekstslide

Wat zijn redenen om
zuurstof toe te dienen?
A
Hart en vaatziekten
B
Tijdens en na een operatie
C
Longziekten
D
Plotselinge ademnood

Slide 14 - Quizvraag

Zuurstof toedienen 
Voorbehouden 
of 
Risicovolle handeling 

Slide 15 - Tekstslide

Aan welke voorwaarden moet je voldoen om zuurstof te mogen geven?

Slide 16 - Open vraag

Contra-indicatie voor 
(veel) zuurstof


Ernstige COPD

PO2 graad stijgt, ademhalingsprikkel stopt.
CO2 hoopt op in het lichaam.

Slide 17 - Tekstslide

Voordelen

Zuurstoftekort wordt opgeheven
Nadelen

Teveel zuurstof kan leiden tot stoppen ademhalingsprikkel en koolzuurstapeling 
in het bloed.
Droge slijmvliezen
Drukplekken in neus
Niet meer roken

Slide 18 - Tekstslide

Gevaren bij zuurstoftoediening
Het toedienen van zuurstof brengt de volgende risico’s met zich mee:

brand;
explosie;
bevriezing.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Zuurstofmaskers
1. Neusbril                           2. Masker             3.  NRB                                                                                                               (Non-Rebreathing Masker)

Slide 22 - Tekstslide

Rekensommen zuurstof toedienen

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Je beschikt over een cilinder van 20 L de manometer geeft 170 Bar aan.
Hoeveel zuurstof zit er in de cilinder?
A
20 L
B
340 L
C
170 L
D
3400 L

Slide 26 - Quizvraag

Je hebt 1260 L zuurstof in de cilinder.
Een zorgvrager gebruikt 1,5 L / min.
Na hoeveel uur moet je de cilinder vervangen?
A
14 uur
B
840 uur
C
31 uur
D
36 uur

Slide 27 - Quizvraag

Er zit nog 2150 L zuurstof in een cilinder van 50 L.
Wat is de stand van de manometer?
A
40 Bar
B
42 Bar
C
41 Bar
D
43 Bar

Slide 28 - Quizvraag

Huiswerk
Vilans protocollen raadplegen
Opdrachten Learnbeat

Zo meteen: de praktijk




Slide 29 - Tekstslide