Christendom

Christendom
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Christendom

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Christendom, dit weet ik ......

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Na deze les...
  • kun je het ontstaan van het Christendom beschrijven.
  • weet je wat het Ichtus teken is en waarvoor het vroeger gebruikt werd.
  • kun je vertellen wat christenen vieren met Kerst. 
  • weet je waar het kruis symbool voor staat. 
  • Weet je waarom er verschillende stromingen zijn

Slide 3 - Tekstslide

Het kruis symboliseert lijden, verzoening en verlossing. Het kruis heeft in de loop der eeuwen vele toepassingen en verschijningsvormen gehad. Zo werd het kruis al vroeg als symbool afgebeeld op christelijke en dagelijkse gebruiksvoorwerpen. Vroege voorstellingen van Jezus tonen hem met een aureool met daarin een kruis (nimbuskruis).

Symbool van het christendom In het christendom symboliseert het kruis vooral de overwinning van Jezus over de dood, omdat hij na drie dagen verrees uit het graf. Christenen geloven dat Christus door te sterven aan het kruis Gods straf voor de zonden van de mensen op zich genomen heeft en daardoor de weg naar de hemel geëffend heeft.

Het ichthusteken stelt een vis voor. De vis staat in verband met de doop in het water, maar ook met de wonderbare visvangst.
Onder invloed van het ondergrondse karakter van het vroege christendom, een gevolg van de christenvervolgingen door de Romeinse staat, ontstonden symbolen die door niet-christenen op het eerste gezicht niet als christelijk konden worden herkend. Binnen de eigen kring was de betekenis wel bekend en de symbolen werden dan ook gebruikt om erachter te komen of iemand (ook) christen was. Dus de beginletters van Jezus Christus, Gods Zoon en Redder vormen in het Grieks het woord ICHTHUS = VIS.
Zo konden de eerste christenen dit symbool als geheim teken gebruiken. In de catacomben in Rome, waar de vervolgde christenen een schuilplaats hadden, heeft men dit teken meerdere keren ontdekt. Tegenwoordig is de vis vaak te zien op auto's en zelfs als tatoeage. Men wil daarmee aangeven dat men christen is.

Koninkrijk?


De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest,
hoewel daar erg weinig over bekend is.

En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
In 117 na Christus was het Romeinse Rijk op zijn grootst. 
In 63 v. Chr. veroverden de Romeinen de streek Palestina. Hier woonden vooral joden. Zij geloven in één god. Dit heet: monotheïsme (monos=enkel, theos=god).
De joden geloofden dat een verlosser hen zou bevrijden van al het kwaad, dus misschien ook wel van de Romeinen.
Romeinen geloven in meerdere goden. Dit heet: polytheïsme (poly=meer, theos=god). Overwonnen volken mogen hun eigen goden houden, zolang ze de belangrijkste Romeinse goden ook vereren. De Romeinen nemen op hun beurt ook weer Goden van andere volken over.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Jezus van Nazareth


  • Jezus is een Joodse man die rondreist in de streek Palestina en vertelt dat God goede mensen beloont en slechte mensen straft.
  • Jezus krijgt veel aanhangers. 
  • De Romeinen vinden hem daarom gevaarlijk. Ze nemen hem gevangen en kruisigen hem, de straf voor een opstandige slaaf.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Heeft Jezus echt bestaan?


  • Historici vermoeden van wel, hoewel er over het leven van Jezus geen (geschreven) bronnen zijn. 
  • Ook de Romeinen hebben niets opgeschreven over deze persoon. 
  • Alles wat wij van hem weten is (ongeveer 50 jaar) later opgeschreven, bijvoorbeeld in de Bijbel (Nieuwe Testament).






Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Christenen

  • De volgelingen van Jezus noemen zichzelf christenen
  • Deze naam komt van Christus, dat 'gezalfde' betekent.  
  • Jezus wordt door zijn volgelingen zo genoemd. 
  • Zij geloven in de woorden die Jezus (via zijn leerlingen) aan hen heeft gegeven: 'Iedereen is gelijk voor God en voor ieder goed mens is er een plek in de hemel'.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Staatsgodsdienst

  • In 380 gebeurt er iets bijzonders: keizer Theodosius verplicht iedereen om christen te worden. 
  • Het christendom wordt staatsgodsdienst en alle andere godsdiensten worden verboden. 
  • Iedereen die niet christen is wordt vervolgd en hij verbiedt de Olympische Spelen, omdat ze niet christelijk zijn.
Romeinse munt met het hoofd van Theodosius I de Grote

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Christenen in het Romeinse Rijk


Het Christendom verspreidt zich snel in het Romeinse Rijk. 
De goede wegen en de aantrekkingskracht van het geloof 
zorgen ervoor dat veel mensen christen worden.


De verspreiding van het Christendom in het Romeinse Rijk.
Verspreiding rond het jaar 75.
Verspreiding rond het jaar 200.
Verspreiding rond het jaar 300.
Verspreiding rond het jaar 400.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Christenvervolging


Maar christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk! 
Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god, 
en dat is niet de Romeinse keizer!

De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Om voor elkaar (maar niet voor de Romeinen!) herkenbaar te zijn, gebruikten christenen symbolen. Zo tekenden ze bijvoorbeeld een ichthus (vis) in het zand om hun geloof aan andere christenen kenbaar te maken. Als er dan een Romein in de buurt was, konden ze het symbool weer eenvoudig wissen.
Hoewel de naam ichthus, vis betekent, is het ook een afkorting van de eerste letters van: Jezus Christus, Gods zoon, (en / de) Redder, in het Grieks.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ichtus teken

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Staatsgodsdienst
Verschil Tenach en Bijbel: 

Tenach = Oude Testament

Bijbel = Oude Testament + Nieuwe Testament. 


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdlijn van het christendom
1 n.C. In Bethlehem wordt een kind geboren. 
30 n.C. Jezus trekt door het beloofde land en vertelt over God.
31 n.C. Jezus wordt gearresteerd en gekruisigd maar staat naar 3 dagen weer op. 
31 n.C. en 50 n.C. Jezus volgelingen prediken 
50 n.C. Prediker Paulus stelt dat Jezus boodschap voor de gehele mensheid was bestemd. 
64 n.C. Paulus en Petrus sterven als matertelaren voor het geloof. 
313 n.C. Constantijn maakt een einde aan de vervolgingen van de Christen in het Romeinse rijk. 
380 n.C. Christendom wordt staatsgodsdienst in het Romeinse Rijk. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de oudste godsdienst?
A
Christendom
B
Jodendom

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke keizer verhief het christendom in het jaar 380 tot staatsgodsdienst?
A
Maxentius
B
Constantijn de Grote
C
Theodosius
D
Caesar

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar woont de paus?
A
Rome
B
Madrid
C
Vaticaanstad
D
San Marino

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe komt het dat vooral arme mensen christen werden?
A
De christenen zorgden ervoor dat arme mensen omgekocht werden. Als zij christen zouden worden, kregen ze een groot geldbedrag.
B
Rijke mensen hadden een betere opleiding gehad. Daarom geloofden ze de dingen die de christenen vertelden, niet zo makkelijk.
C
Christenen hielpen elkaar. Als er één ziek werd of in de problemen kwam, hielpen de anderen hem.
D
Christenen geloven dat je in de hemel komt als je goed geleefd hebt. Arme mensen hadden een zwaar leven. Zij vonden het fijn dat er na de dood een prettiger leven zou komen.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit symbool heet:
A
INRI
B
Ichtus
C
Vis
D
Sacrament

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarvoor wordt het Ichtus teken gebruikt? Vroeger en nu.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Monniken
In de 7de en 8ste eeuw kwamen Engelse en Ierse monniken naar Nederland om de heidenen te bekeren tot het christendom.

Willibrord en Bonifatius zijn voorbeelden van deze monniken

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verspreiding
Vanuit de kloosters verspreidden monniken het christendom.
Ze reisden rond, vertelden over de bijbel en vernielden Germaanse heiligdommen.
Ze kregen vaak bescherming van de Frankische koningen.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grote rol
Het geloof kreeg een steeds grotere rol in het leven van mensen.
Ieder dorp had een kerk en een priester.
Hij vertelde de mensen hoe ze moesten leven. Als ze leefden volgens de bijbel, zouden ze in de hemel komen.
Veel mensen geloofden dat alleen de geestelijken contact konden maken met god en daarom luisterden ze goed naar hen

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Standensamenleving
In de middeleeuwen ontstond een standensamenleving.
Er waren drie standen:

  1. De geestelijkheid (priesters, monniken, paus, enz.)
  2. De adel (koningen, hertogen, ridders, enz.)
  3. De boeren (vrije boeren en horigen)

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eigen taken
Iedere stand had zijn eigen taak:
  • De geestelijkheid zorgde voor het contact met god.
  • De adel zorgde voor bescherming.
  • De boeren zorgden voor het voedsel.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De adel zorgde voor
A
Contact met god
B
Werkte op het land
C
Zorgde voor bescherming
D
Voedsel

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies