Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Hoofdstuk 1 les 2
Leerdoel Hoofdstuk 1
Je kunt:
je voorstellen en vertellen waar je woont / introduce yourself and tell where you live
tot 20 tellen / count to 20
introductie van de werkwoorden luisteren, hebben en zijn in de tt / introduction of the verbs luisteren, hebben and zijn in the pt
Je kent / you know
het verschil tussen u en jij / the difference between u and jij
1 / 16
volgende
Slide 1:
Tekstslide
NT2
WO
HBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
16 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
120 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Leerdoel Hoofdstuk 1
Je kunt:
je voorstellen en vertellen waar je woont / introduce yourself and tell where you live
tot 20 tellen / count to 20
introductie van de werkwoorden luisteren, hebben en zijn in de tt / introduction of the verbs luisteren, hebben and zijn in the pt
Je kent / you know
het verschil tussen u en jij / the difference between u and jij
Slide 1 - Tekstslide
Hoofdstuk 1
voorstellen en informatie vragen
landen / talen / nationaliteiten
telwoorden
alfabet
spellen
personaal pronomen + werkwoorden
zinsaccent
Slide 2 - Tekstslide
Dialoog
De cursus begint
Slide 3 - Tekstslide
personaal pronomen
Ik
jij
hij, zij/ze, het
wij/we
jullie
zij/ze
werk
jij werkt / werk jij
werkt
werken
werken
werken
personaal pronomen
werkwoord
schrijfwijze
nooit
soms
altijd
infinitief
infinitief
infinitief
Slide 4 - Tekstslide
personaal pronomen
Ik
jij
hij, zij/ze, het
wij/we
jullie
zij/ze
luister
jij luistert / luister jij
luistert
luisteren
luisteren
luisteren
personaal pronomen
werkwoord
schrijfwijze
nooit
soms
altijd
infinitief
infinitief
infinitief
Slide 5 - Tekstslide
personaal pronomen
Ik
jij
hij, zij/ze, het
wij/we
jullie
zij/ze
heb
jij hebt / heb jij
heeft
hebben
hebben
hebben
personaal pronomen
wekwoord
schrijfwijze
nooit
soms
altijd
infinitief
infinitief
infinitief
Slide 6 - Tekstslide
personaal pronomen
Ik
jij
hij, zij/ze, het
wij/we
jullie
zij/ze
ben
jij bent / ben jij
is
zijn
zijn
zijn
schrijfwihjze
nooit
soms
altijd
infinitief
infinitief
infinitief
personaal pronomen
wekwoord
Slide 7 - Tekstslide
Dag Anna. Woon ______ ook in Amsterdam?
A
wij
B
jij
C
zij
Slide 8 - Quizvraag
De andere docent is Paul. ___ komt uit Engeland.
A
Hij
B
Wij
C
Jij
Slide 9 - Quizvraag
Hans en Freek, hebben ___ het boek ook?
A
hij
B
jullie
C
ik
Slide 10 - Quizvraag
Mevrouw, woont ___ op nummer 24?
A
zij
B
hij
C
u
Slide 11 - Quizvraag
Het is pauze. ___ stoppen even.
A
Ik
B
We
C
je
Slide 12 - Quizvraag
Tellen
van één tot honderd
Slide 13 - Tekstslide
het alfabet
van A tot Z
Slide 14 - Tekstslide
zinsaccent
Welke woorden krijgen het accent?
Herhaal het antwoord.
Slide 15 - Tekstslide
huiswerk
blz. 28, opdracht 11
blz. 30 - own vocabulary / nieuwe woorden gebruiken
inloggen op www.coutinho.nl
1.4 personaal pronomen
extra materiaal
Slide 16 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Hoofdstuk 1 Nederlands in gang
Mei 2024
- Les met
34 slides
NT2
WO
HBO
Studiejaar 1
Hoofdstuk 1 les 1
Oktober 2020
- Les met
41 slides
NT2
WO
HBO
Studiejaar 1
Hoofdstuk 1 les 1
September 2023
- Les met
37 slides
NT2
WO
HBO
Studiejaar 1
Hoofdstuk 1 les 1
Maart 2024
- Les met
43 slides
NT2
WO
HBO
Studiejaar 1
Hoofdstuk 1
Juli 2023
- Les met
47 slides
NT2
WO
HBO
Studiejaar 1
Link+ 0-A2 Herhaling grammatica Thema 1 & 2
September 2022
- Les met
21 slides
NT2
WO
HBO
Studiejaar 1
Grammatica
April 2023
- Les met
22 slides
NT2
WO
HBO
Studiejaar 1
Hoofdstuk 1
Mei 2023
- Les met
46 slides
NT2
WO
HBO
Studiejaar 1