KGT_Hoofdstuk 5 Waarneming en gedrag

Welkom!
Hoofdstuk 5: Waarneming en gedrag
5.1.1 Je kunt de werking van zintuigen beschrijven.
5.1.2 Je kunt de zintuigen noemen met hun ligging en hun prikkel.

  • Log in bij LessonUp.
  • Leg je boek alvast op tafel.



1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Hoofdstuk 5: Waarneming en gedrag
5.1.1 Je kunt de werking van zintuigen beschrijven.
5.1.2 Je kunt de zintuigen noemen met hun ligging en hun prikkel.

  • Log in bij LessonUp.
  • Leg je boek alvast op tafel.



Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Dierenfeitje van de dag
  • Filmpje
  • Wat weet je al?
  • Leerdoelen
  • Uitleg 5.1 Waarnemen
  • Check
  • Aan het werk
  • Check
  • Leerdoelen

Slide 2 - Tekstslide

Dierenfeitje van de dag
Muggen gebruiken verschillende zintuigen om mensen op te sporen. 

Ze komen af op:
  • De CO2 die wij uitademen,
  • lichaamsgeuren 
  • Warmte die onze huid afgeeft aan de lucht.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Waar denk je aan bij het woord 'waarnemen'?

Slide 5 - Woordweb

Hoe kun je jouw omgeving waarnemen? Hoe weet je waar je bent?

Slide 6 - Woordweb

Omgeving waarnemen:
Je omgeving kun je zien, horen, ruiken, proeven en voelen. Om iets waar te nemen zijn ook je hersenen nodig.

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen
5.1.1 Je kunt de werking van zintuigen beschrijven.
5.1.2 Je kunt de zintuigen noemen met hun ligging en hun prikkel.

Slide 8 - Tekstslide

Uitleg 5.1 Waarnemen

Slide 9 - Tekstslide

5.1.1 Je kunt de werking van zintuigen beschrijven.

Slide 10 - Tekstslide

5.1.1 Je kunt de werking van zintuigen beschrijven.
Om je omgeving waar te nemen, gebruik je zintuigen: organen die reageren op een invloed uit de omgeving (prikkel).

Voorbeelden zijn: licht, geluid, smaak, geur en aanraking.


Slide 11 - Tekstslide

5.1.1 Je kunt de werking van zintuigen beschrijven.
Het stoplicht gaat van rood naar groen. Wat gebeurt er?
1. Het groene licht komt in je ogen.
2. Je ogen sturen een seintje naar je hersenen.
3. Je ziet het groene licht.

Slide 12 - Tekstslide

5.1.1 Je kunt de werking van zintuigen beschrijven.
Als een zintuig een prikkel krijgt, gaat er een seintje naar de hersenen: impuls.
De impuls gaat via zenuwen naar de hersenen.

Zenuwen zijn lange, dunne draden in het lichaam die impulsen doorgeven.

Hiernaast zie je het zenuwstelsel: zenuwen, ruggenmerg en hersenen.

Slide 13 - Tekstslide

5.1.1 Je kunt de werking van zintuigen beschrijven.
In je hersenen word je je bewust van prikkels: waarnemen.

Slide 14 - Tekstslide

5.1.1 Je kunt de werking van zintuigen beschrijven.
De bekendste zintuigen liggen in je oren en ogen, maar er liggen ok zintuigen in je neus, tong en huid.

Alle zintuigen samen = zintuigenstelsel.

Slide 15 - Tekstslide

Op de rode plekken liggen zintuigcellen
De bekendste zintuigen liggen in je oren en ogen, maar er liggen ok zintuigen in je neus, tong en huid.

Alle zintuigen samen = zintuigenstelsel.

Slide 16 - Tekstslide

5.1.1 Je kunt de werking van zintuigen beschrijven.
In de huid liggen zintuigen waarmee je iets kunt voelen:

Warmtezintuigen reageren als je iets aanraakt wat warmer is dan je huid.
Koudezintuigen reageren als je huid iets aanraakt wat kouder is dan je huid.
Drukzintuigen reageren als er op je huid wordt gedrukt.
Tastzintuigen reageren op licht aanraking van je huid: waarnemen hoe voorwerpen aanvoelen.
Pijnpunten: uiteinden van zenuwen.

Slide 17 - Tekstslide

5.1.1 Je kunt de werking van zintuigen beschrijven.

Slide 18 - Tekstslide

Check... 😁

Slide 19 - Tekstslide


Wat is een prikkel?

Slide 20 - Open vraag

Geef voorbeelden van prikkels

Slide 21 - Woordweb

Op welke prikkel reageren de ogen?
A
Licht
B
Geluid
C
Geur
D
Smaak

Slide 22 - Quizvraag

Op welke prikkel reageren de oren?
A
Licht
B
Geluid
C
Geur
D
Smaak

Slide 23 - Quizvraag

Waarop reageert de huid?

Slide 24 - Open vraag

Als een zintuig een prikkel krijgt, gaat er een seintje naar de hersenen. Hoe noem je dat seintje?

Slide 25 - Open vraag

Hersenen
Ruggenmerg
Zenuw

Slide 26 - Sleepvraag

Aan het werk
Maken: 
5.1 opdrachten 1 t/m 6 + 8 (blz. 78-80)
B-BOEK!!!!!

Op welke manier? Alleen of in tweetallen
Klaar? Kijk de opdrachten na via Magister > ELO > Studiewijzers + Maak online de test jezelf van 5.1. 
Hulp? Lees de tekst en vraag een klasgenoot.
Komen jullie er niet uit? Steek je vinger op.

Uitkomst? Je werkt aan de leerdoelen van deze basisstof.
Tijd? Zie bord
timer
25:00

Slide 27 - Tekstslide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 28 - Open vraag

Leerdoelen
5.1.1 Je kunt de werking van zintuigen beschrijven.
5.1.2 Je kunt de zintuigen noemen met hun ligging en hun prikkel.

Slide 29 - Tekstslide

Welkom!
Hoofdstuk 5: Waarneming en gedrag
5.2.3 Je kunt de bouw en functies van de huid beschrijven.

  • Log in bij LessonUp.
  • Leg je boek alvast op tafel.



Slide 30 - Tekstslide

Planning
  • Dierenfeitje van de dag
  • Filmpje
  • Herhaling
  • Leerdoelen
  • Uitleg 5.1 Waarnemen
  • Check
  • Aan het werk
  • Check
  • Leerdoelen

Slide 31 - Tekstslide

Dierenfeitje van de dag
Een slang heeft een speciaal reukorgaan in het gehemelte (het 'orgaan van Jacobson') waardoor die heel goed ruiken.

Welk onderdeel zal het zijn?

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Herhaling vorige les

Slide 34 - Tekstslide


Wat is een prikkel?

Slide 35 - Open vraag


Geef voorbeelden van prikkels

Slide 36 - Open vraag

Op welke prikkel reageren de ogen?
A
Licht
B
Geluid
C
Geur
D
Smaak

Slide 37 - Quizvraag

Op welke prikkel reageren de oren?
A
Licht
B
Geluid
C
Geur
D
Smaak

Slide 38 - Quizvraag

Als een zintuig een prikkel krijgt, gaat er een seintje naar de hersenen. Hoe noem je dat seintje?

Slide 39 - Open vraag

Hoe heet het orgaanstelsel hiernaast?

Slide 40 - Open vraag

Hersenen
Ruggenmerg
Zenuw

Slide 41 - Sleepvraag

Uitleg 5.2

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

5.2.3 Je kunt de bouw en functies van de huid beschrijven.

De huid bestaat uit twee delen: de opperhuid en de lederhuid

Hoornlaag:  resten van dode cellen & bescherming tegen beschadiging , uitdroging en ziekteverwekkers. Slijt af.

Kiemlaag: levende cellen. Onderin vormen van nieuwe cellen.

Slide 44 - Tekstslide

5.2.3 Je kunt de bouw en functies van de huid beschrijven.

Haren groeien vanaf onder aan.
Talgklieren: talg maken, vettige stof. Houd haren en hoornlaag soepel.

Lederhuid: zintuigen. Tastzintuigen liggen in tastknopjes vlak onder de kiemlaag. De drukzintuigen liggen dieper in de huid. 

Onder de huid: vet (reservevoedsel + isolatie)

Slide 45 - Tekstslide

5.2.3 Je kunt de bouw en functies van de huid beschrijven.

De temperatuur van je lichaam is gemiddeld ongeveer 37 °C. 

Kou & warmte: zweetklieren, bloed en rillen.

Slide 46 - Tekstslide

5.2.3 Je kunt de bouw en functies van de huid beschrijven.

Brandwonden zijn beschadigingen van de huid die wordt veroorzaakt door warmte, een chemische stof of elektriciteit. Op de plaats van een brandwond is de huid stuk, dus is er geen bescherming (bacteriën).


Hoe ernstig het is, hangt af van de plaats, grootte en diepte. De opperhuid kan hersteld worden, maar de lederhuid niet.

Slide 47 - Tekstslide

5.2.3 Je kunt de bouw en functies van de huid beschrijven.

1 Koel de brandwond tien minuten met lauw, zacht stromend leidingwater.
Koelen vermindert de pijn en haalt de hitte uit de wond. Zo wordt een brandwond niet erger.
2 Voorkom dat het lichaam te veel afkoelt. Koel daarom alleen de wond.
3 Bedek een open wond met plasticfolie of vet verbandgaas.
Door de wond te bedekken blijft deze schoon. Ook vermindert het de pijn.
4 Smeer niets op de brandwond.
Smeersels, zalf, tandpasta of andere middelen maken de wond erger. Gebruik ook geen betadine of jodium.
5 Waarschuw een arts bij grote blaren, een open wond en brandwonden door chemische stoffen of elektriciteit.
Brandwonden kunnen erger zijn dan ze lijken. Bel bij twijfel altijd een arts!

Slide 48 - Tekstslide

In welke laag van de huid zitten levende cellen?
A
Hoornlaag
B
Kiemlaag

Slide 49 - Quizvraag

Hoe warmer je het hebt, hoe
A
wijder de bloedvaten
B
nauwer/smaller de bloedvaten

Slide 50 - Quizvraag

Een brandwond koelen is een goed idee!
A
Juist
B
Onjuist

Slide 51 - Quizvraag

Het is goed om betadine/jodium op een brandwond te smeren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 52 - Quizvraag

Aan het werk
Maken: 
Practicumboekje opdrachten 1 t/m 8 (blz. 2 + 3) 
5.1 opdrachten 1 t/m 5 + 9 (blz. 86-91) = huiswerk voor volgende week
B-BOEK!!!!!

Op welke manier? Alleen of in tweetallen
Klaar? Kijk de opdrachten na via Magister > ELO > Studiewijzers + Maak online de test jezelf van 5.2. 
Hulp? Lees de tekst en vraag een klasgenoot.
Komen jullie er niet uit? Steek je vinger op.

Uitkomst? Je werkt aan de leerdoelen van deze basisstof.
Tijd? Zie bord
timer
40:00

Slide 53 - Tekstslide