Internationale handel

Internationale handel en logistiek 
Agenda
1. Herhaling vorige les
2. Groepswerk
3. België als doorvoergaven
4. Computertaak: Haven van Antwerpen


1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Toegepaste economieSecundair onderwijs

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Internationale handel en logistiek 
Agenda
1. Herhaling vorige les
2. Groepswerk
3. België als doorvoergaven
4. Computertaak: Haven van Antwerpen


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening
Op volgende slides krijgen jullie enkele oefeningen:

1. Sleepoefening begrippen
2. Herkennen vorm internationale handel

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Intracommunautaire verwerving =
Intracommunautaire levering =
Een onderneming uit de EU koopt goederen/diensten aan bij een onderneming van een ander EU-land
Een onderneming uit de EU verkoopt goederen/diensten aan een onderneming van een ander EU-land

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Import/invoer =
Export/uitvoer =
De aankoop van goederen of diensten van landen buiten de EU
De verkoop van goederen of diensten van landen buiten de EU

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Over welke vorm van internationale handel gaat het:
België verkoopt bier aan Amerika.
A
Intracommunautaire verwerving
B
Intracommunautaire levering
C
Import/invoer
D
Export/uitvoer

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Duitsland verkoopt auto's aan België.
A
Intracommunautaire verwerving
B
Intracommunautaire levering
C
Import/invoer
D
Export/uitvoer

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Hongarije koopt games van Japan
A
Intracommunautaire verwerving
B
Intracommunautaire levering
C
Import/invoer
D
Export/uitvoer

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Hongarije koopt sinaasappelen van Spanje
A
Intracommunautaire verwerving
B
Intracommunautaire levering
C
Import/invoer
D
Export/uitvoer

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


België verkoopt chocolade aan Zwitserland.
A
Intracommunautaire verwerving
B
Intracommunautaire levering
C
Import/invoer
D
Export/uitvoer

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Nederland verkoopt tulpen aan België.
A
Intracommunautaire verwerving
B
Intracommunautaire levering
C
Import/invoer
D
Export/uitvoer

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Portugal koopt specerijen van India.
A
Intracommunautaire verwerving
B
Intracommunautaire levering
C
Import/invoer
D
Export/uitvoer

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Finland koopt tomaten van Italië.
A
Intracommunautaire verwerving
B
Intracommunautaire levering
C
Import/invoer
D
Export/uitvoer

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vormen van internationale handel

Internationale handel = intracommunautaire handel + extracommunautaire handel

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vormen van internationale handel
Intracommunautaire handel = 
internationale handel tussen EU-lidstaten

intracommunautaire verwerving (kopen)
+
intracommunautaire levering (verkopen)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vormen van internationale handel
Extracommunautaire handel = internationale handel buiten de EU

Import/invoer
+
Export/uitvoer

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groepswerk
Groep 1: stellingen verbinden
Groep 2: oefeningen boek p. 7, 8 en 13

daarna wisselen
timer
3:00

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groepswerk
Groep 1: oefeningen boek p. 7, 8 en 13
Groep 2: stellingen verbinden



timer
6:00

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

België als doorvoerland

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

België als doorvoerland
Doorvoerland =
Producten over de hele wereld komen aan in België om naar andere landen getransporteerd te worden. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke zeehavens zijn er in België?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van onderstaand transportmodi zou jij kiezen om producten te transporteren?
Te voet
Fiets
Vrachtwagen
Binnenscheep-vaart
Vliegtuigen
Pijpleidingen
Teleporteren
Bus
Trein
Step

Slide 21 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Computertaak per 2
De haven van Antwerpen is een belangrijke doorvoerhaven voor België. 

Via onderstaande link krijgen we meer informatie over de haven van Antwerpen. 
https://bit.ly/havenvanantwerpen

Je leest best eerst de vragen in je handboek p.10 en gaat dan op zoek naar de antwoorden op de website. Maak gebruik van de inhoudstafel om gericht te zoeken. Je kan ook de sneltoets
CRTL + f gebruiken om een trefwoord te zoeken.





Slide 22 - Tekstslide

Maak een overstap naar de haven van Antwerpen voor de taak (zie volgende slide)
Wat zijn redenen om producten uit te voeren?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn redenen om producten in te voeren?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Redenen om uit te voeren


  • Grotere afzetmarkt = meer winst
  • Productie op grote schaal = schaalvoordelen (goedkoper)

Redenen om in te voeren

  • Binnenlandse markt produceert goederen niet
  • Onvoldoende technische kennis voor de productie 
  • Productie is te duur in eigen land (bv. hoge loonkosten)
  • Ingevoerde producten hebben een betere kwaliteit
  • Land heeft de benodigde grondstoffen niet

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies