Oefenen met Quizlet tekstverbanden & signaalwoorden
Maken opdracht 8 NN online
Lezen in je boek/ werken aan je boekpresentatie
Leesboek moet uit zijn!
presentaties in week 46: 15-19 nov.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolmavo, vwoLeerjaar 2
In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
ma. 1 nov. - 2M3 - 4e uur
Bespreken SO Woordenschat
Hoe leer je voor het gpw?
Herhalen theorie Lezen H1 t/m H3
Oefenen met Quizlet tekstverbanden & signaalwoorden
Maken opdracht 8 NN online
Lezen in je boek/ werken aan je boekpresentatie
Leesboek moet uit zijn!
presentaties in week 46: 15-19 nov.
Slide 1 - Tekstslide
Bespreken FT Woordenschat H1
Slide 2 - Tekstslide
Hoe leer je voor het gpw?
Zorg dat je alle vragen uit deze Lessonup uit je hoofd kunt beantwoorden.
Oefen met de Quizlet.
Maak de opdrachten 5 van elk hoofdstuk opnieuw; kijk ze na met de antwoorden uit je schrift en probeer te snappen waarom jouw antwoord wel of niet goed is.
Vragen? Mail mij.
Slide 3 - Tekstslide
Herhalen theorie
Slide 4 - Tekstslide
Herhalen theorie Lezen H1
Uit welke drie delen bestaat een tekst?
Waar vind je de belangrijkste informatie van een tekst?
Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
Waar vind je de hoofdgedachte van een tekst?
Slide 5 - Tekstslide
Herhalen theorie Lezen H2
Wat wordt er bedoeld met de hoofdzaken van een tekst?
Wat wordt er bedoeld met de bijzaken van een tekst?
Waar vind je de hoofdzaken van een teskt?
Waar vind je de hoofdzaken van een alinea?
Waar vind je (dus) de belangrijkste zin van een alinea?
Wat staat er vóór of ná de belangrijkste zin in de rest van de alinea?
Aan welke woorden kun je zien dat een voorbeeld of uitleg volgt?
Hoe en waarom schrijf je een samenvatting van een tekst?
Slide 6 - Tekstslide
Theorie Lezen H3
Wat doet een signaalwoord in een tekst?
Geef voorbeelden van signaalwoorden.
Welke twee soorten tekstverbanden ken je?
Aan welke signaalwoorden herken je een tegenstellend verband?
Wat zijn de dingen/ zaken van elkaar die worden genoemd in een tt.verb.?
Aan welke signaalwoorden herken je een opsommend verband?
Wat kun je zeggen over de dingen die worden genoemd in een ops.verb.?
Slide 7 - Tekstslide
Theorie Lezen H3
Signaalwoorden geven aan op welke manier de woorden, zinnen en alinea's in een tekst met elkaar samenhangen.
Deze samenhang heet het tekstverband.
Door te letten op tekstverbanden kun je een tekst beter begrijpen.
Slide 8 - Tekstslide
Twee soorten tekstverbanden:
Opsomming/ opsommend verband
Tegenstelling/ tegenstellend verband
Slide 9 - Tekstslide
Tegenstelling/ tegenstellend verband:
maar
hoewel
echter
toch
tegenover
daarentegen
aan de ene kant .... aan de andere kant
--> Zaken die worden genoemd zijn elkaars tegenovergestelde.