Zorg dat je alle vragen uit deze Lessonup uit je hoofd kunt beantwoorden.
Oefen met de Quizlet.
Maak de opdrachten 5 van elk hoofdstuk opnieuw; kijk ze na met de antwoorden uit je schrift en probeer te snappen waarom jouw antwoord wel of niet goed is.
Vragen? Mail mij.
Succes!
Slide 6 - Tekstslide
Samenvatting Lezen H1 t/m H3
Antwoorden op de vragen over H1 en H2 vind je in de groene tekst op blz. 12 en 38 in je boek.
Slide 7 - Tekstslide
Herhalen theorie Lezen H1
Uit welke drie delen bestaat een tekst?
Waar vind je de belangrijkste informatie van een tekst?
Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
Waar vind je de hoofdgedachte van een tekst?
Slide 8 - Tekstslide
Herhalen theorie Lezen H2
Wat wordt er bedoeld met de hoofdzaken van een tekst?
Wat wordt er bedoeld met de bijzaken van een tekst?
Waar vind je de hoofdzaken van een teskt?
Waar vind je de hoofdzaken van een alinea?
Waar vind je (dus) de belangrijkste zin van een alinea?
Wat staat er vóór of ná de belangrijkste zin in de rest van de alinea?
Aan welke woorden kun je zien dat een voorbeeld of uitleg volgt?
Hoe en waarom schrijf je een samenvatting van een tekst?
Slide 9 - Tekstslide
Een samenvatting...
... schrijf je als je een tekst moet onthouden.
... maak je door de belangrijkste zinnen van de alinea's onder elkaar te zetten.
... begin of eindig je met de hoofdgedachte.
... bevat geen lange uitleg of voorbeelden.
Slide 10 - Tekstslide
Theorie Lezen H3
Wat doet een signaalwoord in een tekst?
Geef voorbeelden van signaalwoorden.
Welke twee soorten tekstverbanden ken je?
Aan welke signaalwoorden herken je een tegenstellend verband?
Wat zijn de dingen/ zaken van elkaar die worden genoemd in een tt.verb.?
Aan welke signaalwoorden herken je een opsommend verband?
Wat kun je zeggen over de dingen die worden genoemd in een ops.verb.?
Slide 11 - Tekstslide
Theorie Lezen H3
Signaalwoorden geven aan op welke manier de woorden, zinnen en alinea's in een tekst met elkaar samenhangen.
Deze samenhang heet het tekstverband.
Door te letten op tekstverbanden kun je een tekst beter begrijpen.
Slide 12 - Tekstslide
Twee soorten tekstverbanden:
Opsomming/ opsommend verband
Tegenstelling/ tegenstellend verband
Slide 13 - Tekstslide
Tegenstelling/ tegenstellend verband:
maar
hoewel
echter
toch
tegenover
daarentegen
aan de ene kant .... aan de andere kant
--> Zaken die worden genoemd zijn elkaars tegenovergestelde.