powercollege 2_import & export

HANDEL MET HET BUITENLAND
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

HANDEL MET HET BUITENLAND

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt de volgende begrippen uitleggen:
  • import
  • export

Je kunt de import- en exportquote berekenen.

Je kunt het verschil uitleggen tussen een open en gesloten economie.

Je kunt de redenen voor import & export benoemen

Slide 2 - Tekstslide

Internationale handel
Het kopen van of verkopen aan bedrijven in het buitenland. Internationale handel bestaat dus uit het in- en uitvoeren van goederen en diensten

Slide 3 - Tekstslide

Import



Import: er gaat geld naar het buitenland, we kopen iets.
          
Bijvoorbeeld: We voeren bananen in.
                             Ed Sheeran geeft een concert in de Ziggo Dome.
                             Jullie gaan op schoolreis naar Berlijn.



Slide 4 - Tekstslide

Export
Export: Het buitenland betaalt ons geld, we verkopen iets.

Bijvoorbeeld : Een Nederlands baggerbedrijf baggert in Dubai.
                              Ed Sheeran drinkt Jenevertjes en fiets door Oost.
                              We verkopen Beemsterkaas aan Duitsland.

Slide 5 - Tekstslide

Nederlanders houden graag vakantie in het buitenland. Als ze met een buitenlandse vliegmaatschappij reizen dan is er sprake van:
A
export van goederen.
B
export van diensten.
C
import van goederen.
D
import van diensten.

Slide 6 - Quizvraag

Open of gesloten economie?
Nederland heeft een open economie

Of Nederland naar verhouding veel met het buitenland handelt kun je meten m.b.v. de export- en importquote.

Slide 7 - Tekstslide

Import- en exportquote
Het percentage van de totale importwaarde of exportwaarde ten opzichte van het nationaal inkomen.

Slide 8 - Tekstslide

Nationaal inkomen
De optelsom van alle inkomens uit arbeid en bezit (zoals loon, rente, huur, pacht).

Wat zegt dit? Je kunt pas vergelijken met andere landen als je het inkomen per hoofd van de bevolking weet.


nationaal inkomen : aantal inwoners = inkomen per inwoner

Slide 9 - Tekstslide

Het nationaal inkomen van een land is € 785 miljard. De importwaarde is € 456 miljard. Bereken de importquote.

Slide 10 - Open vraag

In een land is de waarde van de totale uitvoer € 150 miljard. Het nationaal inkomen is € 405 miljard. Bereken de exportquote.

Slide 11 - Open vraag

redenen voor export
Extra omzet ivm grotere afzetmarkt

lagere kosten per product = meer winst 


Slide 12 - Tekstslide

Redenen voor import
  • goedkopere productie in buitenland (lagere lonen)
  • betere kwaliteit
  • niet het geschikte klimaat 

Slide 13 - Tekstslide