grammatica zinsdelen opdrachten bij les 6

Maak de vragen individueel! 
Dit is een goede check of je de stof beheerst.

Lees eerst nog even het stappenplan en de uitwerking door op de volgende 2 slides. 
Maak dan de vragen.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Maak de vragen individueel! 
Dit is een goede check of je de stof beheerst.

Lees eerst nog even het stappenplan en de uitwerking door op de volgende 2 slides. 
Maak dan de vragen.

Slide 1 - Tekstslide

Stappenplan functie bijzin benoemen
Om te bepalen wat de functie is van de bijzin, kun je onderstaande stappen volgen:
1) Bepaal de bijzin
2) Vervang de bijzin door een woord of woordgroep
3) Ontleed deze nieuwe zin
4) De bijzin heeft dezelfde functie als als het woord/woordgroep waardoor je hem hebt vervangen.

Slide 2 - Tekstslide

Stappenplan functie bijzin benoemen
Bijvoorbeeld: Wie niet wil komen, ga ik ook niet vragen.
1) De bijzin is: ‘Wie niet wil komen
2) Deze bijzin kan ik vervangen door bijv. ‘Hem
3) De nieuwe zin is nu: Hem ga ik ook niet vragen. Als je deze nieuwe zin ontleedt, blijkt ‘hem’ een lijdend voorwerp te zijn.
4) De bijzin is dus een lijdendvoorwerpszin (een lv-zin)

Slide 3 - Tekstslide

Geef de structuur aan van onderstaande zin:

Dat zij geen zin heeft, is zeer begrijpelijk.

A
HZ + HZ
B
HZ + BZ
C
BZ + HZ

Slide 4 - Quizvraag

Noteer de functie van de bijzin: Kies uit: ow-zin, lv-zin, mw-zin, bwb-zin.

Dat zij geen zin heeft, is zeer begrijpelijk.

A
ow-zin
B
lv-zin
C
mv-zin
D
bwb-zin

Slide 5 - Quizvraag

Geef de structuur aan van onderstaande zin:

Hij besloot niet te gaan, omdat hij zich niet lekker voelde.
A
HZ + HZ
B
HZ + BZ
C
BZ + HZ

Slide 6 - Quizvraag

Noteer de functie van de bijzin: Kies uit: ow-zin, lv-zin, mw-zin, bwb-zin.

Hij besloot niet te gaan, omdat hij zich niet lekker voelde.

A
ow-zin
B
lv-zin
C
mv-zin
D
bwb-zin

Slide 7 - Quizvraag

Geef de structuur aan van onderstaande zin:

We gaan niet op reis, want het virus waart rond.

A
HZ + HZ
B
HZ + BZ
C
BZ + HZ

Slide 8 - Quizvraag

Geef de structuur aan van onderstaande zin:

Dat hij dat niet kan, weten we al een tijdje.

A
HZ + HZ
B
HZ + BZ
C
BZ + HZ

Slide 9 - Quizvraag

Noteer de functie van de bijzin: Kies uit: ow-zin, lv-zin, mw-zin, bwb-zin.

Dat hij dat niet kan, weten we al een tijdje.

A
ow-zin
B
lv-zin
C
mv-zin
D
bwb-zin

Slide 10 - Quizvraag

Geef de structuur aan van onderstaande zin:

Ik ga nu niet op vakantie, maar ik ga in het najaar.

A
HZ + HZ
B
HZ + BZ
C
BZ + HZ

Slide 11 - Quizvraag

Geef de structuur aan van onderstaande zin:

Aan hen die niet luisteren, vertel ik mijn geheimen niet.

A
HZ + HZ
B
HZ + BZ
C
BZ + HZ

Slide 12 - Quizvraag

Noteer de functie van de bijzin: Kies uit: ow-zin, lv-zin, mw-zin, bwb-zin.

Aan hen die niet luisteren, vertel ik mijn geheimen niet.

A
ow-zin
B
lv-zin
C
mv-zin
D
bwb-zin

Slide 13 - Quizvraag

Wat wil je nu gaan doen?
Het lukt wel, maar ik wil toch nog wat extra oefenen.
Het gaat nog niet zo goed, dus ik vraag de docent om extra uitleg.
Het gaat goed. Ik ga de theorie bestuderen.

Slide 14 - Poll