ACTI les 1 BBL

• Activiteiten
• MBO
• Studiejaar 2

Welke w-vraag ontbreekt er naast ‘wie’, ‘wat’, ‘waar’, ‘wanneer’?

1. Waarom
2. Waardoor
3. Waarmee
4. Waartoe

Wat plaats je in een activiteitenplan?

1. Welke activiteit(en) je komende maand wil gaan doen en waar je op moet letten.
2. Hoe je een activiteit wil gaan doen en waar je op moet letten.
3. Welke activiteiten je tijdens het jaar wil doen en waar je op moet letten.
4. Hoe je een activiteit moet organiseren en wie en/of wat je daarvoor nodig hebt.

Waarom is het van belang om bij baby’s extra rekening te houden met de veiligheid van het speelgoed?

1. Een baby steekt alles in zijn of haar mond.
2. Als het speelgoed te groot is, kan de baby er niet mee spelen.
3. Als het speelgoed te klein is, kan de baby er niet mee spelen.
4. Een baby gooit van alles door de ruimte.

Met welk soort spel stimuleer je de motorische/lichamelijke ontwikkeling?

1. Exploratief spel.
2. Socialisatiespel.
3. Fantasiespel.
4. Bewegingsspel.

Met welk soort spel stimuleer je de motorische en verstandelijke/cognitieve ontwikkeling?

1. Exploratief spel.
2. Constructiespel.
3. Bewegingsspel.
4. Fantasiespel.

Welk ontwikkelingsgebied stimuleer je met socialisatiespel?

1. De sociaal-emotionele ontwikkeling.
2. De cognitieve ontwikkeling.
3. De motorische ontwikkeling.
4. De zintuiglijke ontwikkeling.

Met welk soort activiteiten stimuleer je de sociaal-emotionele ontwikkeling, de motoriek en de taal?

1. Fantasie en spelactiviteiten.
2. Creatieve en expressieve activiteiten.
3. Spel- en sportactiviteiten.
4. Beweeg en creatieve activiteiten.

Vanaf welke leeftijdsgroep gaan kinderen echt dansen?

1. Peuter
2. Kleuter
3. Schoolkind
4. Middelbare school

Waardoor leer je om alles wat je beleeft of wat je ziet op een creatieve manier te uiten en vorm te geven?

1. Beeldende vorming.
2. Dans.
3. Muziek.
4. Toneel en drama.