NN literatuur - introductie literatuur - lezen voor de lijst
Lessen introductie literatuur
Cursus 5: Lezen voor je lijst, blz. 258
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Lessen introductie literatuur
Cursus 5: Lezen voor je lijst, blz. 258
Slide 1 - Tekstslide
Lessen literatuur deze week
Cursus 5: Lezen voor je lijst, blz. 258
Cursus 5: Je leesniveau bepalen, blz. 260
Cursus 5: Leesautobiografie, blz. 262
Slide 2 - Tekstslide
Cursus 5
Lezen voor je lijst
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen inleiding literatuur deze week
Je weet waarom lezen van literatuur belangrijk is;
Je kunt je leesniveau bepalen;
Je kunt een leesautobiografie schrijven.
Vooraf: Inleiding literatuur, wat heb je gedaan in havo 3?
Uitleg: Leesniveaus en leesautobiografie
Samenwerken: Maken opdrachten H13, Lezen voor de lijst, blz. 258
Zelfstandig maken: je leesniveau bepalen, je leesautobiografie schrijven
Afsluiting: inleveren leesautobiografie en leesblog maken.
Slide 4 - Tekstslide
Denkvraag
Je begint deze week met Lezen voor de Lijst, maar wat versta jij eigenlijk onder literatuur? Wat is het verschil tussen literatuur en lectuur?
timer
1:00
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Maak nu de vragen bij H13
Lezen voor de lijst, blz. 258/259
Je mag de vragen in tweetallen maken, schrijf je antwoord in volzinnen en denk daarbij aan spelling en interpunctie.
Slide 7 - Tekstslide
Uitleg Lezen voor de lijst
Beluister dit audiofragment
Slide 8 - Tekstslide
lezenvoordelijst.nl
Slide 9 - Link
Cursus 5
Je leesniveau bepalen
Slide 10 - Tekstslide
Je leesniveau bepalen
Je hebt de vorige les kennis gemaakt met www.lezenvoorjelijst.nl
Kijk in je boek op pagina 260 en bepaal je leesniveau aan de hand van de vragen en het schema.
Slide 11 - Tekstslide
Zoek een boek!
Laat je inspireren op de volgende pagina’s:
- Lees meer Oorlog, blz. 172
- Lees meer Coming of age, blz. 192
- Lees meer Vriendschap, blz. 212
- Lees meer Liefde, blz. 232
- Lees meer Familie, blz. 252
Slide 12 - Tekstslide
Je schrijft je leesautobiografie aan de hand van paragraaf 13.2 op blz. 262 NN Literatuur. Je docent heeft ook een digitale versie van de vragen. De leesautobiografie lever je in op It's Learning en je verwerkt deze ook op je literatuurvlog. Let op: dit is je eerste handelingsdeel van de literatuurdossier.
Slide 13 - Tekstslide
Boek lezen
Je hebt nu kennis gemaakt met 'Lezen voor de lijst'; je hebt je niveau bepaald; je hebt je boek gekozen. Dan is het nu tijd om je boek uit te lezen en hierbij je eerste verslag te maken en je leesvlog bij te werken. Veel plezier!
Slide 14 - Tekstslide
1.0 Literatuur - uitleg
fictie (verzonnen) / non-fictie (waargebeurd)
proza / poëzie
roman
autobiografie
stijl (sober, zakelijk, bloemrijk)
Slide 15 - Tekstslide
les 2: herhalen NN lit. 1.0 - 1.5
herinnering Google Form (opdracht 2 en 3)
bespreken 1.0-1.5
vragen?
Slide 16 - Tekstslide
1.0 - 1.5
Tip: in de classroom staat een link naar een Quizlet met alle begrippen
Slide 17 - Tekstslide
motto
"All of us are guinea pigs in the laboratory of God. Humanity is just a work in progress." - Tennessee Williams
"Cavia's waren eerder in de ruimte dan mensen."- Het Internet
Beide motto's passen goed bij de inhoud en de toon van het boek. De verwarde cavia gaat over een cavia die, in de gewone mensenwereld, leeft en werkt. Er bestaat eigenlijk weinig verschil tussen mens en cavia in het boek.
Slide 18 - Tekstslide
De verwarde cavia
is een boek met scènes uit het kantoorleven van de hoofdpersoon Cavia en haar collega's.
Ze is een kortharige cavia met een kantoorbaan op de afdeling Communicatie. De belangrijkste taak
die Cavia heeft, is het versturen van de nieuwsbrieven of het opstellen van mailings, maar liever haalt ze koffie of roddelt ze met Roy.
kantooravonturen
Slide 19 - Tekstslide
Wat is de stijl van Huff.
A
sober
B
zakelijk
C
bloemrijk
Slide 20 - Quizvraag
1.1 Personages
round character
flat character
type
karikatuur
conflictmodel
Slide 21 - Tekstslide
noem een round character uit Dagen van gras.
Slide 22 - Open vraag
noem een flat character uit Dagen van gras.
Slide 23 - Open vraag
conflictmodel
1. evenwicht
2.conflict
3.ontwikkeling
4.oplossing/nieuw evenwicht
Slide 24 - Tekstslide
conflictmodel
Bespreek in kleine groepjes hoe het conflictmodel van toepassing is op Hersenschimmen
Slide 25 - Tekstslide
conflictmodel
1. evenwicht: Maarten woont in Amerika en wacht op de schoolgaande kinderen.
2.conflict: Maarten weet niet welke dag het is, begint dingen te vergeten.
3.ontwikkeling: Maarten gaat steeds meer vergeten, begrijpt situaties niet meer, maakt dingen stuk.
4.oplossing/nieuw evenwicht: Maarten gaat naar een tehuis waar hij sterft.
Slide 26 - Tekstslide
1.2 Perspectief
ik-perspectief
personaal perspectief (hij/zij)
alwetende verteller
onbetrouwbaar perspectief
wisselend perspectief
Slide 27 - Tekstslide
1.2 Perspectief
ik-perspectief (alles gezien vanuit de ik-persoon)
personaal perspectief (alles gezien vanuit de hij-persoon)
alwetende verteller (de schrijver weet alles over iedereen)
onbetrouwbaar perspectief
(de verteller liegt, gebruikt drugs of vergeet dingen)
wisselend perspectief (de verschillende vertellers worden afgewisseld)
Slide 28 - Tekstslide
Welk perspectief?
De Aanslag
Ver, ver weg in de tweede wereldoorlog woonde een zekere Anton Steenwijk met zijn ouders en zijn broer aan de rand van Haarlem. Aan een kade, die over een lengte van honderd meter langs het water liep en dan met een flauwe bocht weer een gewone straat werd, stonden vier huizen niet ver van elkaar.
Slide 29 - Tekstslide
van welk perspectief is sprake?
A
ik-perspectief
B
personaal perspectief (hij/zij)
C
alwetende verteller
Slide 30 - Quizvraag
Welk perspectief?
Een nagelaten bekentenis
Mijn vrouw is dood en al begraven.
Ik ben alleen in huis, alleen met de twee meiden.
Dus ben ik weer vrij; maar wat baat me nu die vrijheid?
Ten naastenbij kan ik krijgen, wat ik sinds twintig jaar - ik ben vijf en dertig -
verlangd heb; maar thans durf ik 't niet nemen en zoo heel veel zou ik er toch niet meer van genieten.
Slide 31 - Tekstslide
van welk perspectief is sprake?
A
ik-perspectief
B
personaal perspectief (hij/zij)
C
alwetende verteller
Slide 32 - Quizvraag
Welk perspectief?
Een bord spaghetti
Muller was hinderlijk keurig. Hij zag er altijd uit of hij zojuist van de stomerij kwam, broek vlekkeloos in de plooi, regenjas opgesteven, blauwe blazer ongekreukt en zijn lippen in een glimlach geperst. Niemand mocht zich aan hem storen. Hij wilde een onberispelijke indruk maken. Muller was beleefd, hij knikte altijd begrijpend als een ander wat betoogde, ja als het ja moest zijn, soms nee. Een vertegenwoordiger mag nooit opvallen, vond hij. Vaak wisten de mensen met wie hij onderweg te maken had, niet eens of hij komen moest of al was langs geweest.
Slide 33 - Tekstslide
van welk perspectief is sprake?
A
ik-perspectief
B
personaal perspectief (hij/zij)
C
alwetende verteller
Slide 34 - Quizvraag
Welk perspectief?
Een bord spaghetti
Muller was hinderlijk keurig. Hij zag er altijd uit of hij zojuist van de stomerij kwam, broek vlekkeloos in de plooi, regenjas opgesteven, blauwe blazer ongekreukt en zijn lippen in een glimlach geperst. Niemand mocht zich aan hem storen. Hij wilde een onberispelijke indruk maken. Muller was beleefd, hij knikte altijd begrijpend als een ander wat betoogde, ja als het ja moest zijn, soms nee. Een vertegenwoordiger mag nooit opvallen, vond hij. Vaak wisten de mensen met wie hij onderweg te maken had, niet eens of hij komen moest of al was langs geweest.
Slide 35 - Tekstslide
Welk perspectief?
Noodlot
De handen in de zakken, den kraag van zijn pels op, ging Frank door het stuiven der sneeuw voort, langs den eenzamen Adelaïde-Road, in den avond. Toen hij het villa-tje naderde, waar hij woonde, - White-Rose, geheel gedoken, gedompeld, verzonken in de blankheid der sneeuw, als een nestje in watten, - zag hij iemand op zich afkomen, van Primrose Hill. Hij richtte zijn blik vast op het gelaat van den man, die hem blijkbaar wilde aanspreken; niet wetende wat deze in zijn schild voerde in dien eenzamen sneeuwnacht, en hij was zeer verbaasd, toen hij, in het Hollandsch, hoorde: - Neemt u me niet kwalijk... is u niet meneer Westhove? - Ja, antwoordde Frank. Wie is u? Wat is er? - Ik ben Robert van Maeren, misschien herinnert u zich... - Bertie, jij? riep Frank uit. Hoe kom je hier in Londen!
Slide 36 - Tekstslide
van welk perspectief is sprake?
A
ik-perspectief
B
personaal perspectief (hij/zij)
C
alwetende verteller
Slide 37 - Quizvraag
1.3 Setting en ruimte
setting (pto)
ruimte
Slide 38 - Tekstslide
huiswerkopdracht
omschrijf de Setting en Ruimte van zowel
Dagen van Gras als van Hersenschimmen.
Slide 39 - Tekstslide
1.4 Tijd
spanning
vertelheden
flashback
a-chronologie
alwetende verteller
vooruitwijzing
vertraging
open plek
cliffhanger
Slide 40 - Tekstslide
1.4 Tijd: spanning
Hoe kun je spanning opbouwen?
Door te spelen met tijd (flashback/-forward)
Door een alwetende verteller
Door te vertragen
Door open plekken toe te voegen
Door middel van een cliffhanger
Slide 41 - Tekstslide
welke tijdsvolgorde heeft 'dagen van gras'?
A
chronologische volgorde
B
a-chronologische volgorde
Slide 42 - Quizvraag
welke volgorde heeft 'hersenschimmen'?
A
chronologische volgorde
B
a-chronologische volgorde
Slide 43 - Quizvraag
1.5 Thema's en motieven
verhaalmotief
concreet motief
abstract motief
thema
Slide 44 - Tekstslide
wat is het thema uit 'dagen van gras'?
Slide 45 - Open vraag
noem een motief uit 'dagen van gras'?
Slide 46 - Woordweb
wat is het thema van 'hersenschimmen'?
Slide 47 - Open vraag
noem een motief uit 'hersenschimmen'?
Slide 48 - Woordweb
dit was de samenvatting
Hebben jullie nog vragen?
Zo ja, zet je microfoon even aan.
Slide 49 - Tekstslide
huiswerk voor dinsdag
maak opdracht 2 en 3 via het google form (zie mail)