Woordsoorten

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Woordenschat

Nakijken blz. 140

Woordsoorten

- werkwoord (ww)

- lidwoord (lw)

- zelfstandig naamwoord (zn)

- bijvoeglijk naamwoord (bn)

- voorzetsel (vz)

Wat is een werkwoord?

Werkwoord (ww)

- zegt wat iets of iemand doet of overkomt

- kan in verschillende vormen voorkomen

loop / loopt / lopen / liep / liepen / gelopen

Wat is een lidwoord?

Lidwoord (lw)

de

het

een

Wat is een zelfstandig naamwoord?

Zelfstandig naamwoord (zn)

- kun je vaak een lidwoord voor zetten

- namen

fiets, Hengelo, fietsbelletje, gebeurtenissen

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Bijvoeglijk naamwoord (bn)

- vertelt iets over het zelfstandig naamwoord

de rode auto

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord:

- zegt waarvan iets gemaakt is

de zilveren ring

Wat is een voorzetsel?

Voorzetsel (vz)

- kastwoorden (plaats)

in, op, etc.

- feestwoorden (tijd)

na, tijdens, etc.

Marieke kwam vrijdag met paars haar op school.

1. bn - zn - lw
2. bn - zn - vz
3. zn - bn - lw
4. zn - bn - vz

Veel mensen kopen langspeelpla-ten, maar ik vind ze ouderwets.

1. zn - ww - bn
2. zn - ww - zn
3. ww - zn - bn
4. ww - zn - zn

In mijn zijden bloesje zit een scheur.

1. lw - bn - zn
2. vz - sbn - zn
3. vz - bn - zn
4. lw - sbn - zn

Aan de slag

Maak het werkblad!