6.4 klas 4

6.4: Nederland en Europa
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

6.4: Nederland en Europa

Slide 1 - Tekstslide

Franse president en Duitse bondskanselier, 1984

Slide 2 - Tekstslide

EGKS
Europese samenwerking na Tweede Wereldoorlog:
1951: Oprichting EGKS (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal) --> regels maken voor kolen- en staalindustrie.
Einde maken aan vijandschap tussen Frankrijk en Duitsland
Ook economisch voordeel; goedkoop aan kolen komen. 
6 landen: Nederland, België, Luxemburg, Duitsland, Frankrijk en Italië.  

Slide 3 - Tekstslide

EEG
1958: Samenwerking wordt uitgebreid: EEG
Europese Economische Gemeenschap. 
Later gaan EGKS en EEG samen in de EG (Economische gemeenschap) 

Vrije handel tussen landen die lid waren --> producten mochten de grens over zonder belasting te betalen. 

Europese samenwerking bleek goed voor de welvaart. 
Steeds meer landen wilden lid worden!

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

De Europese Unie
1993: Oprichting Europese Unie.
Samenwerking en eenheid!

Inwoners werden Europese burgers. 
- Iedereen dezelfde rechten.
- Iedereen mocht wonen en werken waar ze wilden. 
- Europese regels over voedsel, werktijden, veiligheid en milieu.


Slide 6 - Tekstslide

Europese Unie
Grenscontroles werden afgeschaft.
Sinds 1995 ook geen paspoort meer laten zien bij grens.

2002: Invoering Euro. Bijna alle landen deden mee.

Aantal lidstaten nam flink toe na 1993 --> kaartje!

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Dagelijks leven
EU krijgt steeds meer invloed op dagelijks leven van de burgers.
- We betalen allemaal met de euro.
- EU stelt veel regels vast; kosten bellen naar buitenland, regels voor gezond voedsel.
- EU burgers mogen overal wonen en werken; veel Oost-Europese arbeiders werken in Nederland. 

Voordeel?
Nadeel? 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Bestuur van Europa
Europees parlement
- Om de 5 jaar gekozen
   (door burgers van de EU)
- Moet wetten goedkeuren
- Mag wetsvoorstellen wijzigen
  (recht van amendement)

Slide 11 - Tekstslide

Bestuur van Europa
Raad van ministers:
- Zij keuren wetten goed of af.
- Bestaat uit ministers van de EU landen

- Welke minister meedoet is 
  afhankelijk van het onderwerp. 


Slide 12 - Tekstslide

Bestuur van Europa
Europese commissie. 
- Dagelijks bestuur van de EU
- Zit in Brussel (België) 
- Geeft leiding aan Europese ambtenaren
- Maakt wetsvoorstellen --> daarna ingediend bij Europees parlement en raad van ministers.
- Europees parlement controleert de Europese commissie. 

Slide 13 - Tekstslide

Meer of minder EU?
Altijd veel discussie over toekomst EU. 
Juist meer of minder Europese eenwording?

Voorstanders: samenwerking is belangrijk!
De EU moet net als de VS worden: Een '' Verenigde Staten van Europa'' 

Tegenstanders: Nederland raakt zelfstandigheid kwijt!
-Nederland is autonomie verloren:  de EU is een superstaat die alles bepaalt.
- Europa moet weer een verzameling zelfstandige staten worden. 

Slide 14 - Tekstslide

Democratisch tekort
Europees parlement heeft steeds meer te zeggen gekregen.
Bij Europese verkiezingen komen maar weinig mensen opdagen. 2014 maar 40%. 

Veel mensen weten weinig van wat er in Europa gebeurt.
Veel mensen kennen geen Europese politici.
Veel mensen hebben het gevoel dat ze niks in te brengen hebben.
--> Democratisch tekort! 
Veel Europeanen voelen zich niet verbonden met andere Europeanen. 


Slide 15 - Tekstslide