Grammatica 3.2

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 4

Grammatica 3.2

Lesplanning

• Herhaling persoonsvorm t.t.
• Persoonsvorm v.t.
• Zelf aan de slag met 3.2 

Persoonsvorm in de t.t.

De gemeente (subsidiëren)
het nieuwe project.

1. subsidieert
2. subsidieerd

Ik (beantwoorden) die mail vandaag

1. beantwoord
2. beantwoordt

Persoonsvorm in de verleden tijd (vt)

Persoonsvorm in de verleden tijd (vt)

Wat is het verschil tussen STERKE en ZWAKKE werkwoorden?

ZWAKKE

werkwoorden

de klank blijft in de verleden tijd hetzelfde

Zwakke werkwoorden

spelen - ik speel - ik speelde

rennen - ik ren - ik rende

werken- ik werk- ik werkte

Er komt dus 'de' of 'te' achter.

STERKE

werkwoorden

heeft de KRACHT om in de verleden tijd te veranderen

VOORBEELD

STERKE WERKWOORDEN

kopen - ik koop - ik kocht

lopen - ik loop - ik liep

geven - ik geef - ik gaf

kruipen - ik kruip - ik kroop

Is
BIJTEN
een zwak werkwoord?

1. ja
2. nee

Is
SCHRIKKEN
een zwak werkwoord?

1. ja
2. nee

't ex kofschip

Soms is het niet duidelijk of er -te(n) of +de(n) toegevoegd moet worden, je kunt dan het 't ex kofschip gebruiken.

Bv: is het verhuisde of verhuiste? 

't ex kofschip

Dus: zit de laatste letter van de ik-vorm/stam in het 't ex kofschip?

Dan schrijf je te(n). Anders schrijf je de(n).

Hij (verhuizen) de spullen naar het magazijn.

1. Haal 'en' van het hele werkwoord af verhuiz

2. Zit de z in het t, x, k, f, s, c, h of p? 

     Nee -> 'de' achter de ik-vorm

3. Ik-vorm/stam: verhuisde

VT - Herman en zijn vriendin
(reizen) vorig jaar naar Indonesië.

1. reizden
2. reisde
3. reisden
4. reizde

MAKEN
VT - De toeschouwers
(juichen) toen de zanger zijn nieuwe album

1. juichten
2. juichden
3. juichte
4. juichde

VT - De leerling-kok
(braden) het vlees.

1. brade
2. braadde
3. braade
4. bradde

VT - De chef-kok (bereiden) een heerlijke maaltijd

1. bereide
2. bereidde

Aan de slag

• Maak opdracht 3.2
• Klaar? Maak opdracht 3.1 af of ga verder met 3.3