In het middenstuk gebruik je voor elk argument een alinea. In de eerste zin van elke alinea noteer je je argument. Ga dan door op dezelfde regel en geef voorbeelden of een uitleg bij je argument. Je tekst wordt duidelijker als je in de eerste zin van een alinea een signaalwoord gebruikt, zoals: ook, ten tweede, bovendien. Door ook tegenargumenten en weerleggingen in je middenstuk te gebruiken, versterk je je standpunt en je argumenten.