Les 2 schrijfdossier

Makali
Levi
Danny
Niels
Lindsey
Zion
Kaan
Romano
Quigley
Bjorn
Ryan
Arda
Vishesh
Aiden
Seppe
Esperanza
Jayden
Java
Lisa
Marco
Devyn
DOCENT ACHTER

Neem rustig plaats op je vaste plek.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Makali
Levi
Danny
Niels
Lindsey
Zion
Kaan
Romano
Quigley
Bjorn
Ryan
Arda
Vishesh
Aiden
Seppe
Esperanza
Jayden
Java
Lisa
Marco
Devyn
DOCENT ACHTER

Neem rustig plaats op je vaste plek.

Slide 1 - Tekstslide

Welkom bij Nederlands
Op tafel:
Lesboek pen
Geen laptop!
Geen:
  • eten/drinken
  • jassen in de klas
  • kauwgom

timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag

  • instructie
  • zelfstandig werken
  • evaluatie - nog niet opruimen!
  • opruimen

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind van de les kan ik:
  • de structuur van een overtuigende tekst herkennen.
  • standpunt en argumenten herkennen.
  • een betoog schrijven.

Slide 4 - Tekstslide

Instructie
Wat is een betoog?

  • Een overtuigende tekst
  • Als je iemand wilt overtuigen van jouw standpunt (mening), dan kun je een tekst schrijven waarin je je standpunt verduidelijkt met argumenten en uitleg. Wanneer je weet hoe je zelf een betoog schrijft, dan kun je ook overtuigende teksten van anderen herkennen. Overtuigen is een van de schrijfdoelen.

Slide 5 - Tekstslide

Instructie
Een veelgebruikte manier om een betogende tekst te schrijven, is om eerst aan te geven wat je vindt: je mening
Daarna leg je uit waarom je de mening hebt. Dit doe je met argumenten. Als laatste sluit je af met een conclusie door kort te herhalen wat je eerder hebt gezegd.

Slide 6 - Tekstslide

Instructie
Ook kun je tegenargumenten gebruiken om je publiek te overtuigen.
Tegenargumenten zijn argumenten die tegenstanders kunnen hebben. Bijvoorbeeld:
De school wil gelukslessen voor alle leerlingen verplicht stellen, want de lessen helpen je gelukkig ‘te worden’. Ik vind die verplichting onzin, want ik ben al heel gelukkig met wie ik ben en wat ik heb.

Slide 7 - Tekstslide

Instructie
Om je eigen argumenten te versterken en die van een ander af te zwakken, kun je een weerlegging gebruiken. Het weerleggen van argumenten betekent dat je aantoont dat de argumenten van de tegenstanders niet kloppen. Bijvoorbeeld: De school wil gelukslessen verplicht stellen, want de lessen helpen je gelukkig te worden. Dat is complete waanzin, omdat je tijdens de lessen leert dat ‘ongewenste verplichtingen’ je ongelukkig maken.

Slide 8 - Tekstslide

Toepassing
Hoe ga je een betoog schrijven?
Een betoog bestaat uit een inleiding, middenstuk en slot.

In de inleiding geef je kort je mening over het onderwerp. Gebruik daarbij woorden als: Ik vind …, Ik denk …, Volgens mij …, Ik ben van mening …

Slide 9 - Tekstslide

Toepassing
In het middenstuk gebruik je voor elk argument een alinea. In de eerste zin van elke alinea noteer je je argument. Ga dan door op dezelfde regel en geef voorbeelden of een uitleg bij je argument. Je tekst wordt duidelijker als je in de eerste zin van een alinea een signaalwoord gebruikt, zoals: ook, ten tweede, bovendien. Door ook tegenargumenten en weerleggingen in je middenstuk te gebruiken, versterk je je standpunt en je argumenten.

Slide 10 - Tekstslide

Toepassing
In het slot schrijf je je conclusie. Vaak herhaal je in de conclusie kort je mening en je argumenten. Gebruik in het slot een signaalwoord voor conclusie, zoals: dus, kortom, dat betekent.

Slide 11 - Tekstslide

Toepassing
Deze les gaan jullie naar Thema A - paragraaf 2. Jullie hebben voor het einde van de les de opdrachten 1 en 2 helemaal af. 
Huiswerk volgt bij de evaluatie.

Slide 12 - Tekstslide

Evaluatie
'Aan het eind van de les kan ik teksten lezen en op basis daarvan een mening vormen over geluk.' Dit was het lesdoel. 
Heb jij dit doel behaald? Wat is jouw mening over geluk?

Huiswerk: Alle opdrachten van thema A - paragraaf 2 helemaal af. IN HET BOEK!!!

Slide 13 - Tekstslide

Fijn weekend!

Slide 14 - Tekstslide