Nederlands

Hoi!
De uitleg van alle stof voor Nederlands zit in de PowerPoint.
Hier zitten alleen de vragen
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoi!
De uitleg van alle stof voor Nederlands zit in de PowerPoint.
Hier zitten alleen de vragen

Slide 1 - Tekstslide

Quiz
succes!

Slide 2 - Tekstslide

De hoofdstad van Duitsland is Berlijn. Je hebt daar Krakelingen.
GOED
FOUT

Slide 3 - Sleepvraag

Jason is mijn liefste vriend.
GOED
FOUT

Slide 4 - Sleepvraag

In Nederland is het nu Zomer.
GOED
FOUT

Slide 5 - Sleepvraag

Tijdens Pasen zoeken de kinderen naar eieren.
GOED
FOUT

Slide 6 - Sleepvraag

Een komma gebruik je voor een pauze in een zin.
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Een uitroepteken zet je wanneer de zin stopt.
A
Nee
B
Ja

Slide 8 - Quizvraag

Een vraagteken zet je als je iets wil benadrukken.
A
Nee
B
Ja

Slide 9 - Quizvraag

Een punt zet je voor een normale zin
A
Ja
B
Nee
C
Soms

Slide 10 - Quizvraag

Klopt de zin met alle leestekens?
Wanneer kom jij naar de voorstelling?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Klopt de zin met alle leestekens?
Vandaag gaan we op stap, omdat ik jarig ben.
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

klopt de zin met alle leestekens?
Hoera, Nederland heeft de WK gewonnen.
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

Schrijf het meervoudsvorm van ‘museum’ (als er meerdere mv zijn gebruik dan een -) kijk het antwoord zelf na

Slide 14 - Open vraag

Schrijf het meervoudsvorm van ‘blad’ (als er meerdere mv zijn gebruik dan een -) kijk het antwoord zelf na

Slide 15 - Open vraag

Schrijf het meervoudsvorm van ‘fantasie’ (als er meerdere mv zijn gebruik dan een -) kijk het antwoord zelf na

Slide 16 - Open vraag

Schrijf het meervoudsvorm van ‘portier’ (als er meerdere mv zijn gebruik dan een -) kijk het antwoord zelf na

Slide 17 - Open vraag

Schrijf het meervoudsvorm van ‘handvat’ (als er meerdere mv zijn gebruik dan een -) kijk het antwoord zelf na

Slide 18 - Open vraag

vul het meervoudsvorm in op -en
abrikoos

Slide 19 - Open vraag

vul het meervoudsvorm in op -en
giraf

Slide 20 - Open vraag

vul het meervoudsvorm in op -en
kaasschaaf

Slide 21 - Open vraag

vul het meervoudsvorm in op -en
bosbes

Slide 22 - Open vraag

vul het meervoudsvorm in op -en
angsthaas

Slide 23 - Open vraag

vul het meervoudsvorm in op -en
ananas

Slide 24 - Open vraag

schrijf het meervoudsvorm in met -s
Bureau

Slide 25 - Open vraag

schrijf het meervoudsvorm in met -s
Kangoeroe 🦘

Slide 26 - Open vraag

schrijf het meervoudsvorm in met -s
kilo

Slide 27 - Open vraag

schrijf het meervoudsvorm in met -s
extra

Slide 28 - Open vraag

schrijf het meervoudsvorm in met -s
neusspray

Slide 29 - Open vraag

schrijf het bijvoeglijk naamwoord op
peperduur

Slide 30 - Open vraag

schrijf het bijvoeglijk naamwoord op
Potentieel

Slide 31 - Open vraag

schrijf het bijvoeglijk naamwoord op
snel

Slide 32 - Open vraag

schrijf het bijvoeglijk naamwoord op
recent

Slide 33 - Open vraag

schrijf het bijvoeglijk naamwoord op
zilver

Slide 34 - Open vraag

Einde
veel succes met het leren verder!
gebruik de bestanden bij it's learning

Slide 35 - Tekstslide