Herhaling H5 - 3H -§1/§2

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen emigratie en immigratie?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Pushfactor
Pullfactor
Minder kans op natuurrampen
Voldoende werkgelegenheid
Droogte
Oorlog
Armoede
Familie en vrienden

Slide 5 - Sleepvraag

Slide 6 - Tekstslide

Welke 4 groepen migranten zijn er?

Slide 7 - Woordweb

Wat is het verschil tussen gezinsvorming en gezinshereniging?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Bekijk het plaatje. Welke uitspraak is juist?
I. In het buitenland geboren New Yorkers wonen gelijkmatig verspreid over de stad.
II. In het buitenland geboren New Yorkers wonen (op basis van achtergrond) in bepaalde delen van de stad.
A
I
B
II

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Waarom is juist de lijn van migranten die asiel aanvragen het meest wisselend?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Bekijk de leerdoelen, beheers je ze allemaal?
1. Welke soorten migratie en migratieredenen zijn er?
2. Waarom leidt economische groei en ontwikkeling in arme landen vaak tot meer emigratie?
Ja, deze vragen kan ik zonder in mijn boek te kijken beantwoorden
Ik kan de vragen beantwoorden, maar ik heb nog moeite met het juist formuleren van een antwoord bij vragen.
Ik moet in mijn boek kijken om de vragen te kunnen beantwoorden, maar ik weet wel waar de vragen over gaan
Ik weet niet waar de vragen over gaan en moet nog veel aandacht besteden aan deze paragraaf

Slide 15 - Poll

Video & Kijkvragen 
  • Video - Americanos in de klas - Geweld en Migratie in Guatamala

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Tekstslide

Sleep de juiste fases naar de juiste plek in het model. 
Men wil wel, maar kan niet
Men wil wel en kan ook
Men kan nog wel, maar wil niet meer
Beperkte migratie
Migratiepiek
Afnemende migratie en retourmigratie

Slide 19 - Sleepvraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Bekijk de kaart. Welke twee uitspraken over internationale migratie worden hier bevestigd?

1 De meeste migratie is binnenlandse migratie.
2 De meeste migratie is buitenlandse migratie.
3 Internationale migratie is vaak gericht op buurlanden.
4 Internationale migratie is vaak gericht op andere
werelddelen.

A
1 en 4
B
1 en 3
C
2 en 4
D
2 en 3

Slide 22 - Quizvraag

Noem een voordeel en een nadeel van geldzendingen voor het herkomstland

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide

Bekijk de leerdoelen, beheers je ze allemaal?
1. Welke soorten migratie en migratieredenen zijn er?
2. Waarom leidt economische groei en ontwikkeling in arme landen vaak tot meer emigratie?
3. Wat zijn de gevolgen van migratie in herkomstgebieden?
4. Waarom hangt migratie af van aspiraties en mogelijkheden?
5. Kan je het apiraties en mogelijkheden model zelf invullen?


Ja, deze vragen kan ik zonder in mijn boek te kijken beantwoorden
Ik kan de vragen beantwoorden, maar ik heb nog moeite met het juist formuleren van een antwoord bij vragen.
Ik kan de vragen beantwoorden, maar als ik een bron of een plaatje moet uitleggen gaat dat nog niet soepel.
Ik moet in mijn boek kijken om de vragen te kunnen beantwoorden, maar ik weet wel waar de vragen over gaan
Ik weet niet waar de vragen over gaan en moet nog veel aandacht besteden aan deze paragraaf

Slide 25 - Poll

Wat ga je nu doen?
Opties:
  • Woordweb / Mindmap maken
  • Samenvatting maken
  • Leerdoelen (vragen) uitschrijven
  • Herhalings- / verdiepingsopgaven maken > WB Blz 102-105
  • Begrippen oefenen
  • Oefentoets maken (methode online)

Slide 26 - Tekstslide