Hoofdstuk 5 paragraaf 3 Postindustrieel Nederland

5.3 Postindustrieel Nederland
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

5.3 Postindustrieel Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Hoeveel zetels heeft de tweede kamer?
A
100 zetels
B
120 zetels
C
150 zetels
D
170 zetels

Slide 2 - Quizvraag

Hoe wordt de Eerste Kamer gekozen?
A
Door het volk
B
Door de Tweede Kamer
C
Door de gemeente
D
Door de provinciale staten

Slide 3 - Quizvraag

Wie vormen de regering?
A
Het kabinet
B
De ministers en staatssecretarissen
C
De ministers en de koning
D
De koning en de Tweede kamer

Slide 4 - Quizvraag

Bij welke instantie hoort de commissaris van de koning?
A
Provinciale staten
B
Gemeenteraad
C
Tweede Kamer
D
Eerste Kamer

Slide 5 - Quizvraag

Welke weg legt een nieuwe wet af?
A
Tweede Kamer, Eerste Kamer, Provinciale staten
B
Eerste Kamer, Tweede Kamer
C
Tweede Kamer, Koning, Eerste Kamer
D
Tweede Kamer, Eerste Kamer, koning

Slide 6 - Quizvraag

Leerdoelen
  • Hoe de economie zich ontwikkelde vanaf 1973
  • Hoe de verzorgingsstaat werd beperkt
  • Hoe de samenleving invloed had op de politiek
  • Wat in 1983 werd gewijzigd in de grondwet

Kenmerkende aspect: Sociaal-culturele veranderingen en toenemende pluriformiteit vanaf de jaren 1960

Slide 7 - Tekstslide

Postindustriële samenleving
Vanaf 1973 einde aan de economische bloeiperiode, oorzaken:
  • Oliecrisis
  • Stijging loonkosten
  • Stijging uitkeringen
  • inflatie en daling koopkracht
  • Automatisering, mensen worden vervangen door machines

Slide 8 - Tekstslide

Postindustriële samenleving
Samenleving waarin de dienstensector belangrijker is geworden dan de industriesector

Slide 9 - Tekstslide

Informatiemaatschappij
1990: opkomst computers en telefoons.
Mensen konden sneller informatie uitwisselen voor werk en prive.
ICT werd steeds belangrijker

Slide 10 - Tekstslide

Beperking van de verzorgingsstaat
WAO werd misbruikt door werkgevers en werknemers
Veel mensen waren niet echt arbeidsongeschikt
Ondanks protest op WAO bezuinigd en herkeuringen werden strenger
participatiesamenleving: Iedereen die dat kan, wordt gevraagd verantwoordelijkheid te nemen voor zijn leven en omgeving

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Politiek 1990
Samenleving was conservatief geworden
Wilde terug naar de gemeenschap van 1950 waar iedereen min of meer gelijk was
Uitkeringen vergrootte de ongelijkheid en waren ontevreden over de zorg van het gewone volk

Slide 13 - Tekstslide

Populisme
Nieuwe politieke stroming
Zeiden de stem van het volk te belichamen en zich af te zetten tegen de heersende elite.
Pim Fortuyn
Begin versnippering politiek

Slide 14 - Tekstslide

Grondwet 1848
Grondwet herschreven waarbij de Tweede Kamer verantwoordelijk werd voor het beleid in Nederland.
Klassieke grondrechten in opgenomen zoals vrijheid van meningsuiting.
Open samenleving waarin mensen openstaan voor kritiek en nieuwe ideeën

Slide 15 - Tekstslide

Wijziging grondwet 1983
Toevoeging artikel 1: 'Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.'

Slide 16 - Tekstslide

Nederland werd socialer
  • Discriminatie werd verboden
  • Vrijheid van meningsuiting kreeg hiermee een grens
  • Uitbreiding met sociale grondrechten: de overheid probeert het welzijn van de burgers te bevorderen. Voorbeelden: Recht op onderwijs, werk, gezondheidszorg.

Slide 17 - Tekstslide