In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
5.3 Postindustrieel Nederland
Slide 1 - Tekstslide
Hoeveel zetels heeft de tweede kamer?
A
100 zetels
B
120 zetels
C
150 zetels
D
170 zetels
Slide 2 - Quizvraag
Hoe wordt de Eerste Kamer gekozen?
A
Door het volk
B
Door de Tweede Kamer
C
Door de gemeente
D
Door de provinciale staten
Slide 3 - Quizvraag
Wie vormen de regering?
A
Het kabinet
B
De ministers en staatssecretarissen
C
De ministers en de koning
D
De koning en de Tweede kamer
Slide 4 - Quizvraag
Bij welke instantie hoort de commissaris van de koning?
A
Provinciale staten
B
Gemeenteraad
C
Tweede Kamer
D
Eerste Kamer
Slide 5 - Quizvraag
Welke weg legt een nieuwe wet af?
A
Tweede Kamer, Eerste Kamer, Provinciale staten
B
Eerste Kamer, Tweede Kamer
C
Tweede Kamer, Koning, Eerste Kamer
D
Tweede Kamer, Eerste Kamer, koning
Slide 6 - Quizvraag
Leerdoelen
Hoe de economie zich ontwikkelde vanaf 1973
Hoe de verzorgingsstaat werd beperkt
Hoe de samenleving invloed had op de politiek
Wat in 1983 werd gewijzigd in de grondwet
Kenmerkende aspect: Sociaal-culturele veranderingen en toenemende pluriformiteit vanaf de jaren 1960
Slide 7 - Tekstslide
Postindustriële samenleving
Vanaf 1973 einde aan de economische bloeiperiode, oorzaken:
Oliecrisis
Stijging loonkosten
Stijging uitkeringen
inflatie en daling koopkracht
Automatisering, mensen worden vervangen door machines
Slide 8 - Tekstslide
Postindustriële samenleving
Samenleving waarin de dienstensector belangrijker is geworden dan de industriesector
Slide 9 - Tekstslide
Informatiemaatschappij
1990: opkomst computers en telefoons.
Mensen konden sneller informatie uitwisselen voor werk en prive.
ICT werd steeds belangrijker
Het was nog niet direct populair
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Beperking van de verzorgingsstaat
WAO werd misbruikt door werkgevers en werknemers
Veel mensen waren niet echt arbeidsongeschikt
Ondanks protest op WAO bezuinigd en herkeuringen werden strenger
participatiesamenleving: Iedereen die dat kan, wordt gevraagd verantwoordelijkheid te nemen voor zijn leven en omgeving
Slide 12 - Tekstslide
Politiek 1990
Samenleving was conservatief geworden
Wilde terug naar de gemeenschap van 1950 waar iedereen min of meer gelijk was
Uitkeringen vergrootte de ongelijkheid en waren ontevreden over de zorg van het gewone volk
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Populisme
Nieuwe politieke stroming
Zeiden de stem van het volk te belichamen en zich af te zetten tegen de heersende elite.
Pim Fortuyn
Begin versnippering politiek
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Slide 18 - Video
Grondwet 1848
Grondwet herschreven waarbij de Tweede Kamer verantwoordelijk werd voor het beleid in Nederland.
Klassieke grondrechten in opgenomen zoals vrijheid van meningsuiting.
Open samenleving waarin mensen openstaan voor kritiek en nieuwe ideeën
Slide 19 - Tekstslide
Wijziging grondwet 1983
Toevoeging artikel 1: 'Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.'
Slide 20 - Tekstslide
Nederland werd socialer
Discriminatie werd verboden
Vrijheid van meningsuiting kreeg hiermee een grens
Uitbreiding met sociale grondrechten: de overheid probeert het welzijn van de burgers te bevorderen. Voorbeelden: Recht op onderwijs, werk, gezondheidszorg.