quiz herhalingsles balans 2

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

quiz herhalingsles balans 2

inhoud

• coderen en veranderingen in de balans
• boekingsdocumenten, regels en stempel 

Wie heeft er op rekening gekocht?

1. debiteuren
2. crediteuren

Goederen inkopen om ze voor eigen gebruik te gebruiken in het bedrijf. Valt onder welke post?

1. 7000 voorraad goederen
2. 0200 inventaris
3. 0100 gebouwen
4. 1300 debiteuren

Waar of niet waar.

De debiteuren staan op de creditzijde

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar.

de rekening te vorderen ob is een bezit

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar.

Door de contante inkoop veranderd de rekening debiteur op balans.

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar.

Een financiële feit zijn gebeurtenissen in een bedrijf die te maken heeft met geld.

1. Waar
2. Niet waar

Een rekening (nota) die je krijgt van een klant heet:

1. Een inkoopfactuur
2. Een verkoopfactuur

Een rekening (nota) die je krijgt van een leverancier heet:

1. Een inkoopfactuur
2. Een verkoopfactuur

Waar of niet waar?
Een lening afsluiten is als het bedrijf het geleende bedrag terug betaald.

1. Waar
2. Niet waar

Als een lening word afgelost word de schuld ........

1. Meer
2. Minder

Het verwerken van een boekingstempel heet:............

1. aanpassen
2. overboeken
3. coderen
4. veranderen

In welke rubriek vind je de liquide middelen?

1. in rubriek 0
2. in rubriek 1
3. in rubriek 4
4. in rubriek 7

In welke rubriek vind je de vaste activa?

1. in rubriek 0
2. in rubriek 1
3. in rubriek 4
4. in rubriek 7

betaald per kas fl 625 aan onze leveranciers (k-1)

welke rekeningen veranderen?

1. 1300 debiteur 1000 kas
2. 1400 crediteur 1000 kas
3. 1400 crediteur 1100 bank
4. 1300 debiteur 1100 bank

betaald per kas fl 625 aan onze leveranciers (k-1)

Worden de crediteuren en kas meer of minder in deze verandering?

1. crediteuren stijgt kas stijgt
2. crediteuren daalt kas daalt
3. Crediteuren stijgt kas daalt
4. crediteuren daalt kas stijgt

Goederen gekocht per bank voor fl 400. De ob is fl 40. (b-1)

Welke rekeningen veranderen er?

1. 7000 voorraad goederen 1700 te vorderen ob 1100 bank
2. 7000 voorraad goederen 1720 te betalen ob 1100 bank
3. 7000 voorraad goederen 1700 te vorderen ob 1000 kas
4. 7000 voorraad goederen 1720 te betalen ob 1000 kas

Op rekening een laptop aangeschaft voor fl 300. de ob was fl 15 (IF-3)

Welke rekeningen veranderen er?

1. 7000 voorraad goederen 1720 te betalen ob 1400 Crediteuren
2. 0200 inventaris 1700 te vorderen ob 1300 Debiteuren
3. 0200 inventaris 1700 te vorderen ob 1400 crediteuren
4. 7000 voorraad goederen 1720 te betalen ob 1300 Debiteuren

Bij een IF stijgt of daalt de post van de crediteuren?

1. Stijgt
2. Daalt

Bij een IF stijgt of daalt de post van te vorderen ob?

1. Stijgt
2. Daalt

a contant de lening bij oom afgelost voor fl 500 (k-2)

Welke rekeningen veranderen er?

1. 0710 Lening oom 1100 Bank
2. 0710 Lening oom 1000 Kas
3. 0710 Lening bank 1100 Bank
4. 0710 Lening bank 1000 Kas

Wanneer je bij je oom de lening aflost, word deze post op de balans dan meer of minder?

1. Meer
2. Minder