3GPL - Le pronom personnel COD (LV)

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Na de les kun je:
- het lijdend voorwerp vervangen door le/la/l'/les
- de opdrachten maken van het LV
- de woorden leren van 2 pagina's van de woordenlijst




Slide 2 - Tekstslide

Phrases exemples
* Je mange le chocolat. = Ik eet de chocolade.
     -> Je le mange. = Ik eet ...

* Je mange la tarte. = Ik eet de taart.
     -> Je la mange. = Ik eet ...

* Je mange les frites. = Ik eet de frietjes.
     -> Je les mange. = Ik eet ...

Slide 3 - Tekstslide

Théorie: le / la / l' / les als lijdend voorwerp (LV)
*Hoe vind ik het LV?
-> Stel de vraag:
      wie? OF wat?


Slide 4 - Tekstslide

Théorie: le / la / l' / les als lijdend voorwerp (LV)
*Plaats van het LV?:
-> voor het vervoegde
      ww / hww

* LET OP!: infinitief
Je vais manger la tarte. -> Je vais LA manger. (LV voor het inf.)
       ww   ww (inf)

Slide 5 - Tekstslide

Tu vois tes amis?
vervang 'tes amis' (mv)
A
Tu le vois?
B
Tu la vois?
C
Tu les vois?
D
Tu l'a vois?

Slide 6 - Quizvraag

Je prends le stylo.
vervang 'le stylo'
A
Je la prends.
B
Je le prends.
C
Je l'prends.
D
Je prends le.

Slide 7 - Quizvraag

On vend cette maison.
vervang 'cette maison' (v)
A
On la vend.
B
On le vend.
C
On les vend.
D
On vend la.

Slide 8 - Quizvraag

Elle étudie la carte routière.
vervang 'la carte routière'
A
Elle la étudie.
B
Elle l'étudie.
C
Elle le étudie.
D
Elle étudie le.

Slide 9 - Quizvraag

J'ai vu le match de foot.
vervang 'le match de foot'
A
Je l'ai vu.
B
Je ai le vu.
C
J'ai le vu.
D
Je le vu ai.

Slide 10 - Quizvraag

Nous donnons ce souvenir à Bart.
vervang 'ce souvenir' (m)
Nous ... donnons à Bart.

Slide 11 - Open vraag

Tu laves la voiture?
vervang 'la voiture'
Tu ... laves?

Slide 12 - Open vraag

Nous achetons l'hôtel.
vervang 'l'hôtel' (m)
Nous ... achetons.

Slide 13 - Open vraag

Bart ne présente pas son amie.
vervang 'son amie' (v)
(typ de hele zin - hoofdletter en .)

Slide 14 - Open vraag

Je ne veux pas manger les légumes.
vervang 'les légumes'
(typ de hele zin - hoofdletter en .)

Slide 15 - Open vraag

Les filles organisent la fête.
vervang 'la fête'
(typ de hele zin - hoofdletter en .)

Slide 16 - Open vraag

Révision: le / la / l' / les als lijdend voorwerp (LV)
*Hoe vind ik het LV?
-> Stel de vraag:
      wie? OF wat?


Slide 17 - Tekstslide

Révision: le / la / l' / les als lijdend voorwerp (LV)
*Plaats van het LV?:
-> voor het vervoegde
      ww / hww

* LET OP!: infinitief
Je vais manger la tarte. -> Je vais LA manger. (LV voor het inf.)
       ww   ww (inf)

Slide 18 - Tekstslide

des questions?

Slide 19 - Tekstslide

les devoirs jeudi 23 mars

Mercredi is cours à choix (keuzeles)
1  Doornemen grammaticakaart LV
2 Faire les exercices A/B/C LV
3 Apprendre vocabulaire p.1 en 2

Slide 20 - Tekstslide

Au revoir!

Slide 21 - Tekstslide