2KB2

WELKOM
3 Kader
Welkom 2KB2

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

WELKOM
3 Kader
Welkom 2KB2

Slide 1 - Tekstslide

Afspraken
  • Mobiel in de bak.
  • Als de docent praat, luisteren we.
  • Als we iets willen zeggen of antwoord geven, steken we onze hand op.
  • We luisteren als een medeleerling een vraag stelt.
  • We doen mee in de les.
  • We maken ons huiswerk.

Slide 2 - Tekstslide

Programma van de les 2KB2 11 mei
Programma:

  • Aanwezigheid
  • Lastige werkwoorden huiswerk
Lesdoel:

Ik kan aan een tekst zien voor welk publiek de tekst is bedoeld.

Slide 3 - Tekstslide

Allereerst...
Is iedereen aanwezig?

Slide 4 - Tekstslide

Tekst en publiek
Een schrijver wil meestal dat zijn tekst door een bepaalde groep mensen gelezen wordt: het publiek
Bijvoorbeeld: jongeren, voetbalfans, gamers, volwassenen. 

Een schrijver houdt bij het schrijven van de tekst rekening met het publiek.
  1. Onderwerp
  2. Taalgebruik
  3. Lay-out
  4. Bron

Slide 5 - Tekstslide

Tekst en publiek
  • het onderwerp: een tekst over de gaafste achtbanen in Europa is bijvoorbeeld bedoeld voor jongeren. Een tekst over het schilderen van je huis is bedoeld voor volwassenen.

  • het taalgebruik: teksten voor jongeren hebben bijvoorbeeld veel moderne en nieuwe woorden en de lezer wordt meestal met ‘je’ aangesproken. In een tekst voor volwassenen wordt de lezer vaker met ‘u’ aangesproken.

Slide 6 - Tekstslide

Tekst en publiek
  • de bron: een tekst in Bobo is voor kinderen bedoeld, een tekst in 7Days voor jongeren en een tekst in het tijdschrift LINDA. voor volwassen vrouwen.
  • de lay-out (opmaak): in tijdschriften en op websites voor jongeren zie je veel illustraties, grote koppen, veel kleuren en lettertypen. Ingewikkelde teksten voor volwassenen zien er vaak saaier uit dan teksten voor jongeren.

Slide 7 - Tekstslide

Tekst en publiek
Voor wie de tekst is bedoeld, kun je altijd zien aan: 
- onderwerp
- bron 
- taalgebruik
- lay-out

Alle vier heb je nodig om te checken voor welk publiek een tekst is geschreven.

Slide 8 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Wat ga je doen?

opdracht 1 t/m 5 op blz. 142-147.
Hoofdstuk 6 Lezen: over tekst en publiek.

Klaar? aangeven, dan kijken we er samen naar.

Slide 9 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Klaar?

Verder met Hoofdstuk 6 Schrijven.
Schrijven voor publiek
Startopdracht
Theorie
Opdracht 1

Slide 10 - Tekstslide

Einde les

Slide 11 - Tekstslide