Als we iets willen zeggen of antwoord geven, steken we onze hand op.
We luisteren als een medeleerling een vraag stelt.
We doen mee in de les.
We maken ons huiswerk.
Slide 2 - Tekstslide
Programma van de les 2KB2 9 mei
Programma:
Aanwezigheid
Lastige werkwoorden huiswerk
Lesdoel:
Ik kan lastige werkwoorden goed spellen.
Ik kan aan een tekst zien voor welk publiek de tekst is bedoeld.
Slide 3 - Tekstslide
Allereerst...
Is iedereen aanwezig?
Slide 4 - Tekstslide
Huiswerk
Maak de startopdracht en 1 t/m 6 en 9
Taalverzorging Spelling
Over lastige werkwoorden
Hoofdstuk 5
Slide 5 - Tekstslide
Hoofdstuk 5
Taalverzorging Lastige werkwoorden
Slide 6 - Tekstslide
Lastige werkwoorden
Nieuw Nederlands 6e editie
H5. Taalverzorging - Spelling
Over lastige werkwoorden
Slide 7 - Tekstslide
Leerdoelen
Je leert de werkwoorden die beginnen met ge-, be-,ver-, ont-, her-, of over- goed te spellen.
Slide 8 - Tekstslide
Lastige werkwoorden
Sommige werkwoorden klinken als pv en als vd hetzelfde, maar je schrijft ze niet hetzelfde. Lastige werkwoorden die beginnen met: ge-, be-, ver-, ont-, her-, over-.
PV > stappenplan van PV volgen. VD > langer maken / 't ex kofschip
Slide 9 - Tekstslide
Persoonsvorm in de t.t.
Slide 10 - Tekstslide
Voltooid deelwoord -t of -d?
1. verlengproef: maak het woord langer, dan hoor je wat het moet zijn.
2. 't eX KoFSCHiP > Pak het hele ww, haal -en eraf. Staat de laatste letter in 'T eX KoFSCHiP? Ja? > voltooid deelwoord schrijf je met een -t. Nee? > voltooid deelwoord schrijf je met een -d.
Slide 11 - Tekstslide
Tekst en publiek
Een schrijver wil meestal dat zijn tekst door een bepaalde groep mensen gelezen wordt: het publiek.
Een schrijver houdt bij het schrijven van de tekst rekening met het publiek.
Onderwerp
Taalgebruik
Lay-out
Bron
Slide 12 - Tekstslide
Tekst en publiek
het onderwerp: een tekst over de gaafste achtbanen in Europa is bijvoorbeeld bedoeld voor jongeren. Een tekst over het schilderen van je huis is bedoeld voor volwassenen.
het taalgebruik: teksten voor jongeren hebben bijvoorbeeld veel moderne en nieuwe woorden en de lezer wordt meestal met ‘je’ aangesproken. In een tekst voor volwassenen wordt de lezer vaker met ‘u’ aangesproken.
Slide 13 - Tekstslide
Tekst en publiek
de bron: een tekst in Bobo is voor kinderen bedoeld, een tekst in 7Days voor jongeren en een tekst in het tijdschrift LINDA. voor volwassen vrouwen.
de lay-out (opmaak): in tijdschriften en op websites voor jongeren zie je veel illustraties, grote koppen, veel kleuren en lettertypen. Ingewikkelde teksten voor volwassenen zien er vaak saaier uit dan teksten voor jongeren.
Slide 14 - Tekstslide
Opdracht
Je krijgt nu een aantal tijdschriften te zien. Aan jou de taak om aan te geven voor welk publiek het tijdschrift is geschreven.
Let op:
het onderwerp
taalgebruik
de bron
de lay-out (hoe ziet de tekst eruit)
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Voetbal International
Voor iedereen die geïnteresseerd is in voetbal.
Waaraan kun je dat zien?
het onderwerp
Lay-out
taalgebruik
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Tina
Voor jonge meiden
Waaraan kun je dat zien?
Het onderwerp
Lay-out
taalgebruik
Bron
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Plus
Voor mannen en vrouwen boven de vijftig jaar
Waaraan kun je dat zien?
Het onderwerp
Lay-out
taalgebruik
Bron
Slide 21 - Tekstslide
Tekst en publiek
Voor wie de tekst is bedoeld, kun je altijd zien aan:
- onderwerp
- bron
- taalgebruik
- lay-out
Alle vier heb je nodig om te checken voor welk publiek een tekst is geschreven.