Lijdend voorwerp (bladzijde 80)
Voorbeeld:
Deze maand / heeft / Daniël / zakgeldverhoging / gekregen.
ow: Daniël – wg: heeft gekregen
Vraag: Wat heeft Daniël gekregen?
Antwoord: zakgeldverhoging; dus: lv = zakgeldverhoging
Let op: het lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel (aan, achter, bij, in, langs, met, naast, onder, op, over, voor enzovoorts).