Les 4 2.2 en 2.3

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
OntwikkelingspsychologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
Vorige keer
2.2 Jongens versus meisjes
2.5 Schoolprestaties van jongens en meisjes
2.3 Zelfbeeld 
Afronding

Slide 2 - Tekstslide

Het raam van de kleutergroep is prachtig beschilderd met voorstellingen van dieren. In het lokaal hangen posters van olifanten, pandaberen en giraffen.

Met deze afbeeldingen is in eerste instantie sprake van:
A
Een uitnodigende en uitdagende omgeving
B
Een uitdagende omgeving
C
Een interessante hobby van de leerkracht
D
Een uitnodigende omgeving

Slide 3 - Quizvraag

Jongens en meisjes ontwikkelen zich verschillend.

Verschillen in de ontwikkeling van jongens en meisjes zijn merkbaar:
A
Vanaf de geboorte.
B
Vanaf de vroege kleuterfase.
C
Vanaf de late peuterfase.
D
Vanaf de babyfase rond 12 maanden.

Slide 4 - Quizvraag

Opmerkelijke verschillen in de ontwikkeling van veel jongens en meisjes zijn:
A
Jongens zijn beter in taal dan meisjes.
B
Jongens zijn beter in ruimtelijk inzicht dan meisjes.
C
Jongens groeien meer geleidelijk dan meisjes.
D
Jongens zijn minder bewegelijk dan meisjes

Slide 5 - Quizvraag

Planning

Slide 6 - Tekstslide

 2.2 Jongens versus meisjes
Overleg in tweetallen

- Wat komt er als eerste in je op wanneer je de volgende vraag krijgt:

Wat is het grootste verschil tussen meisjes en jongensgedrag? Of wat is juist kenmerkend voor meisjesgedrag en wat is kenmerkend voor jongensgedrag?

5 minuten! 

Slide 7 - Tekstslide

2.2 Jongens versus meisjes
Jongensgedrag:

Ruimte en vrijheid nodig, beweging en uitdaging.
- klim- en renspelletjes
- mogelijkheden voor ontdekken
- uitdagende materialen
- weinig verbale uitleg (demonstreer of laat zelf ontdekken)
- let op; jongens doen vaak eerst en denken daarna
- niet te snel bezorgd zijn, geef vertrouwen



Slide 8 - Tekstslide

2.2 Jongens versus meisjes
Meisjesgedrag:
- leg verbaal contact en leg uit (gebruik taal als communicatie)
- laat fijne motoriek verder ontwikkelen
- speel spel dat lange concentratie vraagt
- laat vertellen
- zorg voor groepsactiviteiten
- houd rekening met twijfels voor maken van keuze




Slide 9 - Tekstslide

2.5 Schoolprestaties van jongens en meisjes
Jongens doen het binnen het onderwijs slechter dan meisjes; minder vaak diploma, meer verzuim, blijven vaker zitten.

- Rolmodellen; ‘verjuffisering’ van het onderwijs; mannen zijn ‘harder’ voor jongens dan vrouwen.
- Beweging; op school te weinig aandacht voor behoefte aan beweging.
Taal; onderwijs is talig en rekenonderwijs is taliger geworden.








Slide 10 - Tekstslide

2.5 Schoolprestaties van jongens en meisjes
- Ontwikkeling; er wordt vaak geen rekening gehouden met verschillen in ontwikkeling
- Gescheiden onderwijs; meer bewegen, minder samenwerken, minder talige opdrachten, meer zelf uitvinden
- Wat jongens nodig hebben in het onderwijs;
  •  structuur en discipline
  •  persoonlijke aandacht en begeleiding (vragen er minder om)
  •  leervaardigheden (plannen en geordend werken)



Slide 11 - Tekstslide

2.3 Zelfbeeld
Het zelfbeeld bestaat uit:
  • zelfbesef
  • zelfkennis
  • zelfwaardering
  • zelfvertrouwen
Iedereen ontwikkelt een zelfbeeld. Het kan veranderen.




Slide 12 - Tekstslide

2.3 Zelfbeeld
Zelfbesef
Vanaf ong. 2 jaar ontwikkelt kind zelfbesef.
Het ontdekt het eigen ‘ik’.
Vanaf vierde jaar is zelfbesef goed ontwikkeld.

Zelfkennis
Herkenbaar in de manier waarop kind
over zichzelf praat.
Eerst zijn dat uiterlijke kenmerken,
later gaat het over vaardigheden.






Slide 13 - Tekstslide

2.3 Zelfbeeld
Zelfwaardering
Het oordeel dat iemand over zichzelf geeft is de zelfwaardering. Vaak zit dit in de beschrijving vanzichzelf verstopt.
Kinderen met gebrek aan zelfwaardering (laag zelfbeeld)
zijn vaak op de achtergrond en durven geen nieuwe
dingen te doen (of overschreeuwen zichzelf).
Zelfvertrouwen
Ontstaat door succeservaringen. Het kind ervaart
invloed op eigen prestaties.
Geef kinderen het vertrouwen dingen zelf op te lossen en
te ontdekken.
Geef positieve feedback.



Slide 14 - Tekstslide