Het schoolvak Nederlands College 2

vandaag
onderwijsprincipes
didactische principes
vakdidactische principes
vakdidactiek en visie
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
didactiekHBOStudiejaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

vandaag
onderwijsprincipes
didactische principes
vakdidactische principes
vakdidactiek en visie

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

vakdidactiek vanuit verschillende perspectieven

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

vakdidactiek in relatie tot visie

Slide 12 - Tekstslide

Het schoolvak Nederlands en de leerlingen die het volgen kun je het beste vergelijken met:
A
B
C
D

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Link

Al die nieuwe onderwijsconcepten en -methoden hebben zo hun ideologie, maar er is wel een rode draad in te ontdekken. Of eigenlijk twee. 
Onderwijsvernieuwers willen dat het onderwijs sociale ongelijkheid wegneemt én ze willen het ‘kindvriendelijker’ maken. 
Hun eigen schoolverleden dient daarbij als tegenvoorbeeld. Toen zij zelf op school zaten stond de leraar centraal, nu gaan zij het kind centraal stellen. Onderwijs was dwingend en rigide, herinneren zij zich, dus maken zij het nu vrijblijvend en fluïde. Hun onderwijs was gericht op cognitie, dus zij gaan focussen op persoonlijke vorming. 
Kortom: onderwijs was niet leuk, en zij gaan het leuk maken.

Slide 15 - Tekstslide

Waarop bouw je je visie?

Slide 16 - Tekstslide

de keuze is reuze
pedagogische principes, didactische principes, principes op basis van normen en waarden, principes op basis van overtuiging, .....


Slide 17 - Tekstslide

didactische principes
Zijn een reeks van vuistregels, grondbeginselen, algemene voorschriften waarmee een docent in elke les op elk moment zoveel mogelijk rekening houdt. 

-de peilers van waaruit je werkt-

Slide 18 - Tekstslide

voorbeelden van didactische principes
aanschouwelijkheidsprincipe
samenwerkend lerenprincipe
differentiatieprinicpe
activeringsprincipes
digitale integratieprinicpe
 transferprincipe & principe van vakoverstijgend werken
GRRIM-prinicpe (gradual relaease of responsibility)
Car(e)principe
beperking- en geleidelijkheidsprincipe
Gamificationprincipe (gamedesign en game-elementen)


Slide 19 - Tekstslide

fundament
Onderwijsprincipes zijn innerlijke overtuigingen. 
Ze zijn vaak gegroeid vanuit de praktijk: wie je bent, wat je thuissituatie was, waar je bent opgegroeid, op welke scholen je hebt gezeten, welke docenten je hebt gehad, welke ervaringen je hebt opgedaan.
Didactische principes hebben een wetenschappelijke fundering gekregen. 

Dat betekent dat je die principes allereerst moet kunnen onderbouwen.

Slide 20 - Tekstslide

funderen = onderbouwen = research?
Sterke causale verbanden afleiden uit onderwijsonderzoek is lastig: oorzaak-gevolg of correlatie?
*onderzoek naar leeropbrengst: Interventie X zorgt voor Y% leerwinst.

Echter: veel uitkomsten van onderzoek zijn contextgebonden: 
er spelen altijd talloze -meestal niet te controleren- variabelen mee.



Slide 21 - Tekstslide

Voorbeelden:
1. Didactisch principe: klassengrootte doet er niet toe.
* Investeren in kleine klassen: Korea ++ Luxemburg --
* Doet er niet toe ten aanzien van wat? Leerwinst? Kritische burgers opleiden? Werkdruk verlagen? Relaties kunnen opbouwen? 

2. Succes van interventies als Kahoot of Nieuwsbegrip
*Diverse malen onderzocht: werkt motivatieverhogend
*Maar ook na 6 x Kahoot op een dag? 

Slide 22 - Tekstslide

Van didactische principe naar vakdidactisch principe
Vertaal een didactisch principe naar de context 
van jouw vak, op jouw school, gegeven door jou, op basis van jouw leerlingen.
Onderbouw het didactisch principe research=based (APA!) Koppel het principe naar de context  van de les Nederlands
met behulp van de fundamentele vragen:
waarom, waartoe, wat, hoe

Slide 23 - Tekstslide

Voorbeeld: didactisch principe GRRIM

Slide 24 - Tekstslide

Koppel GRRIM aan context
GRIMM <--> begrijpend lezen H3

1. Modelen van een (deel van ) een zakelijke tekst
2. In interactie met de klas een (deel van) een tekst behandelen
3. Leerlingen behandelen in duo's een (deel van) een tekst 
4. Leerling leest individueel.

Slide 25 - Tekstslide

Bij een vakdidactisch principe kun je vervolgens antwoord geven op de volgende vragen:
1. Waarom geef ik deze lessen zo?
2. Waartoe zou ik willen dat dit leidt?
3. Wat doe ik dan precies?
4. Hoe ga ik dat vormgeven?

Slide 26 - Tekstslide

Wat is het fundament van jouw principes?
Als ik in mijn klaslokaal geen wederzijdse respect heb, dan wordt het lesgeven erg moeilijk. Sterker nog: het wordt geen lesgeven, het wordt kennis overdragen zonder enige band met de leerlingen.

Onderliggend onderwijsprincipe: CAR(e)
Vakdidactisch principe?

Slide 27 - Tekstslide

Als docent Nederlands in opleiding kwam ik werkelijk waar voor het eerst in aanraking met het fenomeen taalkunde. Hoe kan het dat ik hier nog niet eerder van gehoord had?

Onderliggend onderwijsprincipe: Nederlands is ook een zaakvak en niet alleen een ondersteunde vak.
Vakdidactisch prinicpe?

Slide 28 - Tekstslide

Kijk eens kritisch naar je opvattingen, mening, visie op onderwijs..
Wat voor soort principe is het?
Op welk fundament is het gestoeld?
Zou je er een vakdidactisch principe van kunnen maken?

Slide 29 - Tekstslide

VISIE
VAKDIDACTISCHE PRINCIPES

Slide 30 - Tekstslide

Opdracht voor volgende week
1. Bedenk of zoek een metafoor, quote, citaat, afbeelding, spotprent, stukje uit een songtekst, voorwerp,..  dat symbool staat voor jouw inspiratie voor je beroep als docent Nederlands. 
2. Bedenk welk vakdidactisch principe je daaraan zou kunnen koppelen: zorg voor een expliciet relatie met het schoolvak Nederlands.
2. Ga op zoek naar de didactische verantwoording ervan uit de literatuur. Verwijs naar die literatuur op basis van APA.
3. Beantwoord in steekwoorden de waarom, waartoe, wat en hoe van je vakdidactische principe.



Slide 31 - Tekstslide

Wat heeft je vandaag aan het denken gezet?

Slide 32 - Open vraag

Tot volgende week!

Slide 33 - Tekstslide