In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Grammatica zinsdelen
Persoonsvorm
Slide 1 - Tekstslide
Grammatica zinsdelen
De persoonsvorm
Lesdoelen
1. Je weet dat de persoonsvorm ALTIJD een werkwoord is.
2. Je kent 3 manieren om de persoonsvorm te vinden in een zin.
3. Je kunt de persoonsvorm vinden in een zin
Slide 2 - Tekstslide
De persoonsvorm (pv)
Slide 3 - Tekstslide
De persoonsvorm
De persoonsvorm (pv) is altijd een werkwoord.
De pv geeft aan of de zin in de tegenwoordige of verleden tijd staat. De pv geeft ook aan of het onderwerp enkelvoud of meervoud is.
Werkwoorden geven de handeling aan in de zin. (wat er gebeurt)
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Drie manieren om de persoonsvorm te vinden zijn:
De tijdproef - Zet de zin in een andere tijd: maak van tegenwoordige tijd de verleden tijd of andersom. Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.
De getalsproef - Zet de zin in een getal: maak van enkelvoud meervoud of andersom. Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.
De vraagproef - Maak van de zin een vraag met precies dezelfde woorden. Het werkwoord dat vooraan komt te staan, is de persoonsvorm.
Slide 6 - Tekstslide
Wat is de persoonsvorm? (pv)
Waarom wandelt Kees de avondvierdaagse?
A
Waarom
B
Er is geen persoonsvorm.
C
wandelt
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm? (pv)
Houd eens je mond!
A
Houd
B
Er is geen persoonsvorm.
C
eens
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de pv van de deze zin?
Hoe laat ga jij naar bed?
A
hoe
B
laat
C
ga
D
Er is geen persoonsvorm.
Slide 9 - Quizvraag
Wat is de pv van de deze zin?
In zijn broek heeft Tsjerk een scheur.
A
zijn
B
Tsjerk
C
heeft
D
Er is geen persoonsvorm.
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de pv van de deze zin?
Bel jij je moeder even om af te zeggen, blieft?
A
bel
B
bel op
C
zeggen
D
jij
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de pv van deze zin?
Marieke maakte de verkering met Sjors uit.
A
Marieke
B
maakte
C
maakte uit
D
er is geen persoonsvorm
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de pv van deze zin?
Marieke maakte de verkering met Sjors uit en vroeg meteen verkering aan Abdel.
A
vroeg
B
maakte uit
C
maakte
D
maakte, vroeg
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de pv van de deze zin?
In zijn broek heeft Tsjerk een scheur, maar dat is tegenwoordig gelukkig hip.
A
zijn
B
heeft, is
C
heeft
D
Er is geen persoonsvorm.
Slide 14 - Quizvraag
Beantwoord de vraag: Wat weet je van de PV?
Slide 15 - Open vraag
Wat neem je mee uit deze uitleg?
Slide 16 - Woordweb
De volgende stap: wat weet jij over het maken van zinsdelen?