Doel: je hebt kennis over de volgende syndromen: autisme, FAS, prader-willi syndroom en syndroom van Down.
Wie?: individueel + regiegroep
Wat?:
Je gaat de syndromen onderverdelen binnen je regiegroep. Deze pitch je in 3 tot 5 minuten aan je regiegroep nadat je deze uitgewerkt hebt.
- Van het door jou gekozen syndroom werk je het volgende uit:
- Wat is het syndroom?
- Wat is de oorzaak van het syndroom?
- De symptomen/kenmerken.
- Verstandelijke niveau.
- Wat is de ondersteunings- en begeleidingsbehoefte (adviezen voor omgang) ?
- Maak minimaal 2 meerkeuze vragen.
- Pitch het syndroom aan jou regiegroep.
Hoelang?: 60 minuten