Oefenen bergen en rivieren

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Oefenen bergen en rivieren

1. De Alpen zijn een jong gebergte.
2. Jonge gebergten herken je aan de flauwe toppen.

1. 1 en 2 zijn beide juist.
2. 1 is juist, 2 is niet juist
3. 1 is niet juist, 2 is juist
4. 1 en 2 zijn beide niet juist.

Wat zijn aardplaten en wat hebben die te maken met het ontstaan van bergen?

Oud gebergte, jong gebergte, hooggebergte, laaggebergte, erosie, verwering

Welke woorden passen bij de foto?

Zet in de goede volgorde:
Gletsjerrivier, sneeuw, gletsjer

V-dal

U-dal

Benedenloop

Bovenloop

Hoog

Laag

Gletsjer

Rivier

1. Exogene kracht
2. Endogene kracht
3. Erosie
4. Verwering

1. 1 en 2
2. 1 en 3
3. 1 en 4
4. 2 en 3

Wat zijn morenen?

1. In een delta vind veel sedimentatie plaats.
2. Een delta ligt altijd in de bovenloop van een rivier.

1. 1 en 2 zijn beide juist
2. 1 is juist en 2 is onjuist
3. 1 is onjuist en 2 is juist
4. 1 en 2 beide zijn onjuist

Wat is een meander en wat heeft dat te maken met het ontstaan van een hoefijzermeer?

Waarom kan je midden in de Alpen resten van zeeleven vinden?