Spelling les 5

Wat verwachten wij van jou tijdens de online lessen?
Je komt op tijd in de les.
Je zet je camera in het begin even aan als de docent(e) daarom vraagt.
Je zorgt dat je de microfoon uit hebt staan.
Je hebt een actieve werkhouding.
Je zorgt dat je je spullen op orde hebt.
Je zorgt dat je je huiswerk maakt en tijdig inlevert.
Je vraagt altijd om toestemming wanneer je de les moet verlaten
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wat verwachten wij van jou tijdens de online lessen?
Je komt op tijd in de les.
Je zet je camera in het begin even aan als de docent(e) daarom vraagt.
Je zorgt dat je de microfoon uit hebt staan.
Je hebt een actieve werkhouding.
Je zorgt dat je je spullen op orde hebt.
Je zorgt dat je je huiswerk maakt en tijdig inlevert.
Je vraagt altijd om toestemming wanneer je de les moet verlaten

Slide 1 - Tekstslide

In deze les ga je leren:


welke woorden met een hoofdletter beginnen;
welke woorden niet met een hoofdletter beginnen;
welke woorden je beter even kunt opzoeken.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is juist geschreven
A
ayoub
B
Ayoub
C
Karel
D
karel

Slide 3 - Quizvraag

Wat is juist geschreven
A
hotel van der Valk
B
hotel Van der Valk

Slide 4 - Quizvraag

Wat is juist geschreven
A
rivier
B
Rivier

Slide 5 - Quizvraag

Veel namen krijgen in het Nederlands een hoofdletter:
Persoonsnamen
  • voornamen
  • achternamen

Aardrijkskundige namen
  • werelddelen, landen, regio’s vb; Zuid-Afrika, Amerika, Overijssel
  • plaatsnamen; vb; Zwolle, Dedemsvaart
  • straatnamen; Bergweg 1, Boterwijk 
  • namen van bergen en rivieren; Lemelerberg, Missisippi
  • namen voor talen en dialecten; Twents, Drents, Frans, Nederlands

Slide 6 - Tekstslide

Zelf aan de slag!
Spelling, Les 5

OPDRACHT 2 EN OPDRACHT 3

KLAAR? EVEN WACHTEN!
timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

Hoofdletters bij namen van feesten en feestdagen
Hoofdletters bij namen van feesten en feestdagen
Sommige woorden die met feestdagen te maken hebben, schrijf je met een hoofdletter, maar andere niet.
Wel met een hoofdletter: de naam van de feestdag
  • Kerstmis
  • Pasen
  • Nieuwjaar
  • Suikerfeest
  • Koningsdag
  • Hemelvaart

Slide 8 - Tekstslide

Niet met een hoofdletter: woorden waar de naam van de feestdag in zit.
Niet met een hoofdletter: woorden waar de naam van de feestdag in zit.
  • kerstboom
  • paashaas
  • nieuwjaarsfeest

Slide 9 - Tekstslide

Met ......zijn we een dag vrij.
A
Pinksteren
B
pinksteren

Slide 10 - Quizvraag

Van .......kan ik geen genoeg krijgen!
A
paaseitjes
B
Paaseitjes

Slide 11 - Quizvraag

Op welke datum valt het.......?
A
Offerfeest
B
offerfeest

Slide 12 - Quizvraag

Met ......... gaan we een paar dagen weg dit jaar.
A
kerstmis
B
Kerstmis

Slide 13 - Quizvraag

Zullen we afspreken in de.......?
A
Meivakantie
B
meivakantie

Slide 14 - Quizvraag

ZELFSTANDIG AAN DE SLAG
OPDRACHT 5, 6 EN 7



timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

Hoofdletters bij persoonsnamen
  • Voor- en achternamen krijgen altijd een hoofdletter. 
 Marco Borsato
  • Soms staan er tussen voor- en achternaam nog andere woorden: bijvoorbeeld Jan-Arie van der Heijden of Rafael van der Vaart

  • Staat de voornaam ervoor? Dan krijgen de tussenvoegsels kleine letters
  • Staat de voornaam er niet voor? Dan schrijf je het eerste woord van de achternaam met een hoofdletter; voetballer Van der Heijden

Slide 16 - Tekstslide

De voetballer.......woonde in Spanje
A
Rafael van der Vaart
B
Rafael Van Der Vaart

Slide 17 - Quizvraag

Op 17-jarige leeftijd debuteerde .......bij Ajax.
A
van der Vaart
B
Van der Vaart

Slide 18 - Quizvraag

Hij speelde bij de Spaanse club......
A
real madrid
B
Real Madrid

Slide 19 - Quizvraag

In 2001 debuteerde hij in het ........elftal
A
Nederlandse
B
nederlandse

Slide 20 - Quizvraag

Hoofdletters bij religieuze woorden
Wel met een hoofdletter; woorden waarmee (een) God wordt bedoeld;
  • de Heilige
  • Hij die komt
  • Jaweh
  • Allah
  • Christelijke Persoonsnamen zoals;
  • Jezus
  • Mohammed
  • Maria


Slide 21 - Tekstslide

Niet met een hoofdletter

Woorden waarmee een religie wordt bedoeld;
• christendom, christelijk
• rooms-katholiek
• islam, islamitisch
• hindoeïsme
• jodendom


Slide 22 - Tekstslide

Niet met een hoofdletter
Woorden waarmee een groep gelovigen bedoeld wordt:
  • moslims
  • katholieken
  • boeddhisten

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht 9
Reflectie op Les 5

Daarna aan de slag met de SPELLINGAPP (plot) 5, wel/geen hoofdletter!



Slide 24 - Tekstslide