Les 5: woorden met een hoofdletter

Woorden met een hoofdletter
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 7

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Woorden met een hoofdletter

Slide 1 - Tekstslide

Woorden met een hoofdletter
In deze les ga je leren:

- welke woorden met een hoofdletter beginnen
- welke woorden niet met een hoofdletter beginnen
- welke woorden je beter even kunt opzoeken

Slide 2 - Tekstslide

Namen
Veel namen krijgen in het Nederlands een hoofdletter
Persoonsnamen:
- voornamen
- achternamen

I
ngrid Meurkens

Slide 3 - Tekstslide

Organisaties, merken en titels 

Organisaties, merken en titels  schrijf je met een hoofdletter:
het Rode Kruis
het Europees Parlement
een Boeing 737
Adidas en Nike
'Oorlogswinter' van Jan Terlouw
Shell

Slide 4 - Tekstslide

Kies de juiste spelling!
Geeft mark/Mark vandaag les?
A
Mark
B
mark

Slide 5 - Quizvraag

Kies de juiste spelling!
Heb jij de film deadpool/Deadpool al gezien?
A
deadpool
B
Deadpool

Slide 6 - Quizvraag

Kies de juiste spelling!
Spreek jij alleen dialect/Dialect?
A
dialect
B
Dialect

Slide 7 - Quizvraag

Kies de juiste spelling!
Heet hij thomas/Thomas?
A
thomas
B
Thomas

Slide 8 - Quizvraag

Kies de juiste spelling!
De camping ligt dicht bij een rivier/Rivier.
A
rivier
B
Rivier

Slide 9 - Quizvraag

Aardrijkskundige namen
Je schrijft deze namen met een hoofdletter:
- namen van werelddelen, landen, regio’s
- plaatsnamen
- straatnamen
- namen van bergen en rivieren
- namen voor talen en dialecten

Slide 10 - Tekstslide

Aardrijkskundige namen

De IJssel is een rivier in de provincies Overijssel en Gelderland.
De Mount Everest ligt in de Himalaya.
Vroeger leefden er in Zuid-Frankrijk Romeinen.
Het mooiste aan Londen vind ik de typische Engelse taxi's.
Wij gaan graag op vakantie naar Italië.

Slide 11 - Tekstslide

Kies de juiste spelling!

A
engeland
B
Engeland

Slide 12 - Quizvraag

Kies de juiste spelling!

A
Franse kaas
B
franse kaas

Slide 13 - Quizvraag

Kies de juiste spelling!

A
Europa
B
europa

Slide 14 - Quizvraag

Kies de juiste spelling!

A
IJsselmeer
B
ijsselmeer

Slide 15 - Quizvraag

Feesten en feestdagen
Namen van feesten en feestdagen schrijf je met een hoofdletter.
Pasen                                                                                        Kerstmis
Nieuwjaar                                                                                Suikerfeest
Moederdag                                                                             Bevrijdingsdag
Koningsdag



Slide 16 - Tekstslide

Feesten en feestdagen
Samenstellingen waar de naam van de feestdag in zit schrijf je niet met een hoofdletter!

kerstboom
paashaas
nieuwjaarsfeest

Slide 17 - Tekstslide

Historische gebeurtenissen
Namen van historische gebeurtenissen schrijf je met een hoofdletter:

T
weede Wereldoorlog
Oranjerevolutie
Golfoorlog



Slide 18 - Tekstslide

Welk woord is goed gespeld?
A
Nieuwjaar
B
nieuwjaar

Slide 19 - Quizvraag

Welk woord is goed gespeld?
A
Kerstontbijt
B
kerstontbijt

Slide 20 - Quizvraag

Welk woord is goed gespeld?
A
Koningsdag
B
koningsdag

Slide 21 - Quizvraag

Welk woord is goed gespeld?
A
Paasei
B
paasei

Slide 22 - Quizvraag

Religieuze woorden
Je schrijft religieuze namen met een hoofdletter als God wordt bedoeld of als het een persoonsnaam of de naam van een heilig boek is.
- Woorden voor God: de Heilige, Allah, de Heer, Jahweh
- Persoonsnamen: Jezus, Mohammed, Maria, Boeddha
- Namen van heilige boeken: de Bijbel, de Koran


Slide 23 - Tekstslide

Religieuze woorden
Namen van geloven, groepen gelovigen en afleidingen daarvan schrijf je niet met een hoofdletter!

- Geloven: christendom, jodendom, islam, hindoeïsme,
- Gelovigen: moslims, katholieken, boeddhisten, protestanten
- Afleidingen: islamitisch, protestants, hindoeïstisch



Slide 24 - Tekstslide

Welk woord is goed gespeld?
A
Boeddha
B
boeddha

Slide 25 - Quizvraag

Welk woord is goed gespeld?
A
Christendom
B
christendom

Slide 26 - Quizvraag

Welk woord is goed gespeld?
A
Allah
B
allah

Slide 27 - Quizvraag

Welk woord is goed gespeld?
A
Katholiek
B
katholiek

Slide 28 - Quizvraag

Persoonsnamen
Voor- en achternamen krijgen altijd een hoofdletter.

Max Verstappen
Janneke Jansen-Smidt
Shakespeare






Slide 29 - Tekstslide

Persoonsnamen
Soms staan er tussen voor- en achternaam nog andere woorden (= tussenvoegsels).
Staat de voornaam ervoor?
Dan schrijf je de tussenvoegsels met een kleine letter:
John van den Heuvel
Rafael van der Vaart



De voetballer Van der Vaart

Slide 30 - Tekstslide

Persoonsnamen
Staat de voornaam er niet voor?
Dan schrijf je het eerste woord van de achternaam met een hoofdletter:

De misdaadjournalist Van den Heuvel
De voetballer Van der Vaart

Slide 31 - Tekstslide

Welke naam is goed gespeld?
A
Roel Van Velzen
B
Roel van Velzen

Slide 32 - Quizvraag

Welke naam is goed gespeld?
A
de zanger Van Velzen
B
de zanger van Velzen

Slide 33 - Quizvraag

Welke naam is goed gespeld?
A
mevrouw De Vries
B
mevrouw de Vries

Slide 34 - Quizvraag

Welke naam is goed gespeld?
A
Maria De Vries
B
Maria de Vries

Slide 35 - Quizvraag

Welke naam is goed gespeld?
A
Louis Van Gaal
B
Louis van Gaal

Slide 36 - Quizvraag

Welke naam is goed gespeld?
A
de trainer Van Gaal
B
de trainer van Gaal

Slide 37 - Quizvraag

Schrijf de hoofdletter op de juiste plaats:
- minister de vries
- martijn de vries
- christendom
- de bijbel
- paasei
- pasen
- griekse salade

Slide 38 - Tekstslide

Antwoorden
minister De Vries
Martijn de Vries
christendom
de Bijbel
paasei
Pasen
Griekse salade

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide