biivoeglijk naamwoord herhaling
1 / 36
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord:
Jacqueline est une fille ......
Jacqueline est une fille ......
A
français
B
française
C
françaises
Slide 3 - Quizvraag
geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord:
Marc est un ....... garçon.
Marc est un ....... garçon.
A
bel
B
beau
C
beaux
D
belles
Slide 4 - Quizvraag
geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord:
Ma mère n'est pas
Ma mère n'est pas
A
vieille
B
vieux
C
vieilles
Slide 5 - Quizvraag
geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord:
Paul a les cheveux
Paul a les cheveux
A
grises
B
grises
C
gris
Slide 6 - Quizvraag
Marianne porte une jupe
A
rouges
B
rouge
C
rougs
Slide 7 - Quizvraag
geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord:
Ma soeur est une ........ fille.
Ma soeur est une ........ fille.
A
beau
B
belle
C
beaux
D
belles
Slide 8 - Quizvraag
Vul de juiste vorm in van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes
Mon frère a les yeux (groen)
Mon frère a les yeux (groen)
Slide 9 - Open vraag
geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes:
Ma soeur est très (klein)
Ma soeur est très (klein)
Slide 10 - Open vraag
La maison de mes grands-parents est très (groot)
Slide 11 - Open vraag
Paul et Marc sont (Frans)
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
c'est.....
Slide 18 - Open vraag
Slide 19 - Tekstslide
c'est ......
Slide 20 - Open vraag
Slide 21 - Tekstslide
c'est......
Slide 22 - Open vraag
Slide 23 - Tekstslide
c'est......
Slide 24 - Open vraag
Slide 25 - Tekstslide
ce sont......
Slide 26 - Open vraag
Slide 27 - Tekstslide
c'est......
Slide 28 - Open vraag
Slide 29 - Tekstslide
c'est......
Slide 30 - Open vraag
Slide 31 - Tekstslide
c'est.....
Slide 32 - Open vraag
Slide 33 - Tekstslide
le chien porte.......
Slide 34 - Open vraag
Slide 35 - Tekstslide
c'est......
