hoofdstuk 8 | deel 3

• Nederlands
• Lezen
• +2
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5,6

Nieuw logo

B2 > C1

hoofdstuk 8

Bezoek ook eens onze website

http://www.defact-o.nl

Doel: ik kan versterkende adjectieven gebruiken.

Ik kan 'zullen' en 'zouden' op de juiste manier gebruiken.

Ik leer voorzetsels te gebruiken.

 deel 3

Mens en techniek

Bespreek de doelen van deze les. 

Bron afbeelding.

Versterkende adjectieven

Mannen met spierwitte sokken in sandalen.

Je kunt een adjectief versterken door middel van een adverbium, zoals heel, hartstikke, ontzettend, verschrikkelijk, vreselijk, behoorlijk, tamelijk, nogal, vrij.

Ook kun je een adjectief versterken met een ander woord. 

Bijvoorbeeld: Na een lange dag hard werken ben ik altijd doodmoe (of: hondsmoe).

superintelligent vervoer (titel)

een splinternieuwe tablet (r. 75)

de pijlsnelle opmars (r. 92)

een volautomatisch voertuig (r. 11, kader)

Lees samen de uitleg.

bron: ‘Nederlands naar perfectie’ van Emily Palmer & Miranda van 't Wout (Coutinho, 2021)

Bron afbeelding.

Kies het juiste versterkende adjectief.

Mag het raam open? Het is hier _________heet.

1. bloed
2. brood
3. spuug

Antwoord A: bloed

Kies het juiste versterkende adjectief.

In dat arme land is voedselhulp ____________nodig.

1. water
2. brood
3. spuug

Antwoord B: brood

Kies het juiste versterkende adjectief.

Na drie dagen zaten de onderhandelingen _______vast.

1. raam
2. muur
3. dak

Antwoord B: muur

Kies het juiste versterkende adjectief.

Wil je nou eindelijk eens ophouden met dat gezeur? Ik ben het _____zat!

1. poep
2. bloed
3. spuug

Antwoord C: spuug

Kies het juiste versterkende adjectief.

Ik heb haar nog nooit zo gelukkig gezien, volgens mij is ze _____verliefd.

1. smoor
2. vlinder
3. hart

Antwoord S: smoor

Kan jij de adjectieven versterken? 

klik hier

De cursisten oefenen versterkende adjectieven in een spel op Wordwall.

Bron: ‘Nederlands naar perfectie’ van Emily Palmer & Miranda van 't Wout (Coutinho, 2021)

Hoeveel woorden heb je goed gevonden?

010

Lees de uitleg over het gebruik van 'zullen' en 'zouden' bij opdracht 11 op bladzijde 262-263 en maak de bijbehorende opdracht. 

Maak een foto van de antwoorden en lever deze in op de volgende dia.

De cursisten lezen de uitleg over het gebruik van 'zullen' en 'zouden' bij opdracht 11 op bladzijde 262-263 en maken de bijbehorende opdracht. 

Antwoorden:

a 1f, 2e, 3d, 4b, 5g, 6c, 7a

b 1g, 2e, 3a, 4c, 5b, 6f, 7d

c 1 zou, onwerkelijkheid / voorwaarde

2 zou, advies

3 zou, onwerkelijkheid / voorwaarde

4 zál, sterke wil

5 zou, mogelijkheid

6 zou, herinnering aan een afspraak

7 zal, waarschijnlijkheid

8 zou, iets weten van horen zeggen

9 zouden, iets weten van horen zeggen

10 zal, inleven in een situatie

Bron: ‘Nederlands naar perfectie’ van Emily Palmer & Miranda van 't Wout (Coutinho, 2021) p. 186.

Maak een foto van de antwoorden en lever die hier in.

Kan je de juiste voorzetsels invullen?

klik hier

De cursisten kiezen de juiste voorzetsels op Wordwall.

bron: ‘Nederlands naar perfectie’ van Emily Palmer & Miranda van 't Wout (Coutinho, 2021) - extra opdracht

Hoeveel voorzetsels had je goed?

010

Maak opdracht 21 op bladzijde 237-238. 

Oefen met voorzetsels.

Schrijf je antwoorden op papier.

Maak er een foto van.

Upload de foto op de volgende dia.

De cursisten maken opdracht 18 op bladzijde 269.

Antwoorden:

1 met

2 aan

3 over

4 op

5 op

6 in

7 aan

8 bij

9 over

10 op

bron: ‘Nederlands naar perfectie’ van Emily Palmer & Miranda van 't Wout (Coutinho, 2021)

Maak een foto van de voorzetsels en lever die hier in.

Meer oefenen en herhalen?

Bestel het boek hier.

Tot de volgende keer

bronnen:

https://wordwall.net/

www.lessonup.com

www.bitmoji.com

www.youtube.com

naar: ‘Nederlands naar perfectie’ van Emily Palmer & Miranda van 't Wout (Coutinho, 2021)

www.freepik.com 

Bezoek onze website:

https://www.defact-o.nl/