In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 20 min
Onderdelen in deze les
Spelling H1
3 atheneum
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag:
1. Mededeling: toets en leesboek
2. Formatieve toets werkwoordspelling
3. Uitleg Spelling H1
4. Aan de slag!
5. Lesafsluiting
Slide 2 - Tekstslide
Aan het eind van deze les:
- weet ik in hoeverre ik werkwoordspelling beheers;
- heb ik rustig geoefend met het gebruik van de trema, accenttekens, cedille en apostrof (en eventueel werkwoordspelling)
Slide 3 - Tekstslide
Werkwoordspelling
Formatieve toets!
Schrijf de juiste vormen van het werkwoord op.
Slide 4 - Tekstslide
Zoveel vragen had ik goed:
Slide 5 - Poll
Ik heb nog behoefte aan extra uitleg over werkwoordspelling
Ja
Nee
Slide 6 - Poll
Spelling H1
trema
apostrof
accenttekens
cedille
Slide 7 - Tekstslide
Trema
Voorkomt dat twee klinkers in een woord als één klinker wordt uitgesproken:
kopiëren, reünie, geïrriteerd
Ook bij bepaalde leenwoorden:
fröbelen, patiënt
Slide 8 - Tekstslide
Apostrof
Bij meervoud: Ik hOU vAn Y's
Nico's tas, jury's
Als weglatingsteken: 's avonds, Thomas' pet
in meervouden en afleidingen van afkortingen: cd'tje, wc's
in verkleinwoorden op -y: lolly'tje, baby'tje
Slide 9 - Tekstslide
Accenten
3 accenten meestal op de letter e:
accent aigu: café, passé, dé manier, één (leenwoord of om klemtoon aan te geven)
accent grave: carrière, crème (om er een korte 'e' van te maken)
accent circonflexe: crêpe
Slide 10 - Tekstslide
cedille: ç
de c klinkt met een cedille als een s als deze voor een a, o of u staat
reçu, curaçao
Slide 11 - Tekstslide
Startopdracht
Na de apres-ski nam de caissiere nog een portie rosti met wat creme fraiche en een glas gluhwein, waarna ze in een stiltecoupe terugreisde naar Nederland.
Neem de woorden over die verbeterd moeten worden op je blaadje. Doe dit in stilte in 1 minuut.
Slide 12 - Tekstslide
Na de apres-ski nam de caissiere nog een portie rosti met wat creme fraiche en een glas gluhwein, waarna ze in een stiltecoupe terugreisde naar Nederland. Schrijf nu in tweetallen de juiste antwoorden op.
Slide 13 - Open vraag
Aan de slag
1. Ga naar Nieuw Nederlands online
2. Open de planning
3. Je hebt twee opties:
A Spelling H1 met ww-spelling
B. Spelling H1 met uitdagende opdrachten
4. Maak alle opdrachten in de taak.
Ik loop rond; stel vragen!
Slide 14 - Tekstslide
Afsluiting & reflectie
Slide 15 - Tekstslide
Ik heb goed geoefend met het gebruik van de cedille, accenttekens, apostrof en trema.