HERHALING hoofdstuk 1

Mobiele telefoon in de zak voor in de klas!
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Mobiele telefoon in de zak voor in de klas!

Slide 1 - Tekstslide

lesinhoud

welkom

herhaling hoofdstuk 1

leerdoelen hoofdstuk 1

leerdoelen behaald?

quiz hoofdstuk 1

Slide 2 - Tekstslide

Kijk in je boek waar hoofdstuk 1 over ging.
Wat vond je moeilijk/makkelijk?

Slide 3 - Tekstslide

leerdoel

Aan het einde van de les kun je:

leerdoelenblad hoofdstuk 1


Kies 3 leerdoelen uit waar je nog mee moet oefenen.

Slide 4 - Tekstslide

Leg je buurvrouw/man uit wat je nog niet snapt aan jouw leerdoel. Kijk of jullie elkaar kunnen helpen.


Slide 5 - Tekstslide

maak een keuze uit:

- filmpje kijken over jouw gekozen leerdoel

- opgaven (uit de herhaling) maken over jouw gekozen leerdoel

- samenvatting leren over jouw gekozen leerdoel



Slide 6 - Tekstslide

Doen!

maken:

herhaling hoofdstuk 1

Slide 7 - Tekstslide

leerdoelen behaald?

alle A opgaves foutloos?



Even kijken naar de leerdoelen. Hoe staan we ervoor?

Slide 8 - Tekstslide

Nog te doen?
Waar heb je moeite mee?

Hoe ga je het aanpakken?

Wie/wat heb je nodig?

Slide 9 - Tekstslide

Bereken:

43X120=

Slide 10 - Open vraag

Bereken:

85X400=

Slide 11 - Open vraag


is hetzelfde als
21
A
2%
B
5%
C
20%
D
50%

Slide 12 - Quizvraag


is hetzelfde als
41
A
4%
B
40%
C
25%
D
20%

Slide 13 - Quizvraag


is hetzelfde als
81
A
8%
B
12,5%
C
80%
D
25%

Slide 14 - Quizvraag


24,8 % is ongeveer:
A
7/10
B
3/10
C
1/4
D
1/2

Slide 15 - Quizvraag


Wat is meer ?
A
40%
B
1/2

Slide 16 - Quizvraag


30,6% is ongeveer
A
7/10
B
1/2
C
3/10
D
1/4

Slide 17 - Quizvraag

Waarom staat er 62,5 in de tabel?

Slide 18 - Tekstslide

Sleep de getallen hierboven 
naar de vakjes onder 
op volgorde van klein naar groot.
75%
33,50%
3
---
10
4
---
5
12,9%
12,09%
1
---
3
1
---
8

Slide 19 - Sleepvraag

Waarom staat er 62,5
in de tabel?

Slide 20 - Open vraag

Wat is de nieuwe prijs?

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Woordweb

Waar staat de afkorting btw voor?
A
Bijgestelde toenemende waarde
B
Belasting toenemende waarde
C
Belasting toegevoegde waarde
D
Bijgestelde toegevoegde waarde

Slide 23 - Quizvraag

Fotovraag:
Lieke koopt een terrasverwarming.
De prijs is €1299,- exclusief 21% btw.
Wat is de prijs inclusief btw?

Slide 24 - Open vraag

De prijs van elektriciteit is gestegen van 6,9 naar 
10,6 cent per kWh.
Wat is de absolute prijsstijging?

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Woordweb

Fotovraag:
De prijs van elektriciteit is gestegen van 6,9 naar 10,6 cent per kWh.
Bereken de relatieve prijsverhoging.

Slide 27 - Open vraag

Fotovraag:
De prijs van een Mini One is verhoogd met 2,6%. Dat is een prijsverhoging van €505,-.
Bereken de oude prijs. Rond af op hele euro's.

Slide 28 - Open vraag

Fotovraag:
Een kilogram kaas kost €6,50 inclusief 6% btw.
Bereken de prijs exclusief btw.

Slide 29 - Open vraag

In 2011 zijn er in Nederland 1 470 000 koeien. 
In 2012 is dat aantal gestegen tot 1 484 000 koeien. 
Bereken hoeveel koeien er zijn bijgekomen.

Slide 30 - Woordweb

Fotovraag:
In 2011 zijn er in Nederland 1 470 000 koeien.
In 2012 is dat aantal gestegen tot 1 484 000 koeien.
Bereken de stijging in promille.

Slide 31 - Open vraag

Wat is de exponentiele formule?

bg=begingetal, gf=groeifactor
A
Uitkomst=bggftijd
B
Uitkomst=gfbgtijd
C
Uitkomst=bg+gftijd
D
Uitkomst=gf+bgtijd

Slide 32 - Quizvraag

Welke groeifactor hoort bij een toename van 5,6%?
A
5,6
B
0,056
C
1,56
D
1,056

Slide 33 - Quizvraag

Welke groeifactor hoort bij een afname van 19,2%?
A
0,192
B
1,192
C
0,808
D
80,8

Slide 34 - Quizvraag

Spaarbedrag=1501,031tijd
Hoeveel staat er na 10 jaar op de rekening?
Spaarbedrag in euro's; tijd in jaren.

Slide 35 - Woordweb

Fotovraag:
Sandra opent een spaarrekening. Zij zet daar €150,- op.
De bank geeft 3% rente per jaar.
Wat is de exponentiele formule. Schrijf op hoe je er aan komt.

Slide 36 - Open vraag

Spaarbedrag=1501,031tijd
Na hoeveel jaar is haar spaarbedrag verdubbeld?
rond af op hele jaren.
Spaarbedrag in euro's; tijd in jaren.

Slide 37 - Woordweb

Hoe leer je voor SE?

Slide 38 - Tekstslide