1: Open plekken

Welkom 3J!
Ga alvast zitten en leg je spullen op de hoek van de tafel:
  • leesboek
  • agenda
  • tekstboekje
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom 3J!
Ga alvast zitten en leg je spullen op de hoek van de tafel:
  • leesboek
  • agenda
  • tekstboekje

Slide 1 - Tekstslide

Welkom 3K! 
Ga alvast zitten en leg je spullen op de hoek van de tafel:
  • leesboek
  • agenda
  • tekstboekje

Slide 2 - Tekstslide

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht deze les
timer
25:00

Slide 4 - Tekstslide

Deze les
Open plekken 

Aan het eind van de les:
  • weet je wat open plekken zijn;
  • kun je open plekken herkennen. 

Slide 5 - Tekstslide

Huiswerk V3K
Vrijdag 10 februari:
Tekst + opdrachten af

Slide 6 - Tekstslide

Huiswerk V3J
Vrijdag 10 februari:
Tekst + opdrachten af

Slide 7 - Tekstslide

fictie vs. non-fictie

Slide 8 - Woordweb

literatuur

Slide 9 - Woordweb

Open plekken
Niet alles in een verhaal is meteen duidelijk. Sommige plekken roepen vragen op. Dit noem je open plekken. Het kan om van alles gaan; een personage dat vreemde dingen doet of anders reageert dan je zou verwachten, een situatie die raadselachtig is, een verband tussen gebeurtenissen dat ontbreekt, sprongen in de tijd, enzovoorts.

Slide 10 - Tekstslide

De zelfzuchtige reus 
 Oscar Wilde

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht deze les
Lees zelfstandig 'De zelfzuchtige reus' van Oscar Wilde. Markeer de open plekken (dus zaken die vragen oproepen). Beantwoord daarna de vragen in de volgende slide.

Klaar? 
Lezen in je leesboek
timer
25:00

Slide 12 - Tekstslide

Vragen
  1. Een opvallend element zijn de seizoenen. Is de beschrijving van de seizoenen parallel aan of in contrast met de gevoelens van de personages? Leg uit.
  2. Waarvoor staan de lente en de winter in dit verhaal? 
  3. Geef een voorbeeld van een spanningsboog op p. 6 van het verhaal. Leg uit hoe lang deze spanningsboog is. 
  4. De kleine jongen heeft de merktekens van twee spijkers in handen en voeten. Naar wie verwijst het jongetje eigenlijk? Leg uit.



Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk V3K
Vrijdag 10 februari:
Tekst + opdrachten af

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk V3J
Vrijdag 10 februari:
Tekst + opdrachten af

Slide 15 - Tekstslide