H4 TV Meewerkend voorwerp

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Welkom bij Nederlands

Telefoon in de koffer

Jas aan de kapstok

Op tafel: 

Laptop (dicht)

en je leesboek. 

socialiseren

- zelfstandig lezen

- korte instructie mv

- samen oefenen

- zelfstandig werken

- evalueren 

Doel van de les:

Aan het eind van de les weet je wat een meewerkend voorwerp (mw) is en hoe je deze kan vinden in een zin.

Wat weten we nog?

Kijk en doe mee. 

Geen vingers en niet roepen. Ik wijs iemand aan. 

Instructie

In zinnen met een lijdend voorwerp kan ook een meewerkend voorwerp (mv) staan. Het meewerkend voorwerp geeft aan voor wie iets bestemd is.

Voorbeeld: 

Bram wil aan zijn vriendin een kettinkje geven.

Bram wil aan zijn vriendin een kettinkje geven.

1. pv (vraagproef of tijdproef)

2. O. (wie of wat plus persoonsvorm)

3. gez. (alle werkwoorden in de zin.)

4. lv (wat (soms wie) plus gezegde + onderwerp)

5. mv (vraag: aan wie plus gezegde  + onderwerp)

     Controleer of je aan kunt weglaten of toevoegen. 

     Daarvoor mag je de woordvolgorde veranderen.

Bram wil aan zijn vriendin een kettinkje geven.

Aan wie wil Bram een kettinkje geven? 

Antwoord: aan zijn vriendin

- Bram wil een kettinkje geven aan zijn vriendin.

- Bram wil zijn vriendin een kettinkje geven.

mv = aan zijn vriendin

ZW

Jullie gaan zelf aan het werk met de opdrachten 1, 2 en 3 van Hoofdstuk 4 - Taalverzorging - Meewerkend voorwerp. 

Deze les af!

Evaluatie

Wat ging goed?

Wat kon beter?

Wat ging nog niet zo goed?

Huiswerk

Alle overgebleven opdrachten van H4 Taalverzoring - meewerkend voorwerp afmaken. 

DOEI