Whatappgesprek inleveren 17 september 2020 klas 1

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Les devoirs

Faire (maken)	Als je paars goed hebt gemaakt, maak je nu geel. Als je paars nog moeilijk vindt: eerst gr. C leren, dan blauw maken, dan paars maken
Leren voor MO:	Vocabulaire B - grammaire C (persoonlijk voornaamwoord, être)
Goed doornemen:	- gebruikte instructies (WB p.4) - vocabulaire A

Schrijfopdracht bij phrases-clés D

Optie 1: Bedenk samen een Whatsappgesprekje tussen jou en een vriend(in)/buurjongen/oma/...

Optie 2: Bedenk samen een cartoon, waarin 2 personen met elkaar in gesprek zijn

•             Schrijf minstens 3 zinnen per persoon (= 6 in totaal) --> begroet, vraag hoe het gaat, etc.
•             Schrijf totaal minstens 8 zinnen
  

• Je mag hierbij gebruikmaken van grammaire C, phrases-clés D & vocabulaire

• Je kunt het gesprekje in je schrift schrijven, of via deze site: https://www.nepchatapp.nl/ of https://www.toonytool.nl/

• Lever daarna een foto in van het gesprek in deze LessonUp (= huiswerk)

• Volgende les bespreken we dit

Ex. 17

• Jij stelt de vragen aan je buur & je buur stelt de vragen aan jou
• Stel ten minste de volgende 4 vragen:

1. Bonjour. Ça va?
2. Comment tu t'appelles?
3. Tu parles français?
4. Tu es français(e)?

• Attention: ik wil een paar gesprekjes horen!
  

Les devoirs

Faire (maken)	Ex. 18 Als je paars goed hebt gemaakt, maak je nu geel. Als je paars nog moeilijk vindt: eerst gr. C leren, dan blauw maken, dan paars maken
Leren voor MO:	Vocabulaire B - grammaire C (persoonlijk voornaamwoord, être)
Goed doornemen:	- gebruikte instructies (WB p.4) - vocabulaire A

ik 

jij

hij  / zij / men

wij

jullie / u

zij

zij 

vous

je

nous

ils

il / elle / on

tu

elles

  Zet de persoonlijk voornaamwoorden in de juiste volgorde 

il

elle

tu

on

nous

je

vous

ils

elles

Ik

Jij

Hij

Wij

Jullie / U

sont

Zij

Men

je

tu

il

elle

on

nous

vous

ils 

elles

Frans

Nederlands

Wij

De meisjes

Jullie

De leerlingen 

Jij

Pierre

Stella

Ik

Men

Meneer Leclerc

Nous

Elles

Vous

Ils

Tu

Il

Elle

Je 

On 

Het werkwoord être

je

tu

il/elle/on

nous

vous

ils/elles

suis

es

est

sommes

êtes

sont