Verbondenheid met anderen: contact met familieleden, vrienden, collega’s en meedoen in de samenleving;
Hoop: doorbreken van stilstand door verkennen en oprekken van grenzen;
Identiteit: herdefiniëren van (verslavings)problemen en kwetsbaarheid en ontwikkelen van een positief zelfbeeld;
Betekenisgeving: toekennen van nieuwe betekenissen aan gebeurtenissen (uit het verleden) en aandacht voor zingeving;
Grip op het eigen leven: persoonlijke groei, opnemen van taken en rollen, keuzes maken.