Aaneenschrijven en bezits-s

Nederlands

aaneenschrijven en tussenklanken 
bezit-s
Meervouden

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands

aaneenschrijven en tussenklanken 
bezit-s
Meervouden

Slide 1 - Tekstslide

In deze les

  • Uitleg en oefeningen aaneenschrijven en tussenklanken 
  • Uitleg en oefeningen bezit-s

Slide 2 - Tekstslide

aaneenschrijven
  • Basisregel: Schrijf zoveel mogelijk aaneen!
    bijvoorbeeld samenstellingen:
oplaadkabel, badkamerdeur, driesterrenrestaurant

Behalve bij klinkerbotsingen:
Autoongeluk, lenteui, galaavond
Of bij de voorvoegsels niet-, non-, oud-, ex-:
niet-drinkers, non-alcoholisch, oud-Ajacied, ex-echtgenoot

Slide 3 - Tekstslide

koppelteken
Of als een deel van de samenstelling bestaat uit een naam, letters, cijfers of tekens: 

het kabinet-Rutte, de mbo-student, 32-urige werkweek, A4-papier, 
het #-teken

Slide 4 - Tekstslide

koppelteken
  • in samengestelde aardrijkskundige namen en afleidingen daarvan: 
Midden-Oosten, Latijns-Amerika, West-Europese
  • in vaste combinaties:
kant-en-klaarmaaltijd, doe-het-zelfzaak
Je kunt me het heen-en-weer krijgen!

Slide 5 - Tekstslide

top 50 liedje

Slide 6 - Woordweb

goed
fout
radioactief
drieeenheid
alineaindeling
xtc-pil
zondagrust
radio-interview

Slide 7 - Sleepvraag

A 4 formaat

Slide 8 - Woordweb

goed
fout
politieauto
slaemmer
maximumsnelheid
groentenschotel
binnenzak
vakantie-oord

Slide 9 - Sleepvraag

bezits-s 
  • 's na een a, o, i, u, y 
Danny's auto, Otto's jas, Ferdi's fiets, Anna's laptop

  • 's na een afkorting, initiaal of cijfer
ABN's rente, M's rol, Willem II's overwinning, R2D2's geluiden


Slide 10 - Tekstslide

bezits-s 
  • eindigt op een s-klank: geen extra s maar wel een '
Bas' fiets, Max' vriendin, Niels' motor, Jonas' hond

  • geen ' maar wel een s aan vastplakken
Sannes huis, Jeroens vriend, Brams hulp
Milous kamer, Leonies gitaar


Slide 11 - Tekstslide

De jas van Anna.
A
Anna's jas
B
Annas jas
C
Annas' jas

Slide 12 - Quizvraag

De fiets van Jos.
A
Jos' fiets
B
Jos's fiets
C
Jos fiets

Slide 13 - Quizvraag

De rente van ABN.
A
ABNs rente
B
ABN's rente
C
ABNs' rente

Slide 14 - Quizvraag

goed
fout
Onno's jas
Sanne's kind
Debbys hond
Kims neus
Max' verjaardag

Slide 15 - Sleepvraag

goed
fout
Jelmers tas
Anna's vriend
Bas's scooter
Ellen's foto
Niels' moeder

Slide 16 - Sleepvraag

Aan het werk
Volgende week: Taalverzorging af

Slide 17 - Tekstslide