4E Grammar: Plurals

Welcome T2D
Hang your jacket, sit down quietly and grab a pen.

Get ready to learn about a new grammar item.

Log into LessonUp

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welcome T2D
Hang your jacket, sit down quietly and grab a pen.

Get ready to learn about a new grammar item.

Log into LessonUp

Slide 1 - Tekstslide

Class expectations (verwachtingen)
Be active and participate in class
Phones are out of sight and on silence
Listen to the person who's speaking and raise your hand
Bring your workbook and laptop to every lesson
Have respect for yourself and the people/things around you

Slide 2 - Tekstslide

Plurals --> meervoud
Wat weet je er al van?

Slide 3 - Woordweb

4E Plurals (meervoud)
Plurals = meervoud
1 boek --> 2 boeken is 1 book --> 2 books in English

Je zet een S achter bijvoorbeeld deze woorden:
1 table --> 24 tables, 1 plant --> 4 plants, 1 cup --> 5 cups
1 cellphone --> 10 ...?

Slide 4 - Tekstslide

Uniform
A
uniformes
B
uniform's
C
uniforms
D
uniformies

Slide 5 - Quizvraag


A
faces
B
face's
C
facies
D
facces

Slide 6 - Quizvraag


A
modelles
B
modellen
C
models
D
modelens

Slide 7 - Quizvraag


A
mouthees
B
mouth's
C
mouthens
D
mouths

Slide 8 - Quizvraag

4E Plurals (meervoud)
Plurals = meervoud
1 wens --> 2 wensen is 1 wish--> 2 wishes in English.
Als het woord eindigt op een s-klank, zet je ES neer.

Je zet een ES achter bijvoorbeeld deze woorden:
1 kiss --> 5 kisses, 1 glass --> 5 glasses
1 wash --> 16 washes, 1 box --> 4 ....?

Slide 9 - Tekstslide


A
fishes
B
fish
C
fishen
D
fishies

Slide 10 - Quizvraag


A
brushes
B
brush's
C
brushs
D
brushies

Slide 11 - Quizvraag


A
bus's
B
buss
C
buses
D
busses

Slide 12 - Quizvraag

4E Plurals (meervoud)
Plurals = meervoud
1 activiteit --> 2 activiteiten is 1 activity --> 2 activities in English.
Als het woord eindigt op een medeklinker + y, zet je IES neer.

Je zet een IES achter bijvoorbeeld deze woorden:
1 library --> 2 libraries, 1 city --> 6 cities, 1 beauty --> 21 beauties
 1 family --> 3 ...?

Slide 13 - Tekstslide

Vraag
A
baby's
B
babys
C
babie's
D
babies

Slide 14 - Quizvraag


A
monky's
B
monkies
C
monkie's
D
monkys

Slide 15 - Quizvraag


A
butterflies
B
butterflys
C
butterflie's
D
butterfly's

Slide 16 - Quizvraag

strawberry
A
strawberries
B
strawberrys
C
strawberrys
D
strawberryes

Slide 17 - Quizvraag


A
ponys
B
ponies
C
pony's
D
ponie's

Slide 18 - Quizvraag


A
bodys
B
bodies
C
boddies
D
body's

Slide 19 - Quizvraag

4E Plurals (meervoud)
Plurals = meervoud
1 brood --> 2 broden is 1 loaf of bread --> 2 loaves of bread in English.
Als het woord eindigt op een f, zet je VES neer.

Je zet een VES achter bijvoorbeeld deze woorden:
1 calf --> 4 calves, 1 bookshelf --> 3 bookshelves, 1 half --> 2 halves, 
1 knife --> ...?

Slide 20 - Tekstslide

Thief
A
thiefs
B
thiefes
C
thiefies
D
thieves

Slide 21 - Quizvraag


A
wives
B
wifies
C
wifes
D
wife's

Slide 22 - Quizvraag


A
elfs
B
elves
C
elfes
D
elf's

Slide 23 - Quizvraag


A
leaves
B
leafes
C
leafs
D
leaf's

Slide 24 - Quizvraag

4E Plurals (meervoud)
Did you bring workbook B? Go practice.

KB: go to page 26 and do ex. 28, 29, 30a
TL:  go to page 26 and do ex. 27, 29, 30

Done early? Open your laptop and do this exercise OR this exercise

Slide 25 - Tekstslide