SE3 H5 10 en 8
1 / 24
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welk getal is zeven honderd eenentachtig duizend twintig
A
781.000.020
B
78.120
C
781.020
D
70.081.100.020
Slide 2 - Quizvraag
Schrijf 1 890 145 met het woord miljoen en rond af op één decimaal
Slide 3 - Open vraag
2,5 GB = ............ kB
A
250 kB
B
25.000 kB
C
2.500.000 kB
D
0,0000025 kB
Slide 4 - Quizvraag
Je wilt een telefoon kopen en geld speelt geen rol. De vormgeving en alle specificaties zijn naar je wens er is alleen een verschil in de opslagruimte. Welke telefoon zou je dan kiezen? A, B, C of D?
A
0,5 TB
B
1000 MB
C
600 GB
D
Sorry hoor, het begint mij nu te duizelen
Slide 5 - Quizvraag
Hoe schrijf je 20 miljoen
in de wetenschappelijke notatie
in de wetenschappelijke notatie
A
20 x 10⁶
B
2 x 10⁶
C
20 x 10⁷
D
2 x 10⁷
Slide 6 - Quizvraag
Welk getal is onderstaande wetenschappelijke notatie
4,58 x 105
A
4,5800000
B
45.800.000
C
458.000
D
0,0000458
Slide 7 - Quizvraag
Welk getal is onderstaande wetenschappelijke notatie
1,9 x 10-10
A
0,00000000019
B
0,0000000009
C
19 000 000 000
D
- 0,000 000 0019
Slide 8 - Quizvraag
4,25 dagen = 4 dagen en ....uur
Slide 9 - Open vraag
3 jaar en 45 dagen = .... jaar
(afronden op 2 decimalen)
(afronden op 2 decimalen)
Slide 10 - Open vraag
De snelheid van een auto is 108 km/h.
Hoe groot is de snelheid in m/s?
Hoe groot is de snelheid in m/s?
A
389 m/s
B
10,8 m/s
C
30 m/s
D
38,9 m/s
Slide 11 - Quizvraag
Maggie loopt 1,1 km naar school.
Zij doet hier 15 minuten over.
Wat is haar gemiddelde snelheid in m/s?
Zij doet hier 15 minuten over.
Wat is haar gemiddelde snelheid in m/s?
A
10,1 m/s
B
4,4 m/s
C
1,2 m/s
D
73,3 m/s
Slide 12 - Quizvraag
Je snelheid is 3,5 m/s en legt een afstand af van 1225 meter.
Hoe lang doe je over deze afstand?
Hoe lang doe je over deze afstand?
A
1225 x 3,5 = 4287,5 seconden
B
1225 : 3,5 = 350 seconden
C
1,225 : 3,5 = 0,35 seconden
D
3,5 x 3,6 = 12,6 seconden
Slide 13 - Quizvraag
Limonade bestaat uit 2 delen siroop en 6 delen water. Ik heb 800 ml limonade. Hoeveel water zit erin?
A
600 ml
B
200 ml
C
100 ml
D
1000 ml
Slide 14 - Quizvraag
Je mengt 3 delen rode verf met 5 delen blauwe verf, dan krijg je?
A
7 delen paarse verf
B
8 delen paarse verf
C
8 delen groene verf
D
7 delen roze verf
Slide 15 - Quizvraag
Opdracht 6:
Bereken hoek L
Bereken hoek L
Slide 16 - Open vraag
Stap 1: Sleep SOA naar de juiste plek
S
O
A
Slide 17 - Sleepvraag
Stap 2: Passende formule
vinden:
SOS, CAS of TOA
vinden:
SOS, CAS of TOA
A
SOS
B
CAS
C
TOA
Slide 18 - Quizvraag
Stap 3: De formule vervangen door letters
A
B
C
D
Slide 19 - Quizvraag
Stap 4: De letters vervangen door getallen
A
B
Slide 20 - Quizvraag
Stap 5: De hoek berekenen:
A
∠T=0.01°
B
∠T=48°
C
∠T=49°
D
∠T=53°
Slide 21 - Quizvraag
Vul de gonio formule in die hoort bij
hoek A.
hoek A.
A
B
C
D
Slide 22 - Quizvraag
Waarmee bereken je zijde PQ?
A
sinus
B
cosinus
C
tangens
Slide 23 - Quizvraag
Bereken zijde PQ
