In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
De Middeleeuwen
Slide 1 - Tekstslide
Tijdvak 3: monniken en ridders
het jaar 500 tot 1000
Slide 2 - Tekstslide
Vroege middeleeuwen
500 - 1000
Motte kasteel
Late middeleeuwen
1100 - 1500
Het Muiderslot
Slide 3 - Tekstslide
Vroege middeleeuwen 500 - 1000
Tijd van verval
Late middeleeuwen 1100 - 1500
Tijd van opkomende handel, steden en staten
Slide 4 - Tekstslide
Leg uit wat het leenstelsel was.
Slide 5 - Open vraag
Wie was Karel de Grote en wat heeft hij gedaan?
Slide 6 - Open vraag
tot het jaar 500: Val West-Romeinse rijk
Vanaf het jaar 500: verschilllende rijken
Slide 7 - Tekstslide
S2: Ik kan uitleggen wie Karel de Grote was en drie gevolgen noemen van zijn leiderschap. (r)
Centrale munt
Karel de Grote stelde 1 munt in. Dit was makkelijk: want nu kon iedereen met dezelfde munt betalen en was het duidelijker hoeveel iets waar was.
Leenmannen
Onderwijs
Karel de Grote zette scholen op waar jonge mannen konden leren lezen, schrijven en het christendom.
Slide 8 - Tekstslide
H1: Ik kan uitleggen waarom het Frankisch Rijk bijzonder was, door:
S3: Ik kan uitleggen wat het hofstelsel is en wat horigheid daarmee te maken heeft. (r)
S4: Ik kan uitleggen welke eigenschappen ik belangrijk vind voor een leider. (i)
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Een leenman bestuurde dus het gebied dat hij in leen had van de koning. Ergens in dat leen bewoonde de leenman zelf een versterkte boerderij of kasteel. Ook ridders hadden vaak een stuk grond. Op dat eigen landgoed of domein stond het huis van zo'n edelman. Op zijn domein mocht elke edelman zelf de regels bepalen. Voor de boeren was hij hun landheer. En bij zijn dood erfde zijn oudste kind. Hierover had de koning niets te zeggen.
Slide 11 - Tekstslide
Via het leenstelsel 'leende' een ridder, hertog of man van adel een stuk grond van de koning.
Slide 12 - Tekstslide
Op de grond van elke landheer werkten horigen (onvrije boeren). Zij kregen bescherming van hun landheer.
Slide 13 - Tekstslide
Horigen mochten niet zomaar op het land wonen en werken. In ruil voor bescherming moesten ze:
Oogst
Het land bewerken en een deel van de oogst aan hun heer geven.
Herendiensten
Verplichte taken uitvoeren: hekken timmeren, eieren geven, wegen bijhouden, kleding repareren.
Huur
Huur betalen voor de landbouwgrond
Slide 14 - Tekstslide
S3: Ik kan uitleggen wat het hofstelsel is en wat horigheid daarmee te maken heeft. (r)
1. landheer laat horigen (onvrije boeren) op zijn land leven en werken. Hij beschermt de horigen tegen invallen/dieven.
2. horigen zijn verplicht om huur, herendiensten (hekken bouwen, kleding repareren, deel van de oogst) af te staan. Ook mogen ze niet zomaar hun land verlaten.
Slide 15 - Tekstslide
Karel de Grote was dus een belangrijke leider. Welke eigenschappen vind jij belangrijk voor een leider?
Slide 16 - Open vraag
S4: Ik kan uitleggen welke eigenschappen ik belangrijk vind voor een leider. (i)
Opdracht: subdoel 4 Kies 3 eigenschappen uit die je belangrijk vindt voor een leider. Geef per eigenlijk een argument waarom je dit eigenschap belangrijk vindt. Schrijf dit op in je schrift --> Subdoel 4
Klaar? Hoofdstuk 3: monniken en ridders Paragraaf 3.2: leenstelsel en hofstelsel
Opdracht: allemaal
Slide 17 - Tekstslide
S4: Ik kan uitleggen welke eigenschappen ik belangrijk vind voor een leider. (i)
Slide 18 - Tekstslide
Vanaf het jaar 500: verschilllende rijken
- De Romeinse wegen werden niet meer onderhouden, zodat het lastig werd om te reizen.
- Er bleven weinig mensen over die konden lezen en schrijven.
- Geld was er eigenlijk niet meer en daarom ontstond er ruilhandel.
Slide 19 - Tekstslide
En toen kwam daar in 768......
Karel de Grote
Karel de Grote wilde zijn rijk op een nieuwe manier besturen.
Slide 20 - Tekstslide
schooltv.nl
Slide 21 - Link
Het leenstelsel
Leenstelsel
Karel de Grote stelde leenmannen aan. Deze mannen waren van adel en mochten een (leen)gebied besturen. In ruil moesten zij trouw en loyaal zijn aan Karel de Grote.
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
S1: Ik kan uitleggen hoe het leenstelsel werkte. (r)
Leenstelsel
Karel de Grote stelde leenmannen aan. Deze mannen waren van adel en mochten een (leen)gebied besturen. In ruil moesten zij trouw en loyaal zijn aan Karel de Grote.