12.1 Eigenschappen doorgeven [les 4 HAVO][OPTIONEEL]

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop + notitiespullen pakken
Ga in deze LessonUp
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop + notitiespullen pakken
Ga in deze LessonUp

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel vorige les les
Huiswerk afgelopen les: 10 t/m 18 van par 12.1

Ik kan een kruisingsschema van een  kruising maken en daar daar conclusies uit trekken 


Voorbeeld: ik kruis een blondharige cavia met een bruinharige cavia. Hoe zullen de nakomelingen er uit zien?

Slide 2 - Tekstslide



De ziekte van Huntington is een erfelijke aandoening
die bepaalde delen van de hersenen aantast. Hiernaast is
van twee verschillende personen een chromosomenpaar
afgebeeld. De genen die bepalen of iemand de ziekte wel
of niet heeft, zijn aangegeven met letters.
Is het gen voor de ziekte dominant of recessief?
A
Het gen is dominant
B
Het gen is recessief
C
Dit is niet uit de gegevens op te maken

Slide 3 - Quizvraag


Bij cavia’s is de aanleg voor zwart haar dominant over die voor wit haar. Twee cavia’s (heterozygoot voor deze aanleg), worden met elkaar gekruist. Hoe groot is het percentage nakomelingen in de F1 dat wit haar zal hebben?
A
0%
B
25%
C
50%
D
100%

Slide 4 - Quizvraag

Taaislijmziekte is een erfelijke stofwisselingsziekte. Dit wordt onderzocht met bloed uit een hielprik bij pasgeboren baby's. Wanneer het kind taaislijmziekte heeft zal het kind een speciaal dieet moeten volgen.

Twee ouders die beide gezond zijn hebben al een kindje met taaislijmziekte. Hoe groot is de kans dat hun tweede kind ook taaislijmziekte heeft?
A
0%
B
25%
C
50%
D
75%

Slide 5 - Quizvraag

Bij muggen komen muggen voor met normale vleugels en met korte vleugels.
Een mug met normale vleugels wordt gekruist met een mug met korte vleugels. Alle 80 nakomelingen hebben normale vleugels. Deze worden onderling opnieuw gekruist.

Hoeveel procent van deze nakomelingen is heterozygoot?
A
0%
B
25%
C
50%
D
75%

Slide 6 - Quizvraag

Ik kan een kruisingsschema maken en daar daar conclusies uit trekken over de nakomelingen .
A
Dit lukt mij zelden.
B
Wel kruisingsschema's, geen conclusies.
C
Het lukt even vaak wel als niet.
D
Het lukt mij meestal.

Slide 7 - Quizvraag

Ik heb nog extra uitleg nodig
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Leerdoel
Je kent de termen intermediair en co-dominantie en kan deze toepassen in kruisingsschema's  

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Intermediair
Bij intermediair is er sprake van geen recessief of dominant allel. De allelen zijn even dominant/recessief ten opzichte van elkaar en komen dus beiden tot uiting

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Noteer hier je antwoorden van de vorige slide.

Slide 13 - Open vraag

Voorkennis. Welke bloedgroepen zijn er allemaal?

Slide 14 - Open vraag

Bloedgroepen
Je bloedgroep wordt bepaald door één gen

Je hebt allelen I(A), I(B) en i

Er is hier sprake van co-dominantie

Slide 15 - Tekstslide

De kinderen van een man met bloedgroep A en een vrouw met bloedgroep AB kunnen de
volgende bloedgroepen hebben:
A
Alleen A
B
Alleen AB
C
Alleen A, B en AB
D
Zowel A, B, AB als O

Slide 16 - Quizvraag

Als een man met bloedgroep A en een vrouw met bloedgroep B een kind hebben met
bloedgroep O, hoe groot is dan de kans dat een tweede kind eveneens bloedgroep O zal
hebben?
A
25%
B
50%
C
75%
D
100%

Slide 17 - Quizvraag

Aan het werk
Wat? Ga bezig met opgaven 19 t/m 22 van par 12.1

Wanneer? Huiswerk voor volgende week

Hoe? Werkboek
Klaar? https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Erfelijkheid/erfelijkheidhanenkam.htm

Vragen? Vraag je buurman/vrouw. Daarna pas de leraar
Tijd tot einde les





Slide 18 - Tekstslide