quiz Cultuur

WHUT CULTUUR?!
Wie is het beste quiz duo?
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Sociologie & psychologieSecundair onderwijs

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

WHUT CULTUUR?!
Wie is het beste quiz duo?

Slide 1 - Tekstslide

cultuurcomponent?

A
Symbool
B
Institutie
C
Waarden en normen
D
Taal

Slide 2 - Quizvraag


A
Subcultuur
B
Hoofdcultuur
C
Tegencultuur
D
Sub en tegencultuur

Slide 3 - Quizvraag

Stelling 1: In een cultuur met een lage score op onzekerheidsvermijding heeft men veel moeite met dubbelzinnige situaties.
Stelling 2: Onzekerheidsvermijding kun je vermijden door wetgeving, regels en structuur.
A
stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist
B
stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist
C
beide stellingen zijn juist
D
beide stellingen zijn fout

Slide 4 - Quizvraag

Wie spreekt over het belang van Interculturele communicatie
A
David Pinto
B
Leslie White
C
Inkeles en Levinson
D
Enkel Levinson

Slide 5 - Quizvraag

Maar wat is dat dan ook alweer .. Interculturele communicatie?
A
Communicatie tussen personen binnen dezelfde cultuur
B
Non-verbale communicatie tussen verschillende culturen
C
Communicatie tussen personen van verschillende culturen
D
Non-verbale communicatie tussen dezelfde cultuur.

Slide 6 - Quizvraag

Van de succesvolle Belgische film Loft is er een Amerikaanse remake gemaakt.
Welke cultuurcomponent?
A
Institutie
B
Symbolen
C
Taal
D
Kunst

Slide 7 - Quizvraag

Het symbool: Welke uitspraak klopt?
A
afbeelding links vormt een combinatie van de fysieke drager en betekenis van een symbool.
B
afbeelding rechts vormt een combinatie van de fysieke drager en betekenis van een symbool.
C
afbeelding links is de fysieke drager van een symbool
D
afbeelding rechts vormt enkel de betekenis van een symbool

Slide 8 - Quizvraag

Collectivisme vs individualisme is een cultuurdimensie van Geert Hofstede. Wat houdt deze dimensie in?
A
De manier waarop een samenleving omgaat met groepen en individuen in de maatschappij..
B
Alle antwoorden zijn juist.
C
De mate waarin een cultuur maatschappelijke zaken als huisvesting, onderwijs en belastingen gezamenlijk regelt.
D
De mate waarin in een cultuur het belang van de gemeenschap of het belang van het individu voorop staat.

Slide 9 - Quizvraag

Welke van onderstaande stellingen heeft betrekking op cultuur?
A
Cultuur wordt door mensen gedeeld.
B
Alle antwoorden zijn juist.
C
Cultuur wordt door mensen beleefd
D
Cultuur is aangeleerd.

Slide 10 - Quizvraag

Enculturatie..
A
Communicatie tussen culturen van hetzelfde continent
B
Het leren van een andere cultuur, verschillende van de cultuur waarin je bent opgegroeid
C
Het aanleren van de cultuur waarin je geboren bent.
D
Maatschappelijke systeem die voor structuur en orde zorgen in onze samenleving.

Slide 11 - Quizvraag

Het grondprobleem omgaan met conflicten komt overeen met cultuurdimensie..
A
Onzekerheidsvermijding
B
hedonisme vs collectivisme
C
mannelijkheid vs vrouwelijkheid
D
langetermijndenken vs korte termijndenken

Slide 12 - Quizvraag


Stelling 1: De behoeftetheorie van Maslow komt overeen met behoeftetheorie van Pinto enkel bestaat deze uit 1 extra niveau.
Stelling 2: De behoeftetheorie van Maslow focust zich op grofmazige culturen

A
Stelling 1 is juist, Stelling 2 is fout
B
Beide stellingen zijn fout.
C
Stelling 1 is fout, stelling 2 is juist
D
Beide stellingen zijn juist.

Slide 13 - Quizvraag

Sommige culturen hangen tussen de G- en F-cultuur in. Hoe worden die genoemd?

A
Middenmatige culturen
B
Mixed culturen
C
Middenculturen
D
GF-culturen

Slide 14 - Quizvraag

In Spanje geeft de historische wet Sólo sí es sí (Alleen ja is ja) Spanje een instrument om seksistisch geweld te bestrijden. De wet is het resultaat van een brede feministische beweging. Dit is een voorbeeld van:
A
Cultuurdimensie Machtsafstand
B
Grondprobleem de verhouding tot gezag
C
Cultuurdimensie hedonisme vs soberheid
D
Cultuurdimensie mannelijkheid vs vrouwelijkheid

Slide 15 - Quizvraag

Welk gedrag van de mens wordt door de cultuur waarin we leven bepaald?
A
Een meisje vindt wielrennen een leuke sport.
B
Een hardloper komt hijgend en bezweet over de finish
C
Een jongen moet niezen tijdens het afwassen omdat hij zeepsop in zijn neus krijgt.
D
Een baby huilt omdat hij honger heeft.

Slide 16 - Quizvraag

Stelling 1: De focus ligt op de toekomst.
Stelling 2: Men doet gemakkelijk mee met nieuwe trends.
A
Stelling 1: langetermijndenken Stelling 2 kortetermijndenken
B
Stelling 1 en 2 Kortetermijndenken
C
Stelling 1 kortetermijndenken Stelling 2 Langetermijndenken
D
Stelling 1 en 2 lange termijndenken

Slide 17 - Quizvraag

Wat is GEEN voorbeeld van een G-cultuur?
A
Het individu is verantwoordelijk voor zijn daden.
B
Mondig zijn en zelfstandigheid staan voorop.
C
Waarden en normen spelen een heel belangrijke rol.
D
Eigen schuld wanneer je iets verkeerd doet.

Slide 18 - Quizvraag

Over welke behoefte gaat het hier?: Het is belangrijk wat anderen van je vinden.
A
eer
B
Behagen groep
C
Goede naam
D
primaire behoeften

Slide 19 - Quizvraag

Wat heeft Leslie White ons geleerd?
A
Dat instituties bestaan uit primaire, secundaire, instituties
B
Dat je culturen moet vergelijken op basis van 6cultuurdimensie
C
Het 3 stappenmodel voor interculturele communicatie.
D
Symbolen zijn even belangrijk voor culturen, als een organische cel voor de natuurwetenschappen.

Slide 20 - Quizvraag

Wat is GEEN stap van interculturele communicatie
A
Hoe kan je met de waarden & normen van beide partijen rekening houden? Waar liggen ieders grenzen?
B
Ken je eigen (cultuurgebonden) waarden en normen. Op welke manier hebben deze een invloed op jou manier van handelen?
C
Leer de (cultuurgebonden) normen, waarden en gedragscodes van de ander kennen. Onderzoek wat het ‘vreemde’ gedrag van de ander betekent.
D
Leer de rituelen en taal van de andere cultuur kennen. Hierdoor is het eenvoudiger om samen tot een gedeeld overleg te komen.

Slide 21 - Quizvraag

welke bewering over Maslow is correct?
A
Maslow heeft de behoeftetheorie aangepast aan hoe fijnmazige culturen functioneren
B
Het laagste niveau is het belang van een veilige omgeving.
C
De behoeftetheorie van Maslow bestaat uit 5 niveaus
D
het hoogste niveau van de behoeftetheorie komt overeen met het hoogste niveau van de piramide van Pinto.

Slide 22 - Quizvraag